Het kabinet schat de kosten voor het afhandelen van de gevolgen van de gaswinning in Groningen op 6 miljard euro, exclusief btw. Dat is de rekensom over dit jaar tot en met 2027, die staatssecretaris Vijlbrief gisteravond naar de Kamer heeft gestuurd. Shell, met Exxon samen het moederbedrijf van het gaswinningsbedrijf NAM, wil de schade in Groningen in één keer afkopen, om er in de toekomst niet meer mee belast te worden. Maar daarmee staat ook ter discussie wie de schade aan huizen betaalt die ontstaat na 2027. Dat is relevant, want deskundigen stellen dat de bodemeffecten nog zeker 50 jaar kunnen optreden.
Juist daarom is het van belang verder te kijken dan 2027, waarschuwt Jan van Dunné. Hij is emeritus hoogleraar privaatrecht van de Erasmus universiteit in Rotterdam en specialist mijnbouwschade. "Ik snap dat het verleidelijk kan zijn voor het ministerie van Economische Zaken om in één keer een groot bedrag te incasseren. Het is ook begrijpelijk dat Shell af wil van een 'open einde' aan de kosten, al dan niet onder druk van het hoofdkantoor in Londen. Maar het is een levensgroot risico dat de Staat, en dus de belastingbetaler, dan in de toekomst voor enorme kosten opdraait", zegt hij. Overigens betaalt het Rijk sowieso al het grootste deel van de kosten. De NAM draagt 11 procent bij.
Mijnbouwschade in Limburg
Volgens de Mijnbouwwet is een mijnbouwbedrijf tot dertig jaar na het beëindigen van de winning aansprakelijk voor schade. Een recente uitspraak van de Raad van State heeft die periode nog verlengd. Aanleiding was een rechtszaak aangespannen door huiseigenaren in Limburg die schade hebben doordat stijgend mijnwater niet meer wordt weggepompt.
De mijnschachten in en rond Kerkrade stonden in verbinding met mijnschachten in Duitsland die nog jarenlang operationeel zouden blijven. Om te voorkomen dat de Duitse mijnbouwexploitatie in gevaar zou komen, werd in Limburg het stijgende mijnwater weggepompt door de Duitse mijnbouwexploitant EBV. Dat hield op in 1994. Sinds die tijd stijgt het mijnwater langzaam. Zorgen over de stijging van het water in Limburg werden weggewoven, maar in 2013 bleek dat er sprake was van een voortdurende gemiddelde jaarlijkse mijnwaterstijging van anderhalf tot vier meter. En dat kan nog decennia doorgaan.
De afgelopen jaren is het aantal schademeldingen in het voormalige mijnbouwgebied opvallend toegenomen. Van de toenmalige mijnbouwbedrijven bestaan alleen DSM en Umico nog, maar die achten zich niet verantwoordelijk voor de schade die nu nog ontstaat. Zij hebben immers de waterpompen niet bediend.
Politieke druk
Gezien de ervaringen in Limburg waarschuwen voorzitter Jan de Wit van het Calamiteitenfonds Mijnbouwschade Limburg en Jan van Dunné voor het Shell-voorstel voor Groningen. Tegelijkertijd denken zij dat gedupeerde Groningers wel beter af kunnen zijn bij een grotere rol van het ministerie van Economische Zaken bij de schadeafhandeling, want het ministerie is gevoeliger voor druk dan bijvoorbeeld Shell en Exxon.
"In Limburg is de schadevergoeding aan gedupeerden pas beter gaan verlopen na politieke druk op het ministerie van Economische Zaken", legt De Wit uit. Limburgse gedupeerden kunnen zich in geval van een onveilige situatie bij het Calamiteitenfonds melden. Het aantal meldingen stijgt vanaf 2014 en het bleek het lastig om huiseigenaren te helpen door de afwezigheid van aansprakelijke partijen. De provincie en gemeenten stortten daarom geld in een fonds, aangevuld door het ministerie van Economische zaken. Inmiddels hoeven de gemeenten en provincie dat niet meer te doen; het ministerie vult de pot en heeft tot nu toe ruim vier miljoen euro in het fonds gestopt. Volgens De Wit is dat mede te danken aan de discussie over de schadeafhandeling in Groningen.
Morgen debatteert de Kamer met staatssecretaris Vijlbrief over de verhoging van de gaswinning in Groningen en over het verzoek van Shell om de schade in één keer af te kopen. Het ministerie laat weten dat Vijlbrief helemaal niet bezig is met het al dan niet afkopen van de schade door de NAM, Shell en Exxon. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer roept het kabinet op geen schikking te treffen, zodat de schade tot op de laatste cent kan worden verhaald op de NAM.