Trainersvak steeds complexer: 'Met van alles bezig, behalve wat je 't liefst doet'
Dat het trainersvak complex is, ervaart Ronald Koeman maar weer eens in het onrustige Barcelona. Of denk aan PSV-coach Roger Schmidt, die in elk interview zijn wisselbeleid moet verdedigen. Of aan de negativiteit vorig jaar rondom Dick Advocaat bij Feyenoord.
Afgelopen zomer was Frank de Boer de kop van Jut. Bij zijn aanstelling als bondscoach was het Nederlandse volk al niet overtuigd. De stemming na het debacle tegen Tsjechië in de achtste finales van het EK liet zich dan ook raden. Kort daarna stapte De Boer op.
Guido Albers, zijn zaakwaarnemer, was onlangs te gast in Branie, de podcast van het Parool over Ajax. Daarin ging het ook over De Boer. "Frank is sterk op het trainingsveld, spelers beter maken."
"Maar...", vervolgde Albers, "zijn uitdaging is het managen van een hele groep. Tegenwoordig is dat vijftig man aan wie je leiding moet geven. Hij haalt op dit moment veel meer plezier als veldtrainer dan als manager."
Alleen trainen is niet meer genoeg
Marco van Basten, voormalig Wereldvoetballer van het Jaar, moest erkennen dat het trainersvak te zwaar voor hem was. Hij kreeg hartklachten als gevolg van stress. "Als coach moet je een slavendrijver, een goede broer en een docent in één zijn", zei hij ooit.
Danny Blind, ontslagen als trainer van Ajax en bondscoach van het Nederlands elftal, weet uit ervaring ook dat het managen hem niet goed past, terwijl hij wordt geroemd om zijn kwaliteiten als veldtrainer en zijn tactische inzicht.
Er komen steeds meer randzaken bij voor een hoofdtrainer in de voetballerij, zo luidt de conclusie van de bijna 71-jarige Hennie Spijkerman. En als iemand dat kan zeggen, dan is het Spijkerman wel.
Tussen 1968 en 1977 was hij actief als voetballer. Daarna rolde hij direct het trainersvak in. Als hoofdtrainer bij clubs als VVV-Venlo, FC Emmen en PEC Zwolle. En als assistent bij onder meer Ajax (als rechterhand van De Boer), FC Groningen en sc Heerenveen, waar hij tot afgelopen seizoen werkzaam was.
Spijkerman heeft het vak van dichtbij zien veranderen. "Op een gegeven moment ben je met van alles bezig, behalve wat jij als trainer het liefst doet: met die gasten op het veld plezier beleven en ze beter maken."
Coach van de spelers, maar ook van de staf
Zo breidt de trainersstaf in zijn geheel steeds verder uit. "Toen ik begon zaten we met twee op de bank. We deden alles zelf. De trainingen voorbereiden, condities in de gaten houden, de coaching", vertelt Spijkerman.
"Nu zit je op de bank met wel zes, zeven mensen, die allemaal wat te vertellen hebben. En dat is niet altijd even makkelijk. Soms heb je een ambitieuze assistent die op termijn jouw stoeltje wil overnemen. Dus je bent niet alleen coach van de spelers, maar ook van je staf."
Als hoofdtrainer heb je verplichtingen richting de media, sponsoren, de club. Als assistent is dat anders, weet Spijkerman. "Als hoofdtrainer was ik vaak op de terugweg naar huis nog een uur aan het bellen. Als assistent kreeg ik nooit een telefoontje. Een verademing..."
In die functie voelt Spijkerman zich dan ook lekkerder. "Ik merkte dat het geneuzel eromheen niets voor mij was. Ik wilde doen waarom ik ooit trainer was geworden: lekker het veld op met die jongens."
'Wat Jantje op tv zegt, neemt het publiek over'
Een van de grootste veranderingen in de laatste jaren zit 'm in het medialandschap. "Op elke zender zit wel een analist met een mening. En wat Jantje op tv zegt, neemt het publiek over", stelt Spijkerman.
Albers, zaakwaarnemer van De Boer en Spijkerman, ziet dat uitspraken steeds meer uit hun verband worden getrokken en via social media de andere kant van de wereld bereiken. "En dat is dan de waarheid. Er wordt nooit meer gecheckt of iets echt zo is gezegd."
Uiteindelijk hebben trainers ook last van het moeras aan uitspraken, zegt hij. "Alleen degenen die stoïcijns hun eigen ding blijven doen, en die daarin ook over die kwaliteit beschikken, blijven overeind."
Welke adviserende rol kan een zaakwaarnemer daarin spelen, als het sentiment negatief is? "Lastig", zegt hij. "Kijk, toen Frank de Boer het bij Ajax halverwege het seizoen 2010/2011 kon overnemen van Martin Jol, zei ik tegen hem dat hij het lekker moest laten gaan."
"De sfeer was toen hartstikke slecht bij Ajax en ik dacht dat het beter zou zijn om te beginnen in het nieuwe seizoen. Maar Frank had het gevoel dat hij moest instappen."
"Frank deed het en begon aan de klus met een uitwedstrijd tegen AC Milan in de Champions League. Hij won met 0-2 en pakte uiteindelijk vier titels bij Ajax."
'Frank moet terug naar de basis'
Spijkerman, die succesvol met De Boer samenwerkte bij Ajax, kan zich goed vinden in de woorden van hun zaakwaarnemer, die De Boer in de toekomst eerder als veldtrainer ziet.
"Hij is bezeten van het spelletje en is een man die spelers beter wil maken. In mijn beleving is dat ook het beste voor hem: terug naar de basis. Toen ik hem in het buitenland steeds zag worden ontslagen, deed het mij ook pijn. Ik heb veel aan Frank te danken, een prima kerel. Maar hij raakt steeds verder van de basis af."
Als het aan Spijkerman ligt, gaat De Boer lekker in de luwte trainen. Hij kent wel een ervaren iemand die, naast wat tuinieren en sporten, wat tijd overheeft om als assistent te fungeren.
"Ik heb ondanks mijn leeftijd toch nog de ambitie om weer op het veld te staan. Dat kan ook prima ergens in de jeugd zijn." Samen met Frank de Boer aan de slag in de jeugd van Ajax? "Dat lijkt me perfect", antwoordt Spijkerman gekscherend.