Karien van Gennip (CDA) maakt na twee kabinetten-Balkenende haar rentree
Ze is in Den Haag een bekende, maar wel een uit een ander politiek tijdperk. Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, was eerder staatssecretaris van Economische Zaken in twee kabinetten Balkenende. Na haar vertrek uit Den Haag belandde Van Gennip bij ING, later werd ze de hoogste baas bij zorgverzekeraar VGZ.
"Als je eenmaal in de politiek hebt gezeten, laat je dat nooit meer los", zei ze kort voor haar terugkeer naar Den Haag.
Van Gennip is na Robbert Dijkgraaf de tweede technisch natuurkundige in het kabinet, al is zij nooit wetenschapper geworden. "Het is altijd fijn als er meer mensen in het kabinet zitten die van cijfertjes houden en die zwarte gaten in formules kunnen beschrijven. Ik denk trouwens dat ik dat niet meer kan", grapte ze.
Van Gennip zei kort voor haar aantreden:
De 53-jarige bestuurder komt uit een CDA-nest: haar vader, Jos van Gennip, zat voor de partij jarenlang in de Eerste Kamer. In Delft rondde Van Gennip haar opleiding af, waarna ze voor adviesbureau McKinsey in Amsterdam en San Francisco aan de slag ging. In 2002 volgde de overstap naar de politiek; via het bestuur van het CDA in Amsterdam naar een positie in de kabinetten Balkenende II en III.
In 2004 was Van Gennip de eerste bewindsvrouw die tijdens haar ambtsperiode een kind kreeg. Het maakte haar onbedoeld tot rolmodel en haar ervaringen bundelde ze uiteindelijk in een reeks columns voor weekblad Margriet. Binnen het kabinet kon Van Gennip rekenen op steun voor haar keuze - daarbuiten stuitte ze ook op onbegrip. Zo vroeg tv-presentator Jeroen Pauw of ze niet beter geen kinderen had kunnen krijgen. Collega Paul Witteman vond het vooral "jammer" voor de kleintjes.
Dat haar persoonlijke keuze het onderwerp van een publiek debat werd, vond Van Gennip lastig. "We hebben ook mannen in het kabinet, die net als ik fulltime werken én kleine kinderen hebben. Daar vraagt niemand naar", concludeerde ze in 2006.
'Middengroep is steeds stiller geworden'
In haar periode buiten de politiek voelde ze zich nog altijd thuis bij het CDA, zei ze afgelopen najaar - al is het politieke midden wat haar betreft in de knel geraakt. In mei, tegen dagblad Trouw : "Wat ik wel merk is dat de grote middengroep van redelijke mensen steeds stiller is geworden. Die groep zit ingeklemd tussen extreme uiteinden en durft zich amper nog uit te spreken. Als die middengroep meer zichzelf kan zijn, komen we er als samenleving wel uit."
Als minister van Sociale Zaken komt er de komende kabinetsperiode veel op haar af. Het nieuwe kabinet is van plan de arbeidsmarkt grondig te hervormen en wil daarnaast af van het systeem van toeslagen. Ook het flexwerk moet worden ingeperkt, dat zorgt nu voor te veel ongelijkheid. Maar hoe dit alles precies moet worden vormgegeven, ligt nog open.