7 December 1966: Ajax tegen Liverpool in de mist
NOS Voetbal

Ajax-Liverpool is voor Nuninga meer dan de mistwedstrijd: 'Begin van tijdperk'

De legendarische radiocommentator Dick van Rijn repte met zijn karakteristieke stemgeluid van "een schimmenspel in een muur van grijsheid". Het grote publiek heeft het, ruim een halve eeuw na dato, nog altijd over 'de mistwedstrijd'.

Klaas Nuninga, de linksbinnen van de vijfmansvoorhoede van Ajax die op 7 december 1966 in het Olympisch Stadion het ongenaakbare Liverpool met 5-1 oprolde, herinnert zich het duel geheel anders. "Dit was het begin van een tijdperk."

Een uitzonderlijke prestatie, noemt Nuninga (81) de zege op de Engelsen na al die jaren nog altijd. "Een echte eyecatcher. Het was de eerste keer dat de mensen tegen elkaar zeiden: hé, wat gebeurt hier?"

Eigenlijk, zegt Nuninga, was de veelbesproken overwinning op het grote Liverpool het resultaat van een gelukkige samenloop van omstandigheden. In seizoen 1964/65 was hij voor het destijds astronomische transferbedrag van 250.000 gulden overgekomen van GVAV.

De voormalige schoolmeester uit Winschoten, die tot zijn overgang naar Ajax voor een jaarsalaris van 7.000 gulden voor de klas stond, werd binnengehaald als de man die de dolende Amsterdamse ploeg bij de hand moest nemen.

Eigen kweek

"Ajax speelde in die tijd alleen maar met spelers van eigen kweek. Ik noem mezelf weleens gekscherend de eerste buitenlandse voetballer die in Amsterdam speelde."

Eenvoudig was het de eerste jaren bij Ajax echter allerminst voor de bescheiden noorderling. "Er werd schande over gesproken dat een voetballer voor zo veel geld naar een andere club ging. Dat was absurd. Ik moest me vanwege die transfer voor mijn gevoel waarmaken."

Cees de wolf (links) kopt het eerste doelpunt al in de derde minuut binnen, midden Klaas Nuninga

Ajax moest in het seizoen 1964/65 zelfs alle zeilen bijzetten in de strijd tegen degradatie. De dertiende plaats van dat seizoen is nog altijd het slechtste resultaat uit de geschiedenis van de Amsterdammers.

Het geluk in het Ajax-shirt lachte Nuninga pas echt toe na de benoeming van Rinus Michels tot opvolger van trainer Vic Buckingham, in 1965. "Een schot in de roos."

De nieuwe coach besloot dat het aantal trainingen per week werd opgevoerd van drie naar acht. Voetbal werd een vak, verlost van vrijblijvendheid.

De mensen verlieten de tribunes om thuis televisie te kijken, daarop zag je de wedstrijd net iets beter.

Klaas Nuninga

Het zorgde voor een kleine revolutie in het voormalige stadion De Meer, weet Nuninga. "Ons leven zag er als full-prof ineens heel anders uit."

Nog belangrijker, zegt Nuninga: de twee jonge Amsterdamse spelers die in 1965 hun stempel drukten op de Amsterdamse selectie. "Piet Keizer en die kleine Cruijff waren jongens die het elftal echt completeerden. Op het moment dat die twee erbij kwamen, was het elftal in één klap compleet. Het was alsof het zo heeft moeten zijn."

Met de twee jeugdige aanvallers was de puzzel in de voorste linie gelegd. "Met Henk Groot erbij en Sjaak Swart op rechts hadden we vijf aanvallers die een echte eenheid vormden. We vormden een aanval die beschikte over een ongelooflijk scorend vermogen. In seizoen 1966/1967 maakten we 122 doelpunten. Dat is nogal een aantal, hè?"

Klaas Nuninga maakt het vierde Ajax-doelpunt tegen Liverpool

Met de wedstrijd tegen Liverpool, op die mistige woensdagavond 56 jaar geleden, werd de kiem gelegd voor een roemrijke episode van de Amsterdammers, waarin drie keer de Europacup 1 en tweemaal de wereldbeker voor clubteams werd veroverd.

"Als mensen het over het grote Ajax hebben, komt vroeg of laat altijd die wedstrijd ter sprake. Het is jammer dat het publiek in het stadion de finesses van ons spel nooit goed heeft kunnen zien. De mensen verlieten de tribunes om thuis televisie te kijken, daarop zag je de wedstrijd net iets beter."

Het ging daarom uiteindelijk meer over het resultaat dan over het spel. "Als je zo speelt tegen de kampioen van Engeland, dan is dat heel bijzonder."

Doelen niet te zien

En dat voor een wedstrijd nota bene die, conform de reglementen, nimmer doorgang had mogen vinden. De Italiaanse arbiter Antonio Sbardella kon vanaf de middenstip geen van beide doelen zien, maar floot desondanks de wedstrijd om 20.15 uur stipt op gang.

Vreugde bij de Ajax-supporters, al zagen ze weinig van de wedstrijd tegen Liverpool

De Amsterdammers hadden dat, zo gaat het verhaal, te danken aan een illuster duo. Tom 'Hotdog' Mulder, toentertijd zelfbenoemd nachtburgemeester van de hoofdstad, en voormalig scheidsrechter Leo Horn ontfermden zich in die tijd over buitenlandse scheidsrechters die Europese wedstrijden van Ajax floten.

Sbardella liet zich in de nacht voor het duel tegen Liverpool in de Amsterdamse binnenstad tot in de kleine uurtjes fêteren door het tweetal. Daags daarop voldeed hij aan het verzoek van Ajax-voorzitter Jaap van Praag om vooral niet tot afgelasting te besluiten. "Geen fraaie truc", noemde diens zoon Michael het jaren later.

Ajax-Liverpool mondde door de omstandigheden uit in een wedstrijd van vele anekdotes. De fraaiste? Het verhaal hoe de 4-0 tot stand kwam.

Na een fluitsignaal van Sbardella, rond de veertigste minuut, stapte Ajax' rechtsbuiten Swart van het veld. Aangekomen in de catacomben van het Olympisch Stadion werd hem gevraagd wat hij in 's hemelsnaam kwam doen.

"Het is toch rust?"

"Het is toch rust?", vroeg de verbaasde 'Paco'. Toen de aanvaller hoorde dat er niet voor de rust maar voor een overtreding was gefloten, maakte hij rechtsomkeert naar het veld.

Terug binnen de lijnen kreeg Swart prompt een pass in de voeten. De aanvaller met het ravenzwarte haar nam de bal sierlijk aan, dribbelde langs de zijlijn richting hoekvlag, gaf de bal vervolgens feilloos voor en zag tussen de mistflarden door hoe Nuninga de bal achter de Britse doelman Danny Lawrence kopte.

Klaas Nuninga springt een gat in de lucht na zijn 4-0

Het werd uiteindelijk 5-1. Een geweldige overwinning, Nuninga (eerder ook al maker van de 3-0) kan het ook nu nog altijd niet ontkennen.

"Maar vlak ook de return niet uit", zegt Nuninga. De terugwedstrijd, een week later op Anfield, zou volgens de legendarische Liverpool-manager Bill Shankly door zijn ploeg eenvoudig met 7-0 worden gewonnen.

Het werd uiteindelijk 2-2. Een wedstrijd die, zo meent Nuninga stellig, volkomen ten onrechte niet in het collectieve geheugen gegrift staat.

Ditmaal hadden de Amsterdammers volgens hem veel te danken aan Barry Hulshoff, die door Michels speciaal in de achterhoede was geposteerd om alle ballen weg te koppen. "Voorin zorgden wij voor fantastische combinaties. Die wedstrijd staat nog heel scherp op mijn netvlies."

Het is jammer, zegt Nuninga, dat onbekend ook in het voetbal onbemind maakt. Geloof hem op zijn woord. "Die 2-2 in Liverpool was minstens net zo'n goede wedstrijd als die 5-1 in de mist."

Bekijk hier de Andere Tijden Sport terug over de 'mistwedstrijd':

Andere Tijden Sport over de 'mistwedstrijd' Ajax - Liverpool (5-1)

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl