Van Nieuwenhuizen: niet bemoeid met energie dus geen kennisvoorsprong
De opgestapte minister Van Nieuwenhuizen heeft naar eigen zeggen "geen beleidsinhoudelijke bemoeienis gehad met energie". Vanochtend werd bekend dat zij per vandaag is gestopt als minister en dat ze met ingang van 1 oktober voorzitter wordt van Energie Nederland, de brancheorganisatie van energiebedrijven. Sommige politici zetten vraagtekens bij haar overstap.
CDA-Europarlementariër De Lange bijvoorbeeld vindt "dit dus echt niet kunnen". Volgens haar moet je als minister "je job afmaken' en ze twittert ook "dat een overstap naar een sector waar je als minister mee bezig was vragen oproept". PvdA-Kamerlid Thijssen vindt dat de "draaideurpolitiek" verdergaat en dat dat slecht nieuws is. "Haar VVD trapte steeds weer op de rem voor klimaatactie".
Balans tussen werk en privé
Van Nieuwenhuizen zei in een korte toelichting dat ze van plan was om de rit als minister af te maken, maar dat ze in de zomer is benaderd en vervolgens over een overstap is gaan nadenken. Ze wees erop dat het al bijna een half jaar na de verkiezingen is. "Voor de verkiezingen zou dit niet bij me zijn opgekomen."
Van Nieuwenhuizen vindt het heel belangrijk om een bijdrage te kunnen leveren aan de energietransitie. Volgens haar is er in haar nieuwe baan ook een betere balans tussen werk en privé. "De timing is bepaald doordat vanochtend de algemene ledenvergadering van de energiebedrijven was."
De oud-bewindsvrouw voegde eraan toe dat op het moment dat een eventuele overstap ging spelen, ze de afspraak heeft gemaakt om zich bij onderwerpen met een mogelijk raakvlak met haar nieuwe baan te laten vervangen door de minister van Economische Zaken of de staatssecretaris van Infrastructuur. "Maar mede geholpen door het zomerreces, heeft zich dat niet voorgedaan", zei ze.
"Ik houd me aan de regels zoals wij die in dit land hebben vastgesteld", zegt Van Nieuwenhuizen vandaag tegen Nieuwsuur:
Op de vraag of Van Nieuwenhuizen als ex-minister toch niet een kennisvoorsprong heeft, antwoordde ze: "Dat geldt natuurlijk voor alles wat in een kabinet wordt besproken. Dan zou je geen enkele baan kunnen doen." Ze benadrukte dat ze zich aan alle regels zal houden. "Het belangrijkste is natuurlijk dat je niet lobbyt op je eigen beleidsterrein. En dat ga ik dus ook niet doen."
Volgens het Handboek voor bewindspersonen zijn ministers en staatssecretarissen twee jaar na hun aftreden "niet aanvaardbaar" als lobbyist namens een bedrijf of organisatie die belangen behartigt op het beleidsterrein waarop ze als bewindspersoon hebben gewerkt. Van tijd tot tijd wordt de vraag opgeworpen of die regels niet moeten worden aangescherpt.
Nieuwe gedragsregels
Het kabinet heeft nieuwe gedragsregels aangekondigd, maar de "inhoudelijke vormgeving van een gedragscode wordt aan het nieuwe kabinet gelaten", schreef minister Ollongren vorige maand aan de Tweede Kamer.
In de Europese Unie geldt dat vroegere Eurocommissarissen In de eerste twee jaar na hun vertrek iedere 'beroepsactiviteit' die zij van plan zijn te vervullen moeten melden bij de Europese Commissie. En als het om een functie gaat op hun oude beleidsterrein, beslist een speciale commissie of de baan passend is.