Ondanks corona boeken farmaceuten vooruitgang op het gebied van antibiotica
De grootste farmaceutische bedrijven hebben de afgelopen twee jaar meer gedaan dan daarvoor om nieuwe antibiotica en antischimmelmiddelen te ontwikkelen. Ze hebben zich ook meer ingespannen om de toegankelijkheid van bestaande middelen in armere landen te vergroten, al blijft dat een groot probleem.
Dat blijkt uit de tweejaarlijkse AMR Benchmark van de Access to Medicine Foundation. Gezien het beslag van de coronapandemie op de menskracht en middelen van farmaceutische bedrijven is dat onverwacht goed nieuws. Ook sommige fabrikanten van generieke medicijnen, patentloze middelen die massaal geproduceerd worden, hebben progressie geboekt.
Bestaande middelen niet of slecht toegankelijk
Onder de nieuwe middelen in ontwikkeling zijn een antibioticum van GSK tegen resistente gonorroe en een antischimmelmiddel van Pfizer tegen de in ziekenhuizen veel voorkomende en gevaarlijke schimmel Candida auris.
Verder zijn onder meer vaccins in ontwikkeling tegen darminfecties door resistente E. coli- en 'Clostridium difficile'-bacteriën.
Tegelijk zijn veel bestaande middelen niet of slecht toegankelijk in 102 arme- en middeninkomenslanden. In die landen samen woont vier vijfde van de wereldbevolking. Farmaceutische bedrijven registreren er hun middelen vaak niet of niet allemaal, omdat ze de potentiële verdiensten te laag vinden.
Hardst nodig, minste beschikbaar
Juist in arme- en middeninkomenslanden doen zich de meeste problemen voor rond antibioticagebruik. Een deel van de bevolking neemt de middelen te vaak of op een onjuiste manier. Dat bevordert het ontstaan van antibioticaresistentie, een natuurlijk proces dat hand in hand gaat met antibioticagebruik.
Een ander deel heeft geen toegang tot antibiotica. En sommige middelen zijn er dus helemaal niet op de markt. Dat veroorzaakt sterfte door infectieziekten die goed behandelbaar zijn.
Die slechte beschikbaarheid van antibiotica komt doordat lage- en middeninkomenslanden geen hoge prijzen kunnen betalen. Maar het vloeit ook voort uit de aard van antibiotica, geneesmiddelen die een infectie in relatief korte tijd genezen. Ze worden vaak maar kort gebruikt, in tegenstelling tot middelen tegen chronische ziekten als diabetes, bloeddrukverlagers en tal van kanker- en reumamedicijnen. Die andere medicijnen zijn daarom financieel aantrekkelijker voor de industrie.
De benchmark vergelijkt de prestaties van zeventien grote farmaceuten in de strijd tegen antibioticaresistentie én hun inspanning om bestaande middelen in arme en middeninkomenslanden voor een betaalbare prijs op de markt te brengen.
Net als eerder presteert GlaxoSmithKline het best, op de voet gevolgd door Pfizer waar sinds 2019 een nieuwe bestuursvoorzitter het bedrijf een andere koers laat varen op het gebied van antibiotica.
Pfizer heeft nu dertien antibiotica en antischimmelmiddelen in ontwikkeling, tegen acht in 2019. Dat komt deels door de aankoop van innovatieve middelen van kleine biotechnologiebedrijven. Het bedrijf heeft ook de meeste middelen in de laatste onderzoeksfase.
Bovendien liggen er plannen klaar om die te registreren in arme landen, er eerlijke prijzen voor te vragen gebaseerd op de inkomens daar en maatregelen om leveranties te garanderen en antibioticagebruik te bevorderen. Andere farmaceuten maken ook steeds vaker zulke plannen. Volgens de onderzoekers lijkt dit de standaardaanpak te worden.
Op dit moment bestaat maar voor een derde van alle bestaande antibiotica en antischimmelmiddelen een pakket maatregelen om ze toegankelijk te maken in armere landen.
Lozingen groot probleem
Ruim de helft van de onderzochte bedrijven heeft maatregelen genomen om het ontstaan van antibioticaresistentie tijdens het productieproces te beperken door lozingen te verminderen.
Abbott dwingt zijn toeleveranciers daarover een contract te tekenen. Het Japanse Shinogi publiceert gegevens over het respecteren van de gestelde normen op eigen productielocaties.
GSK geeft aan dat 93 procent van zijn toeleveranciers zich aan de lozingslimieten houdt. Verder is het beeld op dat gebied ongunstig: slechts een op de twintig betrokken toeleveranciers en grondstoffenproducenten respecteert de milieunormen.