De Jonge: overal 30 procent sociale huur, voorrang voor 'kwetsbaren'
Gemeenten moeten ernaar streven dat 30 procent van het woningbestand bestaat uit sociale huurwoningen. Verder moeten ze harder hun best doen om kwetsbare groepen snel aan een betaalbare woning te helpen, bijvoorbeeld door hun voorrang te verlenen bij het toekennen van een woning. Dat staat in de nota Een thuis voor iedereen van minister De Jonge van Volkshuishuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Bij kwetsbare groepen gaat het om dak- en thuislozen, statushouders, ex-gevangenen en ouderen die uit een verpleeg- of verzorgingshuis komen. Ook vallen arbeidsmigranten en mensen met een medische en sociale urgentie onder deze groep.
Meer greep
In Nederland is een groot tekort aan betaalbare woonruimte en daarom wil het kabinet dat er in 2030 250.000 nieuwe sociale huurwoningen beschikbaar zijn. Maar minister De Jonge wil ook meer greep op wie er in deze felbegeerde woningen komen te wonen. Voor een sociale huurwoning mag niet meer dan 763,47 euro per maand worden betaald.
Veel starters en mensen met een middeninkomen zijn op zoek naar een betaalbaar onderkomen, maar volgens het kabinet is het voor onder anderen dak- en thuislozen, statushouders en arbeidsmigranten al helemaal moeilijk. "Iedereen verdient een huis", schrijft De Jonge in zijn nota.
Er wordt al jaren geprobeerd deze zogeheten aandachtsgroepen sneller aan een betaalbare woning te helpen. Maar dat verloopt moeizaam, en niet alleen omdat er te weinig sociale huurwoningen zijn. Gemeenten vinden het vaak ook lastig om andere woningzoekenden op de wachtlijst te passeren.
Nu verplicht De Jonge gemeenten een concreet plan van aanpak op te stellen. Als het niet opschiet met het betaalbaar huisvesten van kwetsbaren gaat de bewindsman voorschrijven hoeveel woningen moeten toevallen aan die specifieke groep.
De Jonge wijst erop dat het percentage sociale huurwoningen per gemeente sterk uiteenloopt. In grote steden vormen sociale huurwoningen zo'n 40 procent of meer van het woningbestand. Kleinere en vooral rijkere gemeenten komen veel lager uit. Wassenaar telde in 2020 bijvoorbeeld bijna 23 procent sociale huur.
Het plan van De Jonge betekent dat grote steden zich veel meer mogen richten op het bouwen voor de duurdere sector. Gemeenten worden niet verplicht tot 30 procent sociale huur, maar er worden wel prestatieafspraken met hen gemaakt. Verder krijgen provincies een "wettelijke interventiemogelijkheid", staat in de brief naar de Tweede Kamer. Het is niet duidelijk wat dit precies inhoudt.
De nota Een thuis voor iedereen is het tweede onderdeel van zes aangekondigde stappen van De Jonge om de woningnood in Nederland aan te pakken. Op dit moment verloopt het werk aan nieuwbouwprojecten uiterst traag, onder meer vanwege de strengere regels om schade aan de natuur te voorkomen.