Geroofde objecten te zien in Rijksmuseum-tentoonstelling Revolusi
De tentoonstelling Revolusi! Indonesië onafhankelijk die vanaf vandaag te zien is in het Rijksmuseum bevat objecten die zonder toestemming van de lokale bevolking zijn meegenomen en nog altijd niet zijn teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Dat bevestigt het Rijksmuseum na berichtgeving van Nu.nl.
De tentoonstelling gaat over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Sommige objecten die getoond worden, werden in beslag genomen door Nederlandse militaire inlichtingendiensten (Netherlands Forces Intelligence Service) en verscheept naar het Nationaal Archief.
"Dat varieert van pamfletten, posters en vriendenboekjes, omdat die mogelijk informatie zouden verschaffen over de eigenaren die een rol in de revolutie speelden", zegt een woordvoerder van het museum aan de NOS.
Het tentoongestelde materiaal is vanuit historisch opzicht "zeker beladen", zegt conservator Harm Stevens. "Dat is voor ons ook belangrijk om dat bij elkaar te brengen. Dat inlichtingenwerk door Nederlandse diensten is een historisch onderdeel van deze geschiedenis."
Geen zeggenschap
Het Rijksmuseum heeft 130 objecten geleend van het Nationaal Archief voor de tentoonstelling. Hoeveel daarvan zonder toestemming zijn meegenomen, kan het museum niet precies zeggen. Veel andere objecten werden geleend van andere musea of had het museum zelf al in bezit.
Het Rijksmuseum heeft geen zeggenschap over de door de inlichtingendiensten meegenomen stukken. "Wat vooral belangrijk is, is de informatie die deze bronnen bevatten", stelt conservator Stevens. "En dat we die informatie met elkaar delen. De kwestie over de teruggave is niet aan het Rijksmuseum om te bepalen." Wel ziet het museum graag dat de Nederlandse staat samen met Indonesië gaat kijken naar de stukken.
Dat geroofde objecten moet worden teruggegeven, is het beleid van het kabinet, dat een advies daarover van de Raad voor Cultuur overnam. In dat advies werden archiefstukken echter buiten beschouwing gelaten.
Het Nationaal Archief meldt dat het wil dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ook bij archiefstukken uitspraak doet over eventuele teruggave aan de rechtmatige eigenaren.
Beladen term
De tentoonstelling in het Rijksmuseum kwam ook al voor de opening in het nieuws vanwege de beladen term Bersiap die gebruikt wordt. Het Comité Nederlandse Ereschulden, dat opkomt voor slachtoffers van Nederlands kolonialisme, deed aangifte tegen het Rijksmuseum en tegen directeur Taco Dibbits en curator Stevens. Het OM besloot echter niet over te gaan tot vervolging omdat de term Bersiap "geen negatieve conclusies bevatte over Indonesiërs als groep wegens hun ras".
Het comité deed aangifte omdat het museum door de term te gebruiken zich schuldig zou maken aan discriminatie en groepsbelediging, omdat de term Bersiap racistisch en beledigend voor Indonesiërs is. Bersiap wordt gebruikt om de gewelddadige laatste maanden van 1945 in Indonesië aan te duiden.
De Japanse bezetting was voorbij en Indonesische jongeren die de strijdkreet Bersiap ('Sta paraat') gebruikten pleegden op grote schaal geweld tegen Chinezen, Nederlanders en mensen die ze zagen als hun handlangers, zoals Molukkers. Er kwamen duizenden en mogelijk tienduizenden mensen om het leven.