'We willen de Tour een keer winnen, dat blijft voor ons de heilige graal'

Aan welke renners of kopmannen hij precies dacht, wilde Richard Plugge nog niet direct verklappen. Maar net na afloop van de presentatie van de volgende Tour de France, stak de ploegbaas van Jumbo-Visma de ambities van zijn team niet onder stoelen of banken. "De Tour is de heilige graal, die willen we heel graag een keer winnen. We moeten er met het sterkste team naartoe."

Primoz Roglic zal de kopman zijn, maar wie moeten de Sloveen allemaal ondersteunen? De Nederlandse formatie heeft de luxe te kiezen uit toprenners als Wout van Aert, Rohan Dennis, Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk, Sepp Kuss en Jonas Vingegaard. Om er een paar te noemen.

Maar hoe sterk de trein ook zal zijn, het biedt geen garantie. Dat bleek in 2020, toen Roglic de eindzege al praktisch op zak had, totdat Tadej Pogacar iedereen naar huis fietste in de afsluitende tijdrit. En in 2021 zat een valpartij van de Sloveen de ambities van de Nederlandse ploeg dwars.

Wat gaat Jumbo in 2022 anders doen? "Het is al enige tijd aan het borrelen. We hebben al geëvalueerd. Zonder een goede voorbereiding gaan we zeker niet winnen. We moeten geluk en pech zoveel mogelijk uitsluiten. En: we moeten met de sterkste ploeg aan de start staan."

De ambities zijn duidelijk. En nu het parcours bekend is, somt Plugge de uitdagingen onderweg op: "Er zit van alles in. Vlakke ritten, waaieretappes in Denemarken en richting Calais, kasseien, aankomsten bergop, tijdritten."

Eén nadrukkelijke wens van Jumbo-Visma is niet opgevolgd door de parcoursbouwers: "Die ploegentijdrit van honderd kilometer zit er niet in", knipoogt Plugge.

Over het aantal bergetappes mag Jumbo niet klagen: zes, waarvan er vijf bovenop een berg eindigen. "Er zitten mooie lange etappes in met veel bergen, de rit naar de Galibier bijvoorbeeld. En Alpe d'Huez op de nationale feestdag Quatorze Juillet."

Verrassend of niet, ook de belangrijkste concurrent van Jumbo, Pogacar, keek al uit naar de 109de editie. "Ik heb er zin in. Sprintetappes, waaierritten, kasseien. Ik denk dat het een fantastische Tour wordt. Hoe ik op de kasseien ben? Dat gaan we volgend jaar wel zien. Ik ga ze wel verkennen."

Ook Alpe d'Huez kijkt hij naar uit. "Ik weet dat het een Nederlandse berg is. Het zal een gekkenhuis worden met de fans. Dat hoop ik althans."

Bij de formatie van Deceuninck-QuickStep, de ploeg met onder anderen Julian Alaphilippe en Remco Evenepoel in de gelederen, klonken opvallend minder positieve geluiden. "Deze Tour is héél lastig", stelde teambaas Patrick Lefevere tegen Het Nieuwsblad. Hij was niet te spreken over de elf kasseistroken in etappe vijf. "Voor ons zou dat goed kunnen zijn, maar in een grote ronde horen ze toch niet echt thuis."

"Een strook of twee, drie, okee. Maar elf? Dat zijn er veel. Daar kan je de Tour al verliezen. Ook die gravel... Hou het bij wegwielrennen. Ik kan begrijpen dat ze sensatie zoeken, maar toch."

Jakobsen?

Lefevere noemt Alaphilippe en Evenepoel niet en denkt bovendien niet dat zijn ploeg een renner voor het klassement heeft. "Er is wel een Mattia Cattaneo of zo. Die jongens kunnen rond de tiende plaats rijden, maar wie ligt daarvan wakker? We gaan dus zo veel mogelijk ritten winnen."

Met dat laatste doel voor ogen, komt Fabio Jakobsen in beeld. De Nederlander is de beoogde sprinter voor de Tour. "Of ik veel sprintetappes zie? Niet zo veel hè. Een spurt of vier, vijf. Maar het zijn de renners die de koers maken."