Kunstenaar Claes Oldenburg, bekend van monumentale wasknijper, overleden
De Zweeds-Amerikaanse kunstenaar Claes Oldenburg is op 93-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats New York City. De popartkunstenaar werd wereldberoemd met zijn gigantische sculpturen van alledaagse voorwerpen, die hij zelf "kolossale monumenten" noemde.
Zijn werk is in musea wereldwijd te vinden, zoals het New Yorkse Museum of Modern Art, het Guggenheim Museum in Bilbao en het Kröller-Müller in Otterlo.
Oldenburg wordt gezien als een van de belangrijkste kunstenaars van de 20ste eeuw. Een van zijn bekendste werken is Clothespin: een veertien meter hoge stalen wasknijper die sinds 1976 tegenover het stadhuis van Philadelphia staat. Oldenburg zou hierover hebben gegrapt dat hij van een gemeenteambtenaar eigenlijk een kunstwerk moest maken met "stieren en Grieken en veel naakte meiden".
Bekijk hieronder foto's van Clothespin en andere bekende werken van Oldenburg:
Zijn werk is beïnvloed door onder meer de Franse kunstenaars Jean Dubuffet en Marcel Duchamp. Laatstgenoemde presenteerde in de eerste helft van de twintigste eeuw als een van de eerste kunstenaars alledaagse massaal geproduceerde objecten als kunst, ofwel popart.
Ook Oldenburg bewoog zich op het raakvlak van kunst en commercie, waarbij zijn werk een kritische en komische benadering was van alledaags consumentisme. Zo droeg een van zijn eerste tentoonstellingen in 1961 de titel "The Store", waarin hij gipsen worsten en taartpunten als kunstobjecten te koop aanbood.
"Het is mijn bedoeling om een alledaags voorwerp te maken dat aan iedere vorm van definitie ontsnapt", heeft Oldenburg eens over zijn werk gezegd.
Lippenstift op rupsbanden
Zijn eerste "kolossale monument" maakte Oldenburg in 1969. Het heette Lipstick (Ascending) on Caterpillar Tracks, een lippenstift op rupsbanden. Het kunstwerk staat inmiddels al ruim een halve eeuw op de universiteitscampus van Yale.
In de jaren 70 ontmoette Oldenburg de Nederlandse kunstenaar Coosje van Bruggen, destijds werkzaam in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Veel van de sculpturen die Oldenburg sindsdien heeft gemaakt, creëerde hij samen met haar, zoals Flying Pins, dat sinds begin deze eeuw in Eindhoven staat. In totaal maakte het kunstenaarskoppel meer dan 40 werken samen. Van Bruggen overleed in 2009.
Hoewel Oldenburg als invloedrijke popartkunstenaar wordt gezien, was hij zelf kritisch over die benaming. "Ik blijf altijd zeggen: dat ik alles wat ik vind verander, dat is het grote verschil", zei hij in 2015 in een gesprek met Interview Magazine. "Mijn werk is geen popart. Ik begon misschien met een object, maar dat object veranderde ik vervolgens. Ik heb er veel van mijn gedachten en emoties in gestopt."