Afschuw over moord en onthoofding Palestijnse homoseksuele man
Het was een gruwelijke moord, afgelopen woensdag in de Palestijnse stad Hebron op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. De 25-jarige Ahmed Abu Markhiya werd met een scherp voorwerp gedood en onthoofd. Een video van de moord werd geüpload op sociale media, vermoedelijk door de dader, en leidde tot massaal afgrijzen.
De moordzaak kreeg een extra lading toen al snel gemeld werd dat het slachtoffer al jarenlang bedreigd werd vanwege zijn homoseksualiteit. Israëlische media berichtten dat hij de afgelopen jaren in Israël in verschillende opvangcentra had gezeten, en hoopte naar Canada te verhuizen om daar asiel te krijgen.
Maar volgens de Palestijnse politie is nog veel onduidelijk over de precieze toedracht van de moord. Een woordvoerder zei een verdachte te hebben gearresteerd, maar weigerde in afwachting van het onderzoek om in te gaan op een motief. "Het is een van de ergste zaken die ik in mijn carrière ben tegengekomen", aldus de politiewoordvoerder.
De familie van Abu Markhiya bracht een rouwverklaring uit en vroeg om privacy na "deze gruwelijke, ongekende misdaad". Een nabestaande noemde de zaak tegen het Palestijnse radiostation Al Karama "te erg om over te praten".
Bedreigingen
De familie beweerde dat het slachtoffer doorgaans in buurland Jordanië verbleef, waar zijn overleden vader vandaan kwam, en in Hebron was voor familiebezoek. Maar vanuit Israël doken al snel andere berichten op. Volgens Israëlische nieuwssites was hij zijn Palestijnse geboortegrond ontvlucht na bedreigingen vanwege zijn geaardheid.
"Hij leefde de afgelopen jaren in het ene opvanghuis na het andere", zegt Rita Petrenko, een Israëlische activiste in de lhbti-gemeenschap. Ze zegt Abu Markhiya twee jaar geleden te hebben begeleid in zijn zoektocht naar een veilige opvangplek.
Hij werd volgens de hulpverlener door zijn familie en dorpsgenoten bedreigd en leefde nu een anoniem bestaan in de buurt van Tel Aviv. "Maar zelfs daar kreeg hij telefoontjes met bedreigingen. Van wie wist hij niet zeker. Maar hij bleef altijd positief over de toekomst. Iedereen is er kapot van dat hij nu is vermoord."
Vraag over motief
Ook op Palestijnse nieuwssites en op sociale media is de moord breed verafschuwd en veroordeeld. Maar het mogelijke motief, de geaardheid van het slachtoffer, wordt niet of nauwelijks besproken. Homoseksualiteit is een taboe in de Palestijnse gemeenschap, waar traditionele en religieuze normen het openbare leven bepalen.
Zo was de afgelopen jaren sprake van meerdere gevallen van mishandeling van homoseksuelen door de Palestijnse politie, blijkt uit rapporten van onder meer belangenorganisatie Al Qaws ('de regenboog'). Ook werden bijeenkomsten van die organisatie door de autoriteiten verboden. Al Qaws reageerde nog niet op de moord op Abu Markhiya.
Ook andere Palestijnse lhbti-activisten zijn terughoudend om over de zaak te spreken. Een van hen zegt dat nog veel onduidelijk is over de zaak. Maar de dood van Abu Markhiya lijkt wel een grote impact te hebben. "De hele gemeenschap huilt", zegt activist Natali Farah tegen de Israëlische krant Haaretz. "Veel Palestijnse lhbti-mensen en therapeuten kenden en waardeerden hem. Iedereen is nu bang."
Ook de Amerikaanse ambassadeur in Israël veroordeelde de moord op Abu Markhiya:
Er verblijven zo'n honderd homoseksuele Palestijnen in Israëlische opvanghuizen, schat de Palestijns-Israëlische parlementariër Ibtisam Mara'ana-Menuhin. Israël draagt een liberaal beleid uit op het gebied van rechten voor lhbti'ers, hoewel de ultra-orthodox-Joodse gemeenschap homoseksualiteit veroordeelt. Met name Tel Aviv, waar ieder jaar een groot Pride-evenement wordt gehouden, geldt als een vrijhaven voor homoseksuelen.
Dat leidt overigens tot kritiek van pro-Palestijnse activisten, die Israël beschuldigen van een vorm van pink-washing. Ze zouden met lhbti-tolerantie de aandacht afleiden van de voortdurende Israëlische bezetting van Palestijns gebied en het schenden van Palestijnse rechten.
Herdenkingen
Israël helpt weliswaar met opvang voor Palestijnse homoseksuelen, maar doet nog steeds te weinig voor hen, zegt hulpverlener Petrenko. Zo kreeg ook slachtoffer Abu Markhiye de afgelopen jaren geen werkvergunning in Israël, en was hij aangewezen op toestemming van Canada om daar asiel te krijgen. Die procedure liep volgens haar, maar kwam uiteindelijk dus te laat.
Zowel bij het opvanghuis als op andere plekken waren de afgelopen dagen herdenkingen voor de 25-jarige Ahmed, zegt Petrenko. "Hopelijk leidt het tot meer bewustwording over de positie van mensen zoals hij. In de geschiedenis van de lhbti-gemeenschap hebben we helaas vaker gezien dat er eerst iets heel ergs moet gebeuren, voordat er iets verbetert."