'Niet 16.000, maar mogelijk 23.000 jaar geleden al mensen in Noord-Amerika'
Zestig voetafdrukken van prehistorische mensen zijn mogelijk het bewijs dat mensen veel eerder vanuit Azië naar Amerika zijn gekomen dan tot nu toe werd aangenomen.
De sporen werden enkele jaren geleden al ontdekt in het White Sands National Park in de Amerikaanse staat New Mexico. Wetenschappers hebben op verschillende manieren vastgesteld hoe oud de sporen zijn, onder andere door koolstofdatering van plantenzaden die in en tussen de voetafdrukken werden gevonden, schrijven ze in het tijdschrift Science.
Hun conclusie is dat er tussen de 23.000 en 21.000 jaar geleden al mensen in New Mexico rondliepen. Dat was tijdens de laatste grote ijstijd.
Het White Sands-gebied bestond toen uit een landschap vol riviertjes en kreken, waar ook mammoeten, grondluiaards, sabeltandtijgers en andere uitgestorven dieren rondliepen.
Tot nu toe werd aangenomen dat de eerste mensen op het Amerikaanse continent pas na de laatste grote ijstijd, ongeveer 16.000 tot 13.000 jaar geleden, via de drooggevallen Beringstraat van Azië naar Amerika zijn getrokken.
Nog geen tijd voor champagne
Niet alle wetenschappers zijn al overtuigd. Antropoloog Loren Davis van Oregon State University zei tegen Science News dat hij eerst bewijs van andere technieken wil zien "voordat de champagne opengaat".
"Dit soort dingen dwingen je om lesboeken te herschrijven", zei hij. "In het belang van ons vak, moeten we de lat hoog leggen." Maar als aanvullend bewijs de ouderdom van de voetafdrukken bevestigt, laat dat zien dat de mens een verbazingwekend vermogen heeft om onder extreme omstandigheden te overleven."