Oud-wereldkampioen wielrennen Harm Ottenbros (78) overleden
Voormalig wereldkampioen wielrennen Harm Ottenbros is op 78-jarige leeftijd in zijn slaap overleden.
De in Alkmaar geboren Ottenbros werd in 1969 in het Belgische Zolder volkomen onverwacht wereldkampioen op de weg. Het zou het grootste succes uit zijn loopbaan zijn. De regenboogtrui bleek in zijn latere carrière eerder een last dan een zegen.
Ottenbros beëindigde zijn loopbaan in 1976 op kenmerkende wijze: hij smeet zijn racefiets van de Zeelandbrug.
Ottenbros was een redelijk anonieme renner toen hij in 1969 op het laatste moment werd opgeroepen voor het WK in Zolder. Door ziekte van Jan Janssen, Tourwinnaar van een jaar eerder, was er een plekje vrijgekomen voor de 24-jarige Alkmaarder.
Het WK in Zolder had eigenlijk het WK van Eddy Merckx moeten worden. Maar in het peloton had niemand daar zin in. Iedereen reed tegen Merckx, die in de laatste ronde voor eigen publiek afstapte.
Iedereen keek naar elkaar, en niemand lette op twee betrekkelijke nobody's: de Belg Julien Stevens én Harm Ottenbros. Het duo ging ervandoor, bleef vooraan en sprintte om de zege. Die ging, met enkele centimeters, naar de Nederlander. Een ongekend succes.
Had je dit verwacht, werd aan Ottenbros gevraagd in zijn kersverse regenboogtrui. "Verwacht niet, maar ik heb wel 265 kilometer verschrikkelijk mijn best gedaan", antwoordde de Nederlander.
Maar in plaats van lof en respect viel Ottenbros hoon ten deel. De wielerwereld keerde zich tegen hem: als kleine renner die nooit iets won, zou hij geen recht hebben op zoiets groots als de wereldtitel.
Dat werd later dat jaar pijnlijk duidelijk tijdens de uitverkiezing van de Wielrenner van het Jaar. Wereldkampioen Ottenbros kreeg de ereprijs niet; hij werd niet beschouwd als waardige opvolger van Janssen. Sterker nog: de prijs werd in 1969 helemaal niet uitgereikt.
Het jaar na zijn wereldtitel werd een rampjaar. Ottenbros kampte met blessures, terwijl het peloton niets van hem moest hebben en meestal tegen hem reed. Hij kon zijn wereldtitel niet verdedigen en droeg de regenboogtrui nauwelijks.
"Ik was er helemaal niet rouwig om toen mijn jaar als wereldkampioen voorbij was en ik die regenboogtrui niet meer hoefde te dragen. Ik kon weer terugkeren in mijn rol als onbekende renner in criteriums. Maar het oude gevoel is nooit meer teruggekomen."
Ottenbros kreeg ook een bijnaam: de Adelaar van Hoogerheide, naar klimmer Federico Bahamontes die de Adelaar van Toledo werd genoemd. Ottenbros, die niet kon klimmen, verzon de ironische bijnaam zelf. De rest van de wielerwereld maakte daar dankbaar gebruik van.
"Die bijnaam heeft me nog beroemder gemaakt dan mijn wereldtitel", zei Ottenbros later in een interview met L'Équipe. "En toch was ik op dat WK de sterkste van de dag. Of denk je dat ik die andere 190 renners allemaal heb omgekocht? Zij wilden allemaal wereldkampioen worden. Maar ik reed en zij niet."
Fiets van de Zeelandbrug
In 1976 hield een gedesillusioneerde Ottenbros het wielrennen voor gezien. Dat deed hij op een opzienbarende wijze: in het VPRO-televisieprogramma Het Gat van Nederland gooide hij zijn racefiets van de Zeelandbrug de Oosterschelde in. "Anderen hangen hem in de wilgen, ik gooi hem van de Zeelandbrug", sprak Ottenbros.
Na zijn wielercarrière gooide Ottenbros het over een andere boeg. Hij liet zijn baard staan, woonde een tijdlang in een kraakpand ("Daar werd ik pas mens, daarvoor was ik wielrenner") en werd beeldhouwer.