Duurdere energie drijft inflatie op naar hoogste niveau in ruim 1,5 jaar
De prijzen die consumenten betalen voor goederen en diensten zijn in september verder opgelopen. De inflatie kwam uit op 2,7 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is het hoogste inflatiecijfer sinds eind 2019.
Dat de prijzen zo oplopen heeft alles te maken met elektriciteit, gas en andere brandstoffen die duurder zijn geworden. In september waren de prijzen van energie 19,4 procent hoger dan een jaar geleden. In augustus was het nog 13,7 procent.
Sinds september zijn de prijzen voor gas en olie op de handelsmarkten nog verder gestegen. Consumenten merken dat niet direct in hun energierekening. Bij de meeste variabele contracten worden de prijzen op z'n vroegst in januari aangepast. Bij consumenten met een vast contract loopt de prijs op zodra het contract afloopt.
Koopkracht
Als de prijzen oplopen is dat slecht voor de koopkracht van veel Nederlanders. De cao-lonen stijgen dit jaar vooralsnog met iets meer dan 2 procent. Als de inflatie langere tijd hoger uitkomt, betekent dat dat werknemers in hun portemonnee weinig overhouden van die loonsverhoging.
De inflatie in september werd gedempt door een daling van de prijzen die studenten betalen. Zij kregen van de overheid een 'coronakorting' op lesgeld, cursusgeld en collegegeld en waren daardoor minder geld kwijt dan een jaar eerder.