Zwijgplicht bij de beoordeling van schade aan huizen. Achteraf door juristen van Shell en Exxon foutief aangepaste notulen. En emotionele reacties op de houding van de landelijke politiek bij de afhandeling van gaswinningsproblemen. Er kwamen vandaag veel intrigerende kwesties aan de orde, bij aanvang van de derde week van de parlementaire enquête Groningen.
Een van de getuigen, Jacques Wallage, was samen met Jan Kamminga van 2014 tot 2015 voorzitter van de zogenoemde Dialoogtafel; een groep van bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties die als taak had om los van bestuurders mee te praten over oplossingen. Een van de eerste dingen die de Dialoogtafel wilde bereiken is dat gedupeerden niet langer afhankelijk zouden zijn van schadebeoordelingen door de NAM.
Tot verontwaardiging van Wallage en Kamminga kregen ze van schade-afhandelaars te horen dat ze een zwijgplicht hadden. "Ze vertelden ons: wij mogen niet praten over de spelregels die de NAM ons heeft opgelegd. Dus zij moesten een beoordeling geven en zeggen; mensen, nee we gaan het niet doen, of we gaan het maar half doen. Maar ze mochten aan mensen niet uitleggen welke richtlijnen zij mee hadden gekregen".
Niet in je eentje de baas
Wallage stoorde zich aan de opstelling van toenmalig minister van Economische Zaken Henk Kamp, die maar bleef herhalen dat alleen hij verantwoordelijk was voor de gaswinning in Groningen. "Wij vonden dat we aan die Dialoogtafel ook mee moesten praten over het gasbesluit en over de te winnen hoeveelheid gas", vertelt Wallage.
Maar Kamp vond het alleen zijn verantwoordelijkheid. Daarover zegt Wallage; "Ik ben het daar niet mee eens. Verantwoordelijk zijn betekent niet dat je in je eentje de baas bent. Ministers gaan niet over alles. Daar hebben ze mensen voor, compagnons in de samenleving die ook iets mogen vinden."
Een ander element waar Wallage de nadruk op legde is, dat hij vindt dat niet de NAM verantwoordelijk is voor de veiligheid van burgers, maar de overheid. Hij was duidelijk geraakt toen hij daarover sprak tegen de commissie: "Wie gaat er nou toch over de veiligheid van huizen in Groningen? Dat is toch de overheid, de regering? Het feit dat dat twee, drie jaar lang onder de hoede was van de NAM, dat klopt natuurlijk niet."
Klein houden
Ook Max van den Berg, commissaris van de koningin ten tijde van de aardbeving in Huizinge (2012), had moeite met de houding van minister Kamp en de ambtenaren op zijn ministerie. Het ministerie van Economische Zaken wilde de problemen door gaswinning in Groningen klein houden, ervoer Van den Berg.
Hij vertelt daarover: "Voor ons werd duidelijk dat de regering, bij monde van Henk Kamp, vond dat de NAM verantwoordelijk was en de schade had aangebracht. En die moest ook de schade uitzoeken en vergoeden. De gedachte was dat de Staat niet verantwoordelijk was voor die schade, terwijl er voor miljarden uit was gehaald. Toen werd al duidelijk dat hij het klein wilde houden."
Het werd hem daarom kwalijk genomen dat hij openlijk pleitte voor een compensatie van één miljard euro, niet alleen door de minister maar ook door Kamerleden uit de coalitie. Van den Berg vond dat Groningers nu weleens recht hadden op deze compensatie. Nederland heeft immers veel geld verdiend aan het Groningse gas, zei hij. "Van de 400 miljard aan aardgasbaten ging maar een schijntje naar Groningen", verwoordde Van den Berg het volgens hem breed ervaren gevoel in Groningen.
Opgekropte emoties
De laatste getuige was de voormalig voorzitter van de Groninger Bodem Beweging, Jelle van der Knoop. Ook bij hem kwamen de opgekropte emoties eruit tijdens zijn verhoor. Hij beschreef de ongemakkelijke contacten met minister Kamp. Maar ook de Tweede Kamer heeft het wat hem betreft af laten weten.
Er zijn talloze Kamerdebatten geweest en er zijn veel gesprekken met Kamerleden, maar tot teleurstelling van Van der Knoop was de Kamer nooit in staat het beleid bij te sturen. "Van de Tweede Kamer mag je verwachten dat zij naast de burger gaat staan."