Draghi wil opstappen als premier van Italië, maar president weigert ontslag
De Italiaanse premier Draghi wil opstappen als premier, maar president Mattarella weigert diens ontslag. In een verklaring roept de president Draghi op het parlement toe te spreken om de situatie te peilen.
Sinds vandaag verkeert Italië in een diepe politieke crisis. De premier kondigde zijn vertrek aan nadat coalitiepartner de Vijfsterrenbeweging had geweigerd deel te nemen aan een stemming over een miljardensteunpakket voor Italiaanse burgers om de pijn van de inflatie te verzachten.
"De coalitie van de nationale eenheid die deze regering steunt, bestaat niet meer", zei Draghi in een verklaring. Hij bood Matarrella zijn ontslag aan, maar nu die weigert zijn vertrek te aanvaarden, is onduidelijk wat de volgende stap zal zijn.
Het rommelde al een tijdje in de Italiaanse coalitie. Draghi had de stemming over het steunpakket van tevoren als vertrouwensstemming bestempeld. Het voorstel haalde het, maar de populistische Vijfsterrenbeweging had de stemming geboycot.
Die partij zegt een groter steunpakket voor burgers te willen dan nu op tafel lag en wil bovendien dat de Italiaanse overheid meer geld leent om de stijgende inflatie tegen te gaan. De Vijfsterrenbeweging staat onder druk van afnemende populariteit.
Draghi, oud-president van de Europese Centrale Bank, kwam vorig jaar februari aan de macht en was de zesde premier van Italië in tien jaar.
Europese zorgen over hoge staatsschuld
Het politieke rumoer in Italië leidt ook tot onrust op de financiële markten. De beurs van Milaan sloot al voordat Draghi zijn ontslag aanbood met een min van 3,4 procent. En - misschien nog wel belangrijker - het verschil tussen de rentes op de staatschulden van Italië en Duitsland liep verder op. Waarmee het doembeeld van een nieuwe eurocrisis weer klein beetje reëler is geworden.
De crisis kan verstrekkende gevolgen hebben voor Italië en voor de Europese Unie. Het land heeft een torenhoge staatsschuld: anderhalf keer hoger dan het bruto nationaal product. Als gevolg van de stijgende rentes wordt het steeds moeilijker die schuld te financieren.
Inmiddels is de schuldrente opgelopen tot 3,3 procent, terwijl die een jaar geleden nog 0,65 procent was. Ter vergelijking: in de crisis van 2011 lag de rente op de Italiaanse schuld op ruim 7 procent.
Hulp van ECB
De huidige impasse maakt het moeilijker voor Italië dit probleem aan te pakken. Dat zal ook gemerkt worden in de rest van Unie, zeker ook aangezien Italië de op twee na grootste economie van EU is. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft onlangs besloten om landen met hoge schulden, zoals Italië, tegemoet te komen.
Als oud-topman van de Europese Centrale Bank genoot Draghi het vertrouwen van beleggers dat hij en zijn zakenkabinet verstandig om zouden gaan met de schuld in tijden van oplopende rente. Zonder Draghi zal de vrees bij beleggers toenemen.