Ministerie moet een schadevergoeding betalen voor van de weg halen Stint
Kinderdagverblijven en de fabrikant van de Stint hebben recht op een schadevergoeding van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het besluit van het ministerie om het vervoermiddel van de weg te halen. Dat heeft de Raad van State beslist in het hoger beroep dat het ministerie had ingesteld.
Wat de kinderdagverblijven betreft, geldt het recht op een schadevergoeding voor de 369 gebruikers van de 'lichte' Stints met een elektromotor van 800 watt, schrijft de raad in de uitspraak.
De minister kan niet worden verplicht om gebruikers van 'zwaardere' Stints te compenseren. 2283 kinderdagverblijven gebruikten die, maar ze zijn officieel nooit tot het verkeer toegelaten. Ze reden wel jarenlang op de weg omdat de kinderdagverblijven niet wisten dat dat alleen met de lichte Stint mocht.
Emmeline Bijlsma van Brancheorganisatie Kinderopvang is blij met de uitspraak. Toch zijn de meeste kinderdagverblijven niet verzekerd van compensatie. "Het overgrote deel was van het zware type. Dan denk je aan 95 procent."
Daarom roept de raad de minister op om met de gebruikers van de zwaardere Stints te overleggen over schadevergoeding.
Reactie ministerie
Het ministerie laat weten dit advies ter harte te nemen en met de gebruikers van de lichte en de zwaardere Stints en de fabrikant in gesprek te gaan.
Alleen al voor de 170 kinderdagverblijven bedraagt de schade 100.000 euro per instelling, zei Bijlsma maandag in Nieuwsuur. De fabrikant is zo goed als failliet.
Ongeluk Oss
Toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen trok in 2019 het besluit om de elektrische bolderkar in het verkeer toe te laten definitief in, vanwege een ernstig ongeluk in Oss. Een Stint met acht kinderen en een bestuurder kwam bij een spoorwegovergang in Oss niet op tijd tot stilstand. Vier kinderen kwamen daarbij om. Waarom deze Stint niet stopte is nog altijd onduidelijk.
De rechtbank Noord-Nederland oordeelde in maart van dit jaar dat het besluit van de minister om de Stint van de weg te halen onzorgvuldig was. Het ministerie had in 2011 bij de keuring fouten gemaakt, maar toch toestemming gegeven voor het gebruik op de weg. Daardoor mochten de fabrikant en de kinderdagverblijven ervan uitgaan dat ze het voertuig veilig konden gebruiken.
De minister kreeg opdracht om een nieuw besluit te nemen, waarin een schadevergoeding voor de fabrikant en de kinderdagverblijven was opgenomen. Het ministerie ging in hoger beroep.
Lichte Stints
Net als de rechtbank Noord-Nederland zegt de Raad van State dat de technische keuring van de lichte Stint in 2011 "volstrekt onder de maat" is geweest. De minister had dat acht jaar later bij de intrekking van het toestemmingsbesluit moeten erkennen.
Ook had ze moeten zeggen dat gebruikers van de lichte Stints niet voor de schade zouden opdraaien en dat de fabrikant zijn schade niet, of in ieder geval niet helemaal, voor zijn rekening hoefde te nemen.
Zwaardere Stints
De zwaardere Stints zijn officieel nooit goedgekeurd voor gebruik in het verkeer. De toelating in 2011 gold alleen voor de lichte Stint, zegt de raad met een verwijzing naar de Wegenverkeerswet.
Maar dat wist vrijwel niemand. Het stond zelfs verkeerd in de Staatscourant, waarin de wetten en besluiten van de regering worden gepubliceerd. Daarin kwam te staan dat voertuigen van het merk Stint toestemming hadden om op de weg te rijden, in plaats van voertuigen van het lichte type Stint.
"De schade van de gebruikers van zwaardere Stints is dus in elk geval voor een deel aan het handelen van de minister te wijten", schrijft de raad.
Niet weer naar de rechter
De gebruikers van de zwaardere Stints kunnen voor een schadevergoeding naar de rechter stappen, maar de raad is daar niet voor. Gebruikers van verschillende typen Stints (de lichte en de zwaardere) moeten dan verschillende wegen bewandelen om hun schade vergoed te krijgen.
De raad vindt dat de minister met alle gebruikers moet overleggen om tot een zo goed mogelijke schaderegeling te komen.