Kamerbestuur doet aangifte van lek, zwijgt nog over vertrek Arib
Het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, gaat aangifte doen vanwege het lekken van vertrouwelijke informatie in de zaak rond oud-Kamervoorzitter Khadija Arib. De huidige voorzitter, Vera Bergkamp, gaat morgen naar de politie, laat haar woordvoerder weten.
Afgelopen woensdag lekte uit dat het presidium, onder leiding van Bergkamp, een extern onderzoek laat instellen naar het optreden van Arib in haar tijd als voorzitter. Aanleiding waren klachten over grensoverschrijdend gedrag door de PvdA'er.
Arib wist van niets en noemde het een dolksteek in haar rug door Bergkamp. Omdat ze zich ook onvoldoende gesteund voelt door haar eigen partij besloot ze gisteravond op te stappen uit de Tweede Kamer. Ze voelt zich onheus bejegend en meent dat het presidium helemaal niet het recht heeft om een onderzoek in te stellen naar een zittend Kamerlid.
Uiterlijk morgen reactie
Gisteravond liet de woordvoerder van Bergkamp weten dat het presidium vandaag nog met een reactie zou komen op de gang van zaken en het vertrek van Arib. Nu zegt de woordvoerder dat die reactie uiterlijk morgen komt in een brief aan de Kamer.
Verschillende Kamerleden drongen er afgelopen week bij Bergkamp op aan dat er aangifte zou worden gedaan van het lekken. De Kamervoorzitter zei toen dat ze die suggestie zou meenemen in het presidium.
Staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw) zei vanmorgen bij WNL op Zondag dat hij zich ergert aan de "verschrikkelijke ziekte van het lekken". De situatie rond Arib noemde hij slecht voor het aanzien van de politiek. "Daar kunnen we kort over zijn."
In politiek Den Haag is het lekken van informatie naar de pers aan de orde van de dag. Meestal is daar weinig ophef over, maar als het echt om vertrouwelijke informatie gaat wordt weleens besloten om aangifte te doen.
Vrijwel nooit levert zo'n strafrechtelijk onderzoek iets op, het lek wordt nooit gevonden. Journalisten mogen hun bronnen beschermen en doen dat eigenlijk altijd. Reden daarvoor is dat ze alleen hun werk kunnen doen als ze in vertrouwelijkheid met bronnen kunnen praten.