Blaak blikt terug op hockeydebacle Tokio: 'Eerder aan de bel moeten trekken'
Hij zit nog in de inventarisatiefase, vertelt Jeroen Delmee, de nieuwe bondscoach van de hockeymannen. Dus vraag hem na zijn pas tweede training met Oranje niet naar wie zijn eerste doelman wordt. Maar dat hij vooralsnog niet verder kijkt dan de drie keepers die hij heeft geselecteerd, wil Delmee wel prijsgeven.
"Ik denk dat we met Pirmin Blaak, Maurits Visser en Derk Meijer - op volgorde van ervaring - drie goede keepers hebben. Een mooie mix die met elkaar de strijd aan kan gaan. Uiteindelijk moeten we over drie jaar in Parijs de beste hebben. Want daar kijken we natuurlijk sterk naar."
Dat doet de oudste van de drie uitverkorenen ook heel nadrukkelijk. Blaak, 33 jaar inmiddels, heeft zijn zinnen op een prachtig olympisch toernooi in 2024 gezet. Niet in de laatste plaats omdat het in Tokio helemaal misging met de hockeyers, die door Australië in de kwartfinales uit het toernooi werden geknikkerd. Een debacle noemt de doelman het zelfs.
"We wonnen het EK en gingen met een goed gevoel richting de Spelen. Maar daar hebben we de favorietenrol voor onszelf niet kunnen waarmaken. Als je niet eens de kwartfinales doorkomt, is het zeker een debacle. We hebben het na het EK echt wel met elkaar laten liggen. Dat is gewoon zonde."
Na enkele evaluaties heeft Blaak wel een idee waar het aan heeft gemankeerd. "We zijn na het EK naar Madrid geweest voor een stage. We hebben daar twee oefenpotten gespeeld tegen Spanje, maar dat waren niet onze beste wedstrijden. Ik denk dat we in die fase aan de bel hadden moeten trekken."
Geen twijfels
"Dat hebben we niet gedaan. Misschien ook omdat we het vertrouwen hadden van 'het komt goed'. Maar ja, het kwam niet goed..."
Enkele routiniers zetten na Tokio een punt achter hun interlandloopbaan, anderen deden - al dan niet tijdelijk - een stapje terug. Maar zo niet de sluitpost van Oranje-Rood, die niet lang hoefde na te denken over een vervolg bij Oranje. "Nee, eigenlijk niet."
"Ik vond het heel confronterend om te zien dat TeamNL heel succesvol was. Daar had ik graag bij willen staan. Dat is ook nog steeds mijn droom en dat was voor mij het vuurtje. Ik hoefde dan ook niet lang na te denken om aan dit traject te beginnen."
Pluim
Delmee kende evenmin twijfels. "Hij is een keeper op leeftijd", beseft ook de bondscoach. "Maar ik ken heel veel keepers die op latere leeftijd alleen nog maar beter zijn geworden. Het is een ervaringsvak, je moet dingen meemaken."
"Keepen is voor mij niet alleen 'hoe stop ik een bal'. Het zit 'm ook in keuzes maken: wanneer kom ik uit, wanneer kom ik niet uit, wat doe ik bij corners, de baas zijn in je eigen cirkel."
Na een gesprek met de sluitpost was Delmee er snel uit. "Pirmin gaf zelf direct aan dat hij nog door wil en dat er een nog betere Pirmin in het vat zit. Ik vind ook dat-ie het verdient om in deze groep te zitten na wat hij heeft laten zien in Tokio en op het EK."
Om er een veelzeggende pluim aan toe te voegen. "Ik vind eigenlijk dat hij het EK voor Nederland heeft gewonnen."
Andersom is Blaak ook gecharmeerd geraakt van de nieuwe man aan het roer. "Hij was natuurlijk recordinternational van Nederland. Dus hij heeft een bak aan ervaring. Hij is een hockeydier, merk je gelijk in de training. Dat is lekker om te voelen. Het is nieuwe energie en dat doet vaak goed."
Stenen niet omgedraaid
Bij zijn aantreden liet Delmee, wiens 401 interlands later alleen nog werden overtroffen door de 453 van Teun de Nooijer, zich kritisch uit over de Nederlandse prestatie op de Spelen. Hij plaatste onder meer vraagtekens bij de mentaliteit.
"Ik denk dat we in de laatste fase richting Tokio alles hebben gegeven als spelers," reageert Blaak. "We hebben misschien wel een aantal stenen niet omgedraaid die wel omgedraaid hadden moeten worden. Maar iedereen is er volle bak voor gegaan."
"Maar ik vind het heel goed dat er kritisch naar ons wordt gekeken. Beter dan een fluwelen handschoen. Het is zijn waarneming en het is aan ons om te laten zien of hij wel of niet gelijk heeft."
Met zijn ruime ervaring lijkt Blaak een voorsprong te hebben op de 26-jarige Maurits Visser en de 24-jarige Derk Meijer. Maar hij rekent zich niet bij voorbaat rijk. "Als je lange tijd meeloopt, weet je dat je altijd moet vechten voor je plek. Dat vind ik ook het lekkerste."
Messen slijpen
"Ik heb wel gezien dat als ik het vertrouwen krijg - kijk naar het WK van 2018 en het EK en de Olympische Spelen van dit jaar - dat ik zelf een goed niveau kan halen. En ik wil eigenlijk nog beter. Ik hoop dat Jeroen en ik en de andere keepers dat in elkaar los kunnen maken."
En dan gloriëren op de Olympische Spelen. "Ja, Parijs is de stip op de horizon. Maar er zijn nog heel wat tussenstations: de Pro League, het WK volgend jaar in India. Dat is een heel mooi meetmoment, daar wil je gewoon vlammen. Jeroen zei zelf ook al: we gaan daar niet naartoe om mee te doen. We gaan nu opnieuw beginnen. Kijken of we in anderhalf jaar tijd de messen goed kunnen slijpen."