Eerste doodvonnis voor deelnemer aan recente protesten in Iran
Een rechtbank in de Iraanse hoofdstad Teheran heeft de doodstraf opgelegd aan een demonstrant die betrokken was bij de recente protesten tegen het regime. Volgens de Iraanse gerechtelijke autoriteit Mizan was de demonstrant schuldig aan brandstichting bij een regeringsgebouw, verstoring van de openbare orde, samenzwering tegen de nationale veiligheid en godslastering.
Al eerder werden demonstranten schuldig bevonden aan 'delicten' waar onder het huidige regime de doodstraf op staat, zoals 'het voeren van een oorlog tegen God'. Maar zeer waarschijnlijk is het nu voor het eerst dat een doodvonnis door een revolutionaire rechtbank wordt uitgesproken naar aanleiding van de protesten. Sinds de islamitische revolutie in het land van eind jaren 70 worden zulke rechtbanken ingezet om tegengeluiden de kop in te drukken.
Eerder deze maand riepen 227 van de 290 parlementariërs de rechterlijke macht op hard op te treden tegen demonstranten en hen eventueel de doodstraf op te leggen.
'Duizenden demonstranten vastgezet'
Afgelopen vrijdag spraken de Verenigde Naties zich uit over die oproep van het parlement en de behandeling van de demonstranten. De VN riep het regime op mensen niet langer te veroordelen voor aanklachten waar de doodstraf op staat.
Volgens deskundigen van de VN zijn sinds het uitbreken van de protesten in september duizenden vreedzame demonstranten gearresteerd. Onder hen zijn veel vrouwen, minderjarigen, mensenrechtenadvocaten en activisten. Ook zeker 51 journalisten werden vastgezet.
Tegen honderden demonstranten zijn al tenlasteleggingen uitgesproken, het regime heeft gedreigd dat tegen hen openbare massaprocessen gehouden zullen worden.
De VN stelde vrijdag ook dat zeker 304 mensen bij het neerslaan van de protesten zijn gedood, onder wie 41 kinderen. "De Beloetsjische en Koerdische minderheden worden buitenproportioneel hard door de repressie getroffen", schrijven de deskundigen. In het land is vrije pers zo goed als onmogelijk, waardoor maar mondjesmaat informatie naar buiten komt.
Ondanks het harde optreden van de veiligheidsdiensten houden de protesten nog altijd aan. Deze laaiden medio september op naar aanleiding van de dood van de 22-jarige Koerdisch-Iraanse Jina Mahsa Amini. Zij werd in Teheran opgepakt door de religieuze politie omdat ze haar hoofddoek niet volgens de strenge voorschriften droeg. Ze werd volgens ooggetuigen mishandeld en overleed later in het ziekenhuis.