Afghanen steken grens met Pakistan over: 'Hoe kon ik daar blijven?'
Duizenden Afghanen steken elke dag de grens met Pakistan over en sinds de Taliban de macht in Kabul overnamen is het aantal gestegen. Maar Pakistan wil niet nog meer vluchtelingen opnemen, dus Afghanen zonder visum of lokale identiteitskaart komen er niet zomaar in. Toch lukt het een groot aantal. Eenmaal in Pakistan, moeten zij zichzelf zien te redden.
Aysha, een jonge vrouw die haar gezicht met een knalrode sjaal bedekt, had geluk. Na vier dagen lopen vanuit haar woonplaats Kunduz bereikte ze met haar broer en zus de grens. Ze smeekte de grenswacht hen binnen te laten, en dit hielp. Afghanen zonder paspoort en visum hebben eigenlijk een identiteitskaart nodig van de grensregio, Spin Boldak, of anders medische documenten die aantonen dat ze in Pakistan behandeld worden.
"De Taliban hebben ons huis verwoest", vertelt ze. "Nu heb ik geen plek meer om te wonen. Hoe kon ik daar blijven?"
Ze zit in een geïmproviseerd tentenkamp vlakbij de grens bij de Pakistaanse plaats Chaman. Journalist Hafiz Ullah Sherani en cameraman Aziz ur Rehman bezochten de grens voor de NOS. Dicht bij het hek mochten ze niet komen. Later bleek dat Pakistan de poort tijdelijk had gesloten om veiligheidsredenen. Aan de Afghaanse grens stond een enorme menigte te duwen, zo was te zien op beeld dat Voice Of America via sociale media deelde.
Naar schatting komen dagelijks duizenden Afghanen meer dan normaal bij de grens aan. Een zorgmedewerker die iedereen die binnenkomt op coronasymptomen checkt, vertelde vorige week aan CNN dat het gemiddeld 18.000 mensen per dag waren, vergeleken met 12.000 mensen per dag voordat de Taliban aan de macht kwamen.
Een bron bij de Pakistaanse grenspolitie meldt dat zij op de hoogte zijn van bijna 4000 mensen per dag zonder geldige documenten.
Veiligheid
De VN vroeg in augustus zo'n 1500 Afghanen naar hun reden om de grens over te steken. De overgrote meerderheid noemde veiligheidsredenen, en slechts 13 procent economische redenen. Een derde van de vluchtelingen in Pakistan maakt zich juist zorgen om het gebrek aan vormen van levensonderhoud voor hen.
We hebben geen huis, geen onderdak, niets. We wonen op straat. We bedelen.
Een groot deel van de vluchtelingen die bij Chaman in Pakistan arriveert, komt van daaruit in Quetta terecht. Dat is de regionale hoofdstad en ongeveer een uur rijden van Chaman.
Op een drukke winkelstraat zit Syed Mohammad met zijn vrouw en twee dochters op de stoep. "We hebben geen huis, geen onderdak, niets. We wonen op straat. We bedelen."
In een buitenwijk bouwt Sahaar Gul met hulp van zijn kinderen een huis van modder. "We hebben een tussenpersoon zo'n 12000 Pakistaanse roepies (60 euro) betaald om de grens over te steken", vertelt hij. Het is een vaak gehoord verhaal onder vluchtelingen zonder visum. "We hebben geen verblijfsstatus hier. Voor ons levensonderhoud rapen we afval van de straat."
Aysha, Mohammad en Gul zijn alle drie blij dat ze in veiligheid zijn. Maar veel toekomst zien zij niet in Pakistan. "Als er weer vrede is in Afghanistan, dan gaan we zeker terug", zegt Gul.