Schaatsbond zoekt nieuwe ijsmeesters: 'Ik kan het niet meer'
Steeds minder mensen weten hoe je een natuurijsbaan maakt op een ondergelopen weiland of een skeelerbaan. Die kennis zit vooral bij oudere ijsmeesters. Reden voor schaatsbond KNSB om het vergrijzend bestand te verjongen.
Ook in het Brabantse Bladel weten ze: zonder ijsmeesters geen natuurijs. IJsmeester Jules Broens (72) is al gestopt, maar heeft ondanks herhaalde oproepen nog geen opvolger kunnen vinden. "Alles staat klaar voor als het gaat vriezen: de spullen, de waterput, de verlichting. We hebben ook genoeg geld, lokale ondernemers sponsoren zelfs de chocolademelk. Maar aan geld heb je niks als je geen mensen hebt", weet Broens.
Veertig jaar verzorgde hij het natuurijs in Bladel. Eerst op het voetbalveld, later midden in het dorp op een skeelerbaan. Maar het gaat niet meer. "Ik heb twee jaar geleden een openhartoperatie moeten ondergaan. Ik kan de klus 's nachts niet meer alleen aan. Je moet het ijs laag voor laag nevelen en tussendoor wachten. Dan heb je de volgende ochtend een ijsvloer van 1,5 centimeter."
De Bladelse ijsmeester heeft echt alles geprobeerd om een opvolger te vinden, maar niemand wil die verantwoordelijkheid nemen, zegt hij. "Als de baan er ligt, is het helemaal hosanna. Maar mensen willen maar een dagje helpen, niet de kar trekken."
En wat als het deze winter gaat vriezen? "Dan heeft Bladel geen ijsbaan. Ik kan het niet meer."
IJsmeester Jules Broens toonde zich eerder dit jaar geëmotioneerd voor de camera van Omroep Brabant:
Niet alleen in Brabant, overal in Nederland dreigt een tekort aan enthousiaste ijsmeesters, signaleert de schaatsbond. Daarom starten ze vandaag met een wervingscampagne om jonge ijsmeester op te leiden.
Pauline van der Zant is het gezicht van dit charmeoffensief. Ze is jong en vrouw en mag zich ijsmeester noemen: "Bij onze ijsclub in Leiderdorp realiseren ze zich dat jong bloed belangrijk is. In een cursus van de KNSB en van de 'oude rotten' heb ik geleerd hoe het moet, zo'n ijsbaan aanleggen. Die kennis mag niet verloren gaan", zegt ze in het NOS Radio 1 Journaal.
Ze weet dat de vrijwilligersbaan hard werken is, zeker wanneer je het combineert met een betaalde baan in het onderwijs, zoals zij dat doet. "Ja, ijsmeester is geen 9-tot-5-baan. Maar als je van schaatsen houdt, dan is het prachtig om te kunnen zeggen: 'We gaan open!'"
Die strijd om als eerste een natuurijsbaan te openen, kennen ze ook in het Groningse Noordlaren. Samen met het Twentse Haaksbergen en het Drentse Veenoord strijden ze ieder jaar om als eerste een marathon op natuurijs te organiseren. "Ja, daar doen we het voor", zegt voorzitter Jan-Geert Veldman van IJsvereniging De Hondsrug.
"Wij rijden als het vriest met een man of tien nachtenlang rond, om het ijs laagje voor laagje aan te brengen. Kars Kroeze (53) is onze ijsmeester, maar mijn zoon van 18 jaar rijdt nu ook al mee. Zo leert de jonge garde van de oudere garde", aldus Veldman.
De interesse is er bij zijn zoon met de paplepel ingegoten; Jan-Geert is al 25 jaar voorzitter van de ijsvereniging. "Jongeren komen steeds minder met schaatsen in aanraking, simpelweg omdat het minder vaak vriest in Nederland", zegt de voorzitter. "En als je als 15-jarige nog nooit op de schaats hebt gestaan, dan is het ook niet gek dat je er geen interesse in hebt. In Noordlaren is dit anders, omdat we vaker natuurijs hebben in de winter."
Toch blijft het voor de vrijwilligers aanpoten, zo midden in de nacht. "We maken het 's nachts bijzonder gezellig met een worstje en een biertje erbij", zegt de voorzitter. Maar niet iedereen houdt dat vol, als de vorst aanhoudt. "De eerste nacht is het drukstbezocht. De derde nacht wordt dat al rap minder."