Georgisch dorp vreest nieuwe clash met Rusland: 'We zijn hier nooit helemaal veilig'
Iris de Graaf
Correspondent Rusland
Nanda Millenaar
Iris de Graaf
Correspondent Rusland
Nanda Millenaar
Lia Chlachidze wijst naar een foto van een paar zwartgeblakerde muren: "Dit was mijn huis". Inmiddels is het huis herbouwd en in de kelder is een oorlogsmuseum, gevuld met granaatscherven, zwartgeblakerde poppen en gesmolten glaswerk. "In 2008 begrepen wij hier, in deze dorpen, wat Russische bezetting betekent. Daarom heb ik dit museum opgericht, zodat de hele wereld kan zien wat Russische agressie aanricht", vertelt Chlachidze.
Ze woont in Ergneti, een klein dorp aan de grens met Zuid-Ossetië. Een paar straten, geen asfalt en huizen van ongepleisterde betonblokken. Aan de rand van het dorp, zover het oog reikt, bloeiende appel- en perenbomen. Het dorp werd in 2008 vrijwel helemaal verwoest door Russische bommen. Tientallen inwoners kwamen om.
"Vanaf het moment dat de Sovjet-Unie uiteenviel in de jaren 90 zijn door de hele Kaukasus conflictgebieden ontstaan." Paata Zakareishvili wijst met een stok op de wereldkaart in zijn werkkamer de grenzen aan. Hij is oud-minister van Verzoening, onderzoeker en auteur van talloze boeken over conflicten in de Kaukasus.
"Abchazië, Zuid-Ossetië en Karabach, daar zijn al sinds jaar en dag etnische conflicten. Die worden door Rusland gebruikt en uitgebuit. Om invloed te houden in de Kaukasus steunt het overal de separatisten", legt Zakareishvili uit. Het is een strategie waarmee Rusland de gebieden instabiel houdt en het maakt dat de landen zich niet kunnen aansluiten bij bijvoorbeeld de Europese Unie of de NAVO.
"Wat we nu zien is het resultaat van Poetins imperialisme", zegt Zakareishvili. "In 2008 hoorde je dezelfde retoriek over Georgië als nu over Oekraïne. Dat de regering in Tbilisi provoceerde, dat de Russisch sprekende bevolking door Georgiërs werd bedreigd en dat Rusland hen moet 'bevrijden'. Wat we zien is een nieuwe geopolitieke oorlog die door Poetin is begonnen in Georgië, toen kwam de Krim in 2014 en nu volgt heel Oekraïne. Het is een moderne, Russische imperialistische oorlog."
Hermetisch afgesloten
Het bankje langs de hoofdweg staat in de zon, in de verte de machtige pieken van het Kaukasusgebergte. Drie mannen discussiëren, zwaaien met hun armen, wandelstokken rusten tegen hun benen. "We zijn hier niet veilig, er is hier geen echte veiligheid. Hoe kunnen we ons hier beschermen, als we geen wapens hebben? En zelfs al hadden we wapens, wat kunnen we dan tegen Rusland beginnen?"
Wie rondloopt in Ergneti, tussen de blaffende honden en de ouderen, begrijpt dat gevoel wel. Wat kunnen ze hier beginnen tegen oorlog? Hier leven ze simpelweg hun leven. Of misschien is het andersom en leeft het leven hen.
Aan het eind van het dorp is de weg hermetisch afgesloten door autobanden, camouflagenetten en militairen. Verderop ligt Tsinvali, de hoofdstad van Zuid-Ossetië. Daar staan de Russische militairen op scherp. De grens loopt op sommige plekken dwars door achtertuinen en boomgaarden. Voor de inwoners van de grensregio is de vijand nog altijd heel zichtbaar en dichtbij.
"Sinds de oorlog in Oekraïne is er bij ons ook een gespannen situatie ontstaan", vertelt Lia Chlachidze. "De politie vertelt iedereen dat ze extra voorzichtig moeten zijn, omdat er anders een provocatie kan komen." Dat is waar ze in Ergneti en de omliggende dorpen bang voor zijn, een incident, een fout die leidt tot een nieuwe oorlog. "Niemand weet wat er in Poetins hoofd omgaat", zegt Chlachidze.
Langs de kant van de weg brandt afval, restanten van de oogst van vorig jaar. De inwoners van Ergneti zijn druk met zaaien en planten. Vanaf de akkers zie je de rode daken van Tsinvali liggen. "Ik ben daar geboren en opgegroeid, aan de overkant van de grens", vertelt Chlachidze.
Vanuit haar achtertuin is Zuid-Ossetië hemelsbreed slechts een paar honderd meter verderop. "Dat ik daar nu alleen naar kan kijken, maar niet kan komen, doet pijn. Als ik buiten op mijn veranda zit, hoor ik de bruiloftsmuziek uit Tsinvali."
Altijd is er de angst dat het geweld weer oplaait en er zijn diepgewortelde persoonlijke trauma's. "Ik kan al veertien jaar het graf van mijn vader niet bezoeken". Chlachidzes stemt breekt. "Ik zou er binnen een kwartier kunnen zijn, maar dat is verboden. Zolang ik er niet heen kan, is het enige wat ik kan doen naar de grens gaan, naar het prikkeldraad. Daar brand ik een kaarsje voor hem. Ik hoop dat deze verschrikkelijke grens op een dag verdwijnt, zodat ik mijn geboortegrond weer kan bezoeken."