Met topcoach en ervaren 'buitenlandse' spelers wil Nederlands rugbyteam naar WK
Het gaat goed met de Nederlandse rugbymannen. Met een financiële injectie, een topcoach uit Wales en verse spelers met gemengde achtergronden wil de ploeg naar het WK 2027 in Australië.
De baan van de technisch directeur van Rugby Nederland, Kristof Vanhout, veranderde op 29 mei 2021 totaal. Op die dag boekte het Nederlandse rugbyteam een historische zege op België, waardoor promotie naar de Rugby Europe Championship werd afgedwongen. In die competitie knokken zes Europese landen voor WK-kwalficatie.
Dat zette van alles in beweging voor de nationale rugbysport. Misschien wel de belangrijkste ontwikkeling: Nederland kreeg een plekje in het zogeheten 'high performance-programma' van de internationale rugbyfederatie World Rugby.
Het leverde Vanhout en zijn collega's een flinke financiële injectie op, waarmee de sport door kan groeien en de grote droom misschien wel werkelijkheid kan worden: plaatsing voor het WK 2031 in Amerika. Het wereldkampioenschap van 2027 in Australië is een ander, iets minder ambitieus doel.
Topcoach
Vanhout blikt terug op de afgelopen periode. "Na die wedstrijd tegen België is er heel veel veranderd. Maar het was werk van vele jaren: het is begonnen met de academies die we hebben opgezet en je ziet nu dat talenten doorbreken."
Die talenten worden vanaf 1 september gecoacht door een trainer van internationale statuur. Met het geld van de World League wist de rugbybond Lyn Jones binnen te hengelen, een 58-jarige Welshman met een grote (trainers)carrière in het toprugby. Vrijdag stond hij tijdens de vriendschappelijke interland met Canada (25-37 nederlaag) voor de eerste keer langs de lijn.
"Ik ben terechtgekomen in een heel energiek rugbyland", zegt Jones, die tot vorig jaar de bondscoach van Rusland was. "Er ligt een uitstekend plan van de bond. Als we alle neuzen dezelfde kans op krijgen is er geen enkele reden dat we niet in ieder geval het WK van 2031 halen."
Ervaren rotten
Jones werkt niet alleen met die jonge talenten uit de academies, maar ook met een aantal ervaren rotten uit grote buitenlandse competities, die Nederlandse roots hebben.
Het zijn spelers die bij toplanden als Zuid-Afrika, Ierland en Nieuw-Zeeland net buiten de boot zijn gevallen en nu op latere leeftijd voor Nederland willen uitkomen. Willie Du Plessis (geboren Zuid-Afrikaan), Leroy van Dam (geboren in Nieuw-Zeeland) en Peter Lydon (geboren in Ierland) versterkten het team.
Volgens Jones is het een goede en logische ontwikkeling. "Dat soort jongens moeten ons vooral komen ondersteunen. Ieder team heeft tegenwoordig een paar spelers die vanuit buitenland terugkomen om hun land te helpen. Dat is bij ons niet anders."
Voor Vanhout is de komst van die spelers het bewijs dat het met het Nederlandse rugby de goede kant op gaat. "Iedereen in de rugbywereld praat over ons en over hoe goed het hier nu gaat. Mensen willen hier deel van uitmaken."