Basisscholen gaan lerarentekort creatief te lijf aan begin schooljaar
Het lerarentekort dwingt basisscholen om op een creatieve manier het schooljaar te beginnen. Vanaf vandaag gaat de regio Midden-Nederland weer naar school, maar voor veel scholen was het een hele kluif om voldoende leraren te vinden.
Zo kreeg basisschool De Kameleon in Den Haag twee vacatures niet ingevuld. De oplossing: op vrijdag krijgen groep 6, 7 en 8 tegelijk online les van één leraar.
Onderwijsondersteunend personeel is niet opgeleid om les te geven aan een klas. Het is dus de vraag hoe goed dat is voor de kwaliteit van het onderwijs.
Directeur Maarten van Gelderen legt uit dat hij de gaten niet wil opvullen met onderwijsondersteunend personeel: "Zij zijn niet opgeleid om les te geven aan een klas. Het is dus de vraag hoe goed dat is voor de kwaliteit van het onderwijs. Eén dag in de week digitaal lesgeven door een bevoegde leerkracht is dus een betere optie."
Een groot deel van de ouders heeft volgens de directeur begrip voor de oplossing. Voor kinderen voor wie online onderwijs geen optie is, wordt op school een oplossing gezocht.
Voorzitter Freddy Weima van de PO-raad, die schoolbesturen in het primair onderwijs vertegenwoordigt, herkent het beeld dat scholen met creatieve oplossingen komen. "Soms worden ook uitzendkrachten ingezet terwijl scholen dat eigenlijk niet willen. Het is vaak gelukt om de teams rond te krijgen, maar net aan. Het moment dat er iets tegenzit wordt het problematisch."
Ook de Inspectie van het Onderwijs ziet dat scholen op verschillende manieren het lerarentekort proberen op te lossen. Vanaf het najaar zal de inspectie in kaart brengen met welke oplossingen scholen komen en hoe effectief die zijn.
Weinig speling voor de scholen
Basisscholen die wel voldoende bevoegde leraren voor de klas hebben, vrezen vooral voor uitval. Veel invalkrachten zijn er namelijk niet. "Ik heb maar één invaller voor vier scholen", zegt Annelies Smits, bestuurder van scholenkoepel Openbaar Onderwijs Houten. "Als er twee mensen uitvallen, hebben we dus een probleem. Dan moeten we andere medewerkers voor de klas gaan zetten."
Voor scholenkoepel Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer zou uitval kunnen betekenen dat een adjunct-directeur moet onderwijzen. "Maar ook het samenvoegen van klassen of het extra laten werken van leraren zijn passende maatregelen", aldus bestuurslid Michael Krul. "In het ergste geval moeten we zelfs een leerkracht inhuren."
Beroep moet aantrekkelijker worden
De creatieve oplossingen van basisscholen om het lerarentekort het hoofd te bieden zijn meestal tijdelijk van aard. Een permanente oplossing moet met name hogerop worden gevonden.
Zo sloten het kabinet en onderwijsorganisaties in april een akkoord dat de loonkloof tussen leraren van het primair en het voortgezet onderwijs dicht. Het beroep van basisschoolleraar moet hiermee aantrekkelijker worden, waardoor het tekort aan leraren afneemt, zo is de verwachting.
Leraren op deze bassischool in Driebergen waren hier blij over, vertellen ze in deze video:
Toch is die verwachting al enigszins bijgesteld, zegt een woordvoerder van de Algemene Onderwijsbond (Aob). "Waar we eerder goede hoop hadden dat het verhogen van het salaris voorzichtig effect zou hebben, is deze hoop nu vervlogen door de hoge inflatie."
Freddy Weima van de PO-raad noemt het dichten van de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs een "mooie blijk van waardering" voor het primair onderwijs, maar pleit ook voor andere maatregelen om het werk in de sector aantrekkelijker te maken. "Zoals medewerkers in de kinderopvang als lerarenondersteuner laten werken."
Het aantrekkelijker maken van het vak is volgens bestuurslid Michael Krul van de scholenkoepel in Zoetermeer inderdaad de oplossing om het lerarentekort tegen te gaan. "Het dichten van de loonkloof helpt daarbij, maar het is vooral belangrijk om de essentie van het vak te blijven benoemen. Namelijk dat een leerkracht ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind. Dat mogen we niet vergeten."