Olieprijs bijna op niveau van voor oorlog, mede door minder vraag uit China
De prijs van ruwe olie daalt vandaag bijna naar het niveau van voor de oorlog die Rusland in Oekraïne begon. Een vat Brent-olie kost vandaag iets minder dan 99 dollar. Op 23 februari, de dag voordat de oorlog begon, was dat iets onder de 97 dollar. Op 8 maart bereikte de prijs het hoogste niveau sinds de inval, dat was toen 128 dollar. Brent is de Europese standaard voor olie.
Dat de olieprijs daalt komt onder meer door de situatie in China. Daar zijn de afgelopen tijd in verschillende steden lockdowns geweest en nu is er een in Shanghai. De verwachting is dat China door de coronasituatie wat minder olie nodig heeft.
Ook de benzineprijs daalt. De gemiddelde landelijke adviesprijs is volgens consumentencollectief United Consumers vandaag 2,229 euro voor een liter Euro95. Op 23 februari was dat 2,195 euro. De prijs is dus nog maar een paar centen hoger dan voor de oorlog. Maar dat is dus wel inclusief de accijnsverlaging van 17 cent die sinds 1 april geldt.
'Verdere daling'
Paul van Selms van UnitedConsumers zegt tegen persbureau ANP dan ook dat hij verwacht dat de brandstofprijzen nog verder zullen dalen in navolging van de olieprijs. Het zou dus kunnen dat automobilisten straks zelfs goedkoper uit zijn dan voor de oorlog, geholpen door de accijnsverlaging. Maar nog altijd zijn de brandstofprijzen in historisch opzicht hoog. Een jaar geleden was de gemiddelde landelijke adviesprijs van een liter benzine 1,85 euro.
De benzineprijs wordt niet alleen bepaald door de olieprijs, maar ook door de wisselkoers tussen de euro en dollar. Want de olieprijs wordt wereldwijd in dollars bijgehouden.