Mensenrechtentulp 2021 voor Ugandese advocaat Opiyo
De Ugandese activist en mensenrechtenadvocaat Nicholas Opiyo ontvangt dit jaar de Mensenrechtentulp, een jaarlijkse onderscheiding van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Bij de prijs, bedoeld om "moedige mensenrechtenactivisten te steunen", hoort een geldbedrag van 100.000 euro en een bronzen tulp.
Opiyo is directeur van Chapter Four Uganda, een organisatie die zich inzet voor de vrijheden van burgers en verbetering van mensenrechten. Hij verdedigt mensenrechtenactivisten die in Uganda worden vervolgd, en mensen die een conflict hebben met de overheid en niet in staat zijn voor zichzelf op te komen.
Anti-homowetgeving
Ook verzette hij zich met succes tegen de introductie van anti-homowetgeving in Uganda. "Dankzij Nicholas is die wet er nooit gekomen", zei minister Knapen bij de uitreiking van de prijs. "Zijn werk heeft ertoe geleid dat de lhbti-gemeenschap in Uganda zich sterker voelt."
Opiyo speelde daarnaast een belangrijke rol bij het strafbaar stellen van marteling in Uganda, zegt Buitenlandse Zaken.
Nicholaas Opiyo is 37 jaar. Hij groeide op tijdens de burgeroorlog. Veel kinderen werden in die tijd ontvoerd door rebellen van de Lord's Resistance Army (LRA) en ingezet als kindsoldaat. Zelf bleef hij uit handen van de groep.
Hij besloot advocaat te worden toen zijn vader door regeringssoldaten werd opgepakt op beschuldiging van landverraad. Samen met anderen werd zijn vader zonder eten vastgehouden in een stadion en mishandeld. Opiyo was daar naar eigen zeggen getuige van; door een spleet in de muur van het stadion zag hij wat er met de gevangenen gebeurde. Na enkele dagen werd zijn vader vrijgelaten.
Bedreigd en afgeluisterd
Door zijn werk als activist en mensenrechtenadvocaat komt Opiyo geregeld in conflict met de Ugandese overheid. Hij is bedreigd en afgeluisterd. Een jaar geleden werd hij in de aanloop naar de verkiezingen gearresteerd en beschuldigd van witwassen. Het bewijs daarvoor is nooit geleverd en Opiyo werd vrijgelaten.