Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie
NOS Nieuws

Wetenschappelijk bewijs: de Europese Commissie schrijft wollig en onbegrijpelijk

Dat de Europese Commissie wollig communiceert over belangrijke besluiten, is al jaren een veelgehoorde klacht van journalisten en politici. Wetenschappelijk onderzoek, waar nieuwssite Politico over schrijft, toont nu aan: er zijn inderdaad weinig plekken waar zo ingewikkeld over zaken wordt gesproken als in Brussel.

Onderzoeker Christian Rauh van het WZB Berlin Social Sciences Center onderzocht bijna 45.000 persberichten die tussen 1985 en 2020 door de Europese Commissie zijn verstuurd en stelt vast dat de teksten een technocratische stijl hebben en doorspekt zijn met vakjargon. En dat terwijl er volgens hem een groeiende vraag is naar goede communicatie over Europese politieke kwesties.

De wetenschapper vergeleek de 35 jaar aan slecht leesbare perscommuniqués met berichten van nationale regeringen, kranten en wetenschappelijke artikelen en stelde vast dat vrijwel niemand zo ingewikkeld over besluiten weet te communiceren als de Commissie. Alleen politieke wetenschappers krijgen het voor elkaar om wolligere teksten te schrijven, aldus Rauh.

Verhitte gesprekken

Rauh ziet in de ondoorzichtige schrijfstijl niet alleen een communicatieprobleem, maar signaleert ook een politiek probleem: "Technocratische communicatie speelt mensen in de kaart die graag het beeld neerzetten van een Brusselse elite die is losgezongen van Europese burgers", schrijft hij, en dat terwijl de Commissie zelf graag hamert op het belang van goede communicatie.

Volgens de onderzoeker valt wel te verklaren dat de Commissie zich soms liever wat omfloerst uitlaat over kwesties. Als het bijvoorbeeld gaat over zaken als financiële steun voor lidstaten, kan de discussie daarover binnen de EU nogal hoog oplopen. Een onleesbare persverklaring vol jargon kan dan helpen om te voorkomen dat de woede van nationale regeringen of parlementen wordt gewekt.

Duidelijkheid is echter van groot belang, benadrukt Rauh. De gebruikelijke persberichten zijn te veel toegespitst op een specialistisch publiek, wat ten koste gaat van de controle op de Commissie. Daarnaast ziet hij dat Brusselse journalisten vaak aangeven dat ze een hoge werkdruk hebben en dat ze veel tijd kwijt zijn aan het vertalen van onaantrekkelijke en suffe institutionele EU-kwesties voor een lekenpubliek.

Minder gecommuniceerd

Volgens Rauh had de Commissie aanvankelijk niet veel op met publiekscommunicatie, ook omdat het een politiek risico was, maar is dat door de jaren heen wel iets verbeterd. Sinds begin jaren 2000 werden er maandelijks zo'n 150 persberichten verstuurd.

Onder de "politieke Commissie" van Jean-Claude Juncker (2014-2019) daalde het aantal persberichten tot gemiddeld een kleine 50 per maand. Sinds de aanstelling van zijn opvolger Ursula von der Leyen (2020-heden) stijgt het aantal persberichten weer.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl