Voor het overgrote deel van de patiënten met een auto-immuunziekte die afweeronderdrukkende medicijnen gebruiken, werken coronavaccins prima. Deze mensen maken bijna net zo veel beschermende antistoffen aan als gezonde personen, stellen onderzoekers van Amsterdam UMC en bloedbank Sanquin.
Het gaat om de eerste resultaten van een uitgebreide landelijke studie. De voorlopige uitkomsten betekenen volgens de onderzoekers goed nieuws voor honderdduizenden patiënten met bijvoorbeeld reuma, long-, huid- of nierziekten.
Tot nu toe werd aangenomen dat zij door gebruik van afweerremmers minder goed reageren op coronavaccins. Maar de nog ongepubliceerde studie suggereert dat dit alleen geldt voor enkele van deze medicijnen.
Opluchting
"Sommige patiënten zullen altijd alert moeten blijven, omdat ze door hun medicatie minder antistoffen aanmaken. Maar de grootste groep mag opgelucht zijn", zegt onderzoeksleider en immunoloog Taco Kuijpers in het NOS Radio 1 Journaal. "Want de meesten van hen leven toch met een zekere angst."
In het onderzoek is alleen gekeken naar patiënten met een auto-immuunziekte. Daaronder vallen bijvoorbeeld niet mensen met (bloed)kanker, hiv, of het syndroom van Down of transplantatiepatiënten. Over deze groep werd vorige maand duidelijk dat een deel geen antistoffen en afweercellen aanmaakt na vaccinatie.
De studie telt 3000 deelnemers, maar de voorlopige resultaten zijn gebaseerd op gegevens van de eerste 1500 deelnemers. Gezien de onzekerheid bij patiënten over de werking van vaccins, hebben de onderzoekers nu al de voorlopige resultaten gedeeld.
'Afwachten hoelang immuunrespons duurt'
Hoogleraar vaccinologie Anke Huckriede (RUG), niet betrokken bij het onderzoek, is voorzichtig positief over de eerste resultaten. Het is volgens haar nog te vroeg voor harde conclusies, maar de berichten zien er veelbelovend uit.
"Nu is het afwachten hoelang de immuunrespons aanhoudt. Als er direct ook een goede respons is bij mensen die wel afweerremmers gebruiken, dan denk ik dat er goede kansen zijn dat ze ook op termijn beschermd zijn tegen het virus."
Volgende maand wordt het volledige onderzoek gepubliceerd. In het persbericht wordt ook benadrukt dat uiteindelijk mogelijk van meer geneesmiddelen blijkt dat ze de werking van inenting beperken.
Drie medicijnen
Volgens de onderzoekers is dat voorlopig het geval bij drie medicijnen. "Dat zijn gelukkig vrij uitzonderlijke medicamenten", zegt Kuipers. Het gaat specifiek om rituximab, ocrelizumab en fingolimod, middelen die bijvoorbeeld aan MS-patiënten worden voorgeschreven.
Overigens zijn ook patiënten die geen of minder antistoffen aanmaken na inenting enigszins beschermd volgens de onderzoekers. "Ook bij afwezigheid van antistoffen kan een ander type afweer bescherming bieden tegen covid-19, maar daar weten we nu nog te weinig van", wordt onderzoeker Filip Eftimov geciteerd in het persbericht.
'Geen derde prik nodig'
De bevindingen van de studie gaan wat Kuipers betreft gevolgen hebben voor wie in de toekomst uitgenodigd wordt voor een derde prik. De Gezondheidsraad komt volgende week met een advies welke patiënten daarvoor in aanmerking komen.
"De meeste mensen met een auto-immuunziekte die afweerremmers gebruiken, hoeven daarvoor dus niet uitgenodigd te worden. Ik neem aan dat dit mee zal worden genomen in het advies", zegt de immunoloog.
Volgens vaccinoloog Huckriede is het nog te vroeg voor deze conclusie. Daarvoor moet eerst duidelijk worden hoelang de via vaccinatie verkregen antistoffen bij deze patiëntengroepen aanwezig blijven.
'Positief dat het voor ons lijkt te werken'
Leen Salij van de Stichting Axiale SpA Nederland is in ieder geval blij met het nieuws. De stichting zet zich in voor patiënten met de reumatische auto-immuunziekte axiale SpA, waarbij ontstekingen aanwezig zijn in het bekken en de wervelkolom.
"We horen regelmatig van patiënten die zich zorgen maken over de effectiviteit van vaccins op mensen met auto-immuunziekten", vertelt Salij, die de ziekte zelf ook heeft. "Het is positief om nu te horen dat het vaccin voor ons ook goed lijkt te werken."