Italiaanse justitie maakt werk van mogelijke transferfraude van Juventus
Opnieuw zit Juventus in de beklaagdenbank. Italiaanse opsporingsdiensten hebben in opdracht van justitie kantoren van de Italiaanse topclub in Turijn en Milaan doorzocht en documenten in beslag genomen.
Juventus wordt ervan verdacht tussen 2019 en 2020 gerommeld te hebben met de transferwaardes van spelers om zo de jaarrekening op orde te krijgen. Voorzitter Andrea Agnelli, vicevoorzitter Pavel Nedved en voormalig technisch directeur Fabio Paratici, nu in dienst van Tottenham Hotspur, zijn de verdachten in de zaak.
Boekhoudkundige trucs
De verdenkingen komen niet uit de lucht vallen. Met name in de zomer van 2020, toen ook veel topclubs in financieel zwaar weer terechtkwamen door de gevolgen van de coronapandemie, trokken een aantal opvallende transacties de aandacht.
Zo werden meteen veel vragen gesteld bij een 'ruildeal' tussen Juventus en Barcelona. De Braziliaan Arthur ging daarbij naar de Serie A-club, terwijl de Bosniër Miralem Pjanic de omgekeerde weg bewandelde. Die transactie bood beide clubs een groot boekhoudkundig voordeel.
De reden daarvoor is dat de uitgaven aan spelers in de boekhouding van clubs - net zoals dat het geval is bij machines in een fabriek - worden uitgespreid over de duur van het contract. Zo wordt de transfersom, tekengeld en salaris van een speler uitgesmeerd over meerdere jaren.
Transferinkomsten worden echter direct op de jaarrekening bijgeschreven en daardoor kunnen clubs op korte termijn hun cijfers oppoetsen. In dit specifieke geval ging Arthur voor 72 miljoen de boeken in bij Barcelona, dat toen al met een miljoenenschuld kampte.
Voor Pjanic werd een transferbedrag van 60 miljoen genoteerd in de Turijnse boekhouding. Omdat de nog resterende boekwaarde van beide spelers ook meteen kon worden geschrapt, zou deze 'ruildeal' Barcelona en Juventus een voordeel hebben gegeven van 50 miljoen euro. Op papier dan.
Matthijs de Ligt was in 2019 de belangrijkste zomeraankoop van Juventus. De verdediger werd voor ruim 85 miljoen euro overgenomen van Ajax.
Een jaar eerder tastte Juventus bijzonder diep in de buidel voor onder anderen Cristiano Ronaldo (117 miljoen euro), Douglas Costa (40 miljoen euro), Leonardo Bonucci (35 miljoen euro) en João Cancelo (40 miljoen euro).
Cancelo werd in de zomer van 2019 alweer doorverkocht aan Manchester City voor 65 miljoen euro, terwijl Danilo voor 35 miljoen euro de omgekeerde weg belandde. Ook bij die deal werden al snel vragen gesteld.
Niet voor het eerst
De club heeft nog niet gereageerd op de beschuldigingen en het onderzoek. Juventus speelt zaterdagavond om 18.00 uur in de Serie A een thuiswedstrijd tegen Atalanta.
Het is niet voor het eerst dat Juventus wordt beschuldigd van vals spel. In 2006 bleek directeur Luciano Moggi de spil in de Calciopoli-zaak, waarbij arbiters in de Serie A werden gemanipuleerd.
Juventus raakte naar aanleiding van die zaak de landstitel kwijt en werd teruggezet naar de Serie B. Ook AC Milan, Fiorentina en Lazio werden gestraft voor hun betrokkenheid bij de zaak.
Wie dieper in de boeken wil duiken en meer wil weten van de boekhoudkundige achtergronden van voetbaltransfers, kan terecht bij het Brits-Zwitserse twitteraccount @SwissRamble.
Zo werd op dit account de ruildeal van Arthur en Pjanic in de zomer van 2020 al uitvoerig uitgelegd.