NOS Nieuws

Kinderen van migranten ervaren vaker discriminatie en uitsluiting dan ouders

De helft van de mensen met een migratieachtergrond die al langer in Nederland zijn of hier zijn geboren, ervaart Nederland niet als gastvrij. Dat komt naar voren uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Tweedegeneratiemigranten met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Caribisch-Nederlandse achtergrond worden door de onderzoekers tot de 'gevestigde groepen' gerekend. Zij zijn geworteld in Nederland, maar het onbehagen in deze groep is groot. "Dat gaat onder meer over uitsluiting, discriminatie en weinig vertrouwen in de politiek", zegt Jaco Dagevos, een van de onderzoekers van het SCP.

'Integratieparadox'

Hoewel in vergelijking met hun ouders het opleidingsniveau en de arbeidsmarktpositie van de tweede generatie zijn verbeterd, ervaart deze groep juist meer uitsluiting en discriminatie. Dat geldt met name voor mensen met een Surinaamse en Caribisch-Nederlandse achtergrond. Deze groep is het somberst.

Volgens Dagevos zijn er meerdere verklaringen voor deze integratieparadox. "Een van de verklaringen is dat mensen die relatief succesvol zijn meer in aanraking komen met uitsluiting op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt of in het onderwijs", zegt hij. "Ook speelt mee dat de tweede generatie meer meekrijgt van de politieke en maatschappelijke discussie over integratie, racisme en de islam."

Arbeidsmarkt

Vooral onder mensen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond is het opleidingsniveau en de arbeidsparticipatie sterk toegenomen, zegt Dagevos. "Maar daarmee is niet gezegd dat er geen knelpunten zijn."

Zo blijkt uit het onderzoek dat veel mensen uit de tweede generatie een tijdelijke baan hebben en relatief vaak moeten rondkomen van een bijstandsuitkering. Uit eerder onderzoek bleek dat ze tegen stage- en sollicitatiediscriminatie aanlopen.

Het SCP-onderzoek staat ook stil bij de positie van vluchtelingen uit onder meer Iran en Somalië. Volgens Dagevos zijn er veel verschillen tussen deze groepen, maar komen ze op een aantal vlakken ook opvallend met elkaar overeen. "Zij ervaren in vergelijking met de andere groepen minder uitsluiting en hebben meer vertrouwen in de politiek." Wel ziet de SCP-onderzoeker dat het gevoel van onbehagen ook bij de tweede generatie van deze groepen toeneemt.

Bij vluchtelingengroepen speelt een rol dat zij de Nederlandse overheid vergelijken met die van het land van herkomst, waar sprake was van onderdrukking en vervolging. Dat ze in Nederland in veiligheid leven, draagt bij aan hun gevoel van waardering.

Om te zorgen voor een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen, benadrukt het SCP dat antidiscriminatiebeleid onderdeel moet zijn van integratiebeleid. "De sociaaleconomische stijging is niet genoeg om mensen het gevoel te geven dat ze erbij horen", zegt Dagevos. "Daarom is onze boodschap: zonder antidiscriminatiebeleid heb je geen integratiebeleid".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl