Nederlandse militairen hebben vorige maand zeker zes gezinnen weggestuurd van het vliegveld in Kabul, terwijl ze op de evacuatielijst stonden en voor evacuatie waren opgeroepen. Drie van deze zes gezinnen zitten nog steeds in Afghanistan. Dat blijkt uit gesprekken die de NOS had met familie van de gezinnen en andere betrokkenen, en uit documenten die zij hebben gedeeld.
In de chaotische situatie op het vliegveld na de inname van Kabul door de Taliban, kregen mensen te horen dat ze niet op evacuatielijsten te vinden waren. Door een tekort aan tolken konden identiteitskaarten niet worden gelezen.
De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie zeggen in een reactie dat de evacuatie plaatsvond onder zeer extreme en chaotische omstandigheden en dat ze niet kunnen ingaan op individuele gevallen.
Identiteitskaarten
Uit de gesprekken met de families komt naar voren dat Nederlandse militairen niet altijd een tolk bij zich hadden als ze de Afghaanse families op het vliegveld ontvingen. Daardoor konden ze identiteitskaarten in Arabisch schrift niet lezen of werden foute spellingen ingevoerd in de computer, waardoor mensen niet op de evacuatielijst leken te staan. Op de identiteitskaarten staan namen in het pasjtoe, een van de talen die in Afghanistan worden gesproken.
Gezinnen die eerst van het vliegveld werden weggestuurd, kregen een dag later opnieuw bericht van de Nederlandse ambassade dat ze toch welkom waren. Drie van de zes gezinnen konden daardoor alsnog naar Nederland komen.
De drie andere gezinnen probeerden het vliegveld ook te bereiken, maar dat lukte niet. De drie vaders zijn broers van elkaar en werkten in de beveiliging van Kamp Holland, de basis in de provincie Uruzgan waar jarenlang Nederlandse militairen waren gelegerd.
Een vierde broer, Nesar Ahmed, was daar rond 2010 commandant van 240 Afghaanse beveiligers. Hij woont sinds twee jaar in Nederland. Sindsdien probeerde hij zijn collega's, onder wie zijn broers, hiernaar toe te krijgen, omdat ze volgens hem door hun werkzaamheden in Kamp Holland gevaar liepen.
"Ik ben heel erg teleurgesteld in Nederland," zegt Ahmed. "Soms denk ik: had ik maar nooit voor ze gewerkt":
Twee van drie broers van Ahmed stonden op 24 augustus urenlang te wachten in een open riool bij het vliegveld, voordat Nederlandse militairen hen toelieten. Toen ze binnen waren, konden ze bij de controle alleen Afghaanse identiteitskaarten tonen met hun namen in Arabisch schrift. "Dat was voor de Nederlanders niet te lezen," zegt Ahmed. "De Duitsers hadden wel tolken bij zich en waren heel nauwkeurig de namen aan het controleren. Dat gebeurde bij de Nederlanders niet."
De derde broer had wel een identiteitskaart met een Engelse vertaling en werd in eerste instantie doorgelaten. Verderop werd hij alsnog teruggestuurd. Nesar Ahmed: "Ze wilden bewijs dat hij voor Nederland heeft gewerkt. Hij heeft gezegd dat hij zijn toegangspas van destijds niet bij zich had. Toen zeiden ze: sorry, maar dan heb je niet voor ons gewerkt." Later blijkt dat ook deze broer wel degelijk op de evacuatielijst stond en dat had voldoende moeten zijn om hem te evacueren.
De NOS beschikt over voiceberichten die de broers Ahmed ten tijde van de evacuatie naar elkaar stuurden. Ook correspondentie tussen het ministerie en de familie die de NOS heeft ingezien bevestigt het verhaal.
Verwarring over 'hadj'
Ook Jan Gras, gepensioneerd officier van justitie en een van de Nederlanders die Afghanen hielpen bij de evacuatie, herkent het beeld van Nederlandse militairen die in de chaos mensen wegstuurden die op de evacuatielijst stonden. "Een van onze evacués had de tocht naar Mekka gemaakt, de hadj, en had daarom de titel 'hadj' voor zijn naam op z'n identiteitskaart staan. Hij is weggestuurd omdat Nederlandse militairen die titel niet herkenden en dachten dat het z'n naam was." Deze man en z'n gezin konden, nadat het ministerie van Buitenlandse Zaken op deze fout was gewezen, alsnog worden geëvacueerd.
Er is nog een zevende gezin, waarvan de vader op het vliegveld is geweest bij de Nederlandse militairen, dat uiteindelijk Nederland niet haalde. Het gezin stond op de evacuatielijst. Tegen de vader werd na het controleren van de papieren gezegd dat hij zijn vrouw en kinderen kon ophalen, net buiten de poort van het vliegveld. De vader zegt tegen de NOS dat hij enkele minuten later terugkwam, maar dat in de tussentijd de poort was gesloten. Zijn tas met paspoorten en andere persoonlijke papieren lag achter de poort. Buitenlandse Zaken zei hem dat hij moest wachten, maar de poort is nooit meer opengegaan en de paspoorten zijn spoorloos.
Hij zit met zijn gezin nog steeds in Kabul. Zijn verhaal wordt ondersteund door e-mails die hij stuurde en bevestigd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Doodsangst
Ook de drie broers Ahmed zijn nog in Kabul. Volgens Nesar Ahmed lopen ze groot gevaar. "Collega's van ons zijn in Kandahar vermoord. Ik heb een lijst van vijf mensen die daar recent zijn gedood. Ze zijn meegenomen uit hun huizen en later dood gevonden. Mijn broers zijn doodsbang dat dat hun hetzelfde overkomt."
Buitenlandse Zaken zegt dat mensen van de evacuatielijst die nog in Afghanistan zitten, mogelijk later alsnog worden opgehaald. "Daarvoor worden nu alle opties bekeken."