NOS NieuwsAangepast

Nederland kwam beloftes aan Brussel over bestrijden mestfraude niet na

  • Thomas Spekschoor

    verslaggever

  • Thomas Spekschoor

    verslaggever

Nederland maakte beloftes aan Brussel over het bestrijden van mestfraude de afgelopen jaren niet waar. Mede daardoor verloren Nederlandse boeren eerder deze week hun uitzonderingspositie op het gebied van het uitrijden van mest. Dat zeggen Haagse en Brusselse bronnen tegen de NOS.

Nederlandse boeren mogen al zestien jaar meer mest over hun velden uitrijden dan veel van hun Europese collega's. Om dat zo te houden, deed toenmalig minister Schouten van Landbouw in 2020 in Brussel vier beloftes: in een aantal regio's zou strenger worden gecontroleerd op mestfraude, varkenshouderijen in het hele land zouden vaker worden gecontroleerd, er zou een digitaal systeem komen om mesttransporten te volgen en er zou een nieuw sanctiebeleid worden ingevoerd.

De NOS legde die beloftes naast de praktijk zoals het ministerie die de afgelopen jaren in rapporten beschreef. Daaruit blijkt dat Nederland zich aan geen van die voorwaarden volledig heeft gehouden.

Mede doordat Nederland de afspraken niet nakwam, speelde de recent opgestapte landbouwminister Henk Staghouwer in Brussel een verloren wedstrijd. Van hem werd gevraagd om de Nederlandse uitzonderingspositie te behouden, terwijl Nederland bij de Europese Commissie geen enkel krediet meer had.

Zijn voorganger, Carola Schouten, wist al in 2020 dat voor de Europese Commissie het volledig uitvoeren van de mestcontroles cruciaal was. De Nederlandse uitzonderingspositie werd toen met slechts twee jaar verlengd in plaats van met de gebruikelijke vier jaar. Dat was volgens haar het gevolg van vragen die de Europese Commissie had over de naleving van de mestregelgeving in Nederland.

Daarom was het bestrijden van mestfraude belangrijk voor Brussel, schreef Schouten. "De Europese Commissie hecht groot belang aan de voortvarende implementatie van de maatregelen." Alleen werden die maatregelen vervolgens onder haar bewind jarenlang niet geïmplementeerd.

Dat geldt bijvoorbeeld voor de beloofde extra controles in regio's met een groot risico op mestfraude: in De Peel, op de Veluwe en in Twente zou Nederland de handhaving "volledig uitvoeren". Maar in die regio's daalde het aantal controles de afgelopen jaren juist.

In De Peel bijvoorbeeld werden in 2018 nog zo'n 1000 bedrijven ter plaatse gecontroleerd, in 2021 waren dat er nog maar 650. Ook in Twente nam het aantal controles in die periode af. Op de Veluwe bleef het aantal stabiel.

In een Kamerbrief stelde het ministerie dat dit onder meer door corona kwam. "De maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19-virus vereisten ook in 2021 aanpassing in de werkwijze van de NVWA." Opmerkelijk daarbij is wel dat het aantal controles ten opzichte van 2020 - ook een coronajaar - nog verder afnam. In de periode 2018 - 2021 nam het aantal controles in de rest van het land, buiten de risicogebieden dus, juist toe. Daar waren kennelijk wel genoeg controleurs beschikbaar.

Beloftes

Het ministerie beloofde ook dat er voor eind juni 2020 een besluit zou liggen over een nieuw sanctiebeleid voor mestfraudeurs. Uit de "rapportage Nederlands mestbeleid 2021" blijkt dat dit nog niet is gelukt.

Wel staat er dat in "september 2020 meerdere wijzigingen zijn aangekondigd" en dat de maatregelen "stapsgewijs worden uitgewerkt en ingevoerd en uiteindelijk zullen leiden tot een geheel vernieuwde Meststoffenwet".

Dat dit veel later is dan Nederland aan Brussel had beloofd, staat niet expliciet vermeld in het rapport waarmee het ministerie de Europese Commissie en de Tweede Kamer informeert over de voortgang van het Nederlandse mestbeleid.

In hetzelfde rapport is ook te lezen dat waarschijnlijk vanaf 1 januari 2023 alle mesttransporten in Nederland live kunnen worden gevolgd. Het rapport vermeldt alleen niet dat aan Brussel was beloofd om al twee jaar eerder zo'n systeem te hebben. De minister lichtte in het verleden overigens de Kamer wel meermaals in over de vertraging.

Tenslotte beloofde Nederland ook dat er jaarlijks op 5,5 procent van alle varkenshouderijen fysieke controles zouden plaatsvinden om mestfraude op te sporen. Ook dat doel is niet gehaald: op slechts 4 procent van de bedrijven is zo'n controle geweest. Als reden worden door het ministerie de coronamaatregelen genoemd, hoewel ook hier geldt dat die in 2020 ook al golden en dat het aantal controles in dat jaar nog flink hoger lag dan in 2021.

Strenger

Dat Nederland de afspraken niet nakwam, is niet de enige reden voor het opheffen van de uitzonderingspositie. De huidige Europese Commissie is sowieso strenger op het gebied van natuur en klimaat en Brussel zag de Nederlandse uitzondering altijd al als iets tijdelijks, in tegenstelling tot het Nederlandse ministerie. Ook de gebrekkige kwaliteit van het Nederlandse grondwater speelde mee.

Wel bevestigen bronnen dat Nederland zijn krediet heeft verspeeld door dit soort afspraken niet na te komen. Daardoor zouden er ook in andere dossiers nauwelijks meer mogelijkheden zijn om te onderhandelen. Minister Van der Wal (Stikstof en Natuur) zei dat ook al eerder in de Kamer. "Als ik in Brussel ben en vraag om enige coulance of toegeeflijkheid, op wat voor gebied dan ook, dan is het enige wat ik terugkrijg: ga je huiswerk doen."

Voormalig landbouwminister Staghouwer zei maandag ook al dat Nederland zich te lang niet aan Europese regels hield, maar sprak toen vooral over regels over de waterkwaliteit. Over de afspraken rond de bestrijding van mestfraude, vastgelegd in een overeenkomst met Brussel, sprak hij niet.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl