Het failliet van een generatie bevoorrechte trainers: 'Ik mis de bezetenheid'
Frank de Boer, Phillip Cocu, Giovanni van Bronckhorst, Mark van Bommel en Jaap Stam hadden allemaal een rijke loopbaan als voetballer en ook als beginnend trainer werd hen een glorieuze toekomst voorspeld. Maar na mislukte buitenlandse avonturen zit het kwintet nu werkloos thuis. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Het was een nobel streven van Johan Cruijff om zich eind jaren negentig hard te maken voor een versnelde trainerscursus voor oud-internationals. Zelf kreeg hij als enige het papiertje zo goed als voor niets en was hij de (terechte) uitzondering op de regel. Andere oud-topvoetballers werden geacht een lange en zware opleiding te doen bij de KNVB.
Privilege
Cruijff kreeg bijval van onder anderen Guus Hiddink, die destijds bondscoach was van het Nederlands elftal. "Er dreigde toen een generatie met onder anderen Ronald Koeman en Frank Rijkaard verloren te gaan", zegt Hiddink nu. "Ze hadden namelijk geen trek in een zesjarige cursus met ook nog een stage daartussendoor. Toen hebben we bij de KNVB groen licht gekregen voor een versnelde cursus."
Ook de latere generaties maakten dankbaar gebruik van dit privilege. Zo kon het dat Cocu en Van Bommel vijf jaar nadat ze gestopt waren met voetballen hoofdtrainer werden bij PSV, datzelfde gold voor Van Bronckhorst bij Feyenoord. De Boer was zelfs vier jaar na zijn afscheid als voetballer al eindverantwoordelijke bij Ajax.
Roemloos in buitenland
In Nederland behaalden deze trainers meerdere successen, maar zodra ze een voet op buitenlandse bodem zetten, ging het zonder uitzondering mis en restte een roemloze aftocht. Ook generatiegenoten Clarence Seedorf, Edgar Davids en Patrick Kluivert kunnen hierover meepraten. Hiddink, die al deze spelers onder zijn hoede had, noemt het doodzonde.
"We wilden met de versnelde cursus dat grote spelers werden behouden voor het Nederlandse voetbal. Dat ze nu allemaal zijn ontslagen en werkloos thuis zitten is een enorme aderlating. Maar ik vind het te kort door de bocht om dat te wijten aan de versnelde cursus, want iedere trainer heeft zijn eigen verhaal."
Toch heeft de KNVB de toelatingseisen voor de trainersopleiding in 2017 aangescherpt. Voorheen kon een oud-international met meer dan veertig interlands instromen bij de UEFA PRO-opleiding, waarmee je een profclub in Europa mag coachen.
Nieuwe cursisten worden nu minder beoordeeld op hun ervaring als speler en meer op basis van hun opleiding en ervaring als trainer. Oud-internationals kunnen alleen nog versneld instromen op de UEFA A opleiding, na de UEFA PRO de hoogste trainersopleiding.
"In het verleden kon je aan de hand van een matrix punten scoren om toegelaten te worden", licht Dennis Demmers toe. Hij is oud-trainer van Go Ahead Eagles en sinds drie jaar hoofddocent van de UEFA PRO-opleiding. "Daarbij had een oud-voetballer een behoorlijke voorsprong ten opzichte van anderen."
"Maar we hebben de matrix weggehaald. Nu moet je aan de toelatingseisen voldoen en dan krijg je in tegenstelling tot voorheen een gesprek. In zo'n gesprek en de daaropvolgende opleiding is iedereen gelijk."
Niet makkelijk handhaven
Een goede ontwikkeling vindt oud-trainer Aad de Mos, die met Guus Hiddink, Louis van Gaal en Dick Advocaat onderdeel was van een gouden generatie voetbaltrainers.
"Ik mis de bezetenheid voor het vak bij deze generatie oud-voetballers. Ik heb zelf de gehele opleiding gedaan bij de KNVB en daarnaast was ik gymnastiekleraar in de Schilderswijk in Den Haag. Geloof me, in zo'n klas is het niet makkelijk om je te handhaven. Het is vergelijkbaar met een spelersgroep."
Laag instappen lijkt me een verstandige weg.
Hiddink vindt het moeilijk om van een afstand te beoordelen of deze generatie de didactische bagage mist en dus moeite heeft om de boodschap over te brengen op de spelers. Feit is wel dat ook hij een verleden heeft in het onderwijs.
"Ik ben twaalf jaar gymleraar geweest op een school voor moeilijk opvoedbare kinderen. Ik heb daar later heel veel aan gehad. Je leert hoe je het beste uit een groep kinderen haalt met heel veel tegenstrijdige karakters. In feite, en dat zeg ik licht ironisch, is dat hetzelfde als een groep voetballers managen."
Volgens Hiddink gaat het ook om interesse. "Ik lette als speler al op hoe trainers met groepen omgingen en hoe ze het tactisch en strategisch neerzetten. Ik heb toen veel aantekeningen gemaakt. Ook van hoe het niet moest..."
Weg der geleidelijkheid
Naast de didactische bagage en bezetenheid ziet De Mos nog een andere gemene deler bij de generatie De Boer. "Ze zijn allemaal hoog ingestapt en waren al vroeg trainer van topclubs. Ik zal altijd voor de weg der geleidelijkheid gaan."
Hiddink: "Als je hoog instapt betekent het ook gelijk hoog presteren. Die clubs hebben in hun beleid staan dat ze een keer in de drie jaar kampioen moeten worden. Laag instappen lijkt me een verstandige weg. Kijk naar Peter Bosz. Die heeft via de eerste divisie de weg naar de top heel geleidelijk opgebouwd."
Als Ten Hag straks succes heeft in het buitenland zullen andere Nederlandse trainers daarvan profiteren.
Toeval of niet, Peter Bosz is na het ontslag van Mark van Bommel bij VfL Wolfsburg en Ronald Koeman bij FC Barcelona de enige Nederlandse trainer in een grote competitie. Voor de KNVB is dat echter geen reden tot paniek.
"Natuurlijk willen we, ondanks dat we opleiden voor de Nederlandse markt, zoveel mogelijk trainers in het buitenland", zegt Thomas van der Staak, manager van de KNVB Academie. "We proberen onze cursisten met maatwerk zo goed mogelijk voor te bereiden. Maar ik zie het als een rijbewijs. Als je dat hebt gehaald dan is de basis er, maar moet je het daarna nog wel ervaren."
"Het is net als met voetballers een golfbeweging. Het ene jaar zijn er meer Nederlandse trainers in het buitenland actief dan het andere jaar. Zo loopt dat."
Hollandse hoop
Ook Peter Bosz zelf is hoopvol. "Ik zie het Ajax van Erik ten Hag ook internationaal voetballen. Wat ik Hollandse School vind, is dat je durf en lef toont en initiatief neemt. Als ik het Feyenoord van Arne Slot nu zie, ook tegen Union Berlin wat geen slechte ploeg is, dan geniet ik daarvan. De goede trainers komen er wel weer aan."
Het is dus niet alleen kommer en kwel. Het goede presteren van Ten Hag met Ajax in Europa en de prestaties van het Nederlands elftal zijn essentieel voor de toekomst van het Nederlandse trainersgilde.
"Als Nederland Europees kampioen wordt, is er een enorme vraag naar Nederlandse coaches", zo heeft De Mos in 1988 ervaren. "En als Ten Hag straks succes heeft in het buitenland dan zullen andere Nederlandse trainers daarvan profiteren. Honderd procent. Alle hoop is dus gevestigd op Ten Hag en het Nederlands elftal."
Pareltje
Maar ook in de generatie oud-topinternationals loopt er een pareltje rond. Hiddink en De Mos noemen apart van elkaar Ruud van Nistelrooij, die nu trainer is bij Jong PSV.
"Ik zie hem bezig op trainingen en hij leert het vak op een rustige manier. Voor hem is het nu zaak om de weg der geleidelijkheid te blijven volgen. Hij moet 24 uur per dag bezig zijn met het vak. Overal van op de hoogte zijn. De goede mensen om je heen verzamelen die je ondersteunen in de facetten waar je niet bedreven in bent. Als hij daarin slaagt, dan zie ik in hem een toekomstig toptrainer", klinken de stichtelijke woorden van De Mos.