Haris helpt Afghaanse vluchtelingen in Istanbul: 'Ik voel hun pijn'
Toen Rotterdammer Haris Faiz (30) op 15 augustus op Schiphol stond, dacht hij nog dat hij een aantal uur later in Kabul zou staan. Dagenlang had hij via social media donaties binnengehaald waarmee hij mensen in zijn geboorteland wilde gaan helpen. Maar toen hij in Istanbul landde, waar hij een tussenstop had, bleek dat Kabul in handen van de Taliban was gevallen. Zijn aansluitende vlucht werd geannuleerd.
In plaats van terug naar huis te gaan, besloot hij in Istanbul te blijven. Nu helpt hij er vluchtelingen die in de afgelopen jaren al uit Afghanistan zijn gevlucht, en geen kant op kunnen. "Ik heb zoveel mensen kunnen helpen dat ik achteraf denk dat het misschien was voorbestemd dat ik in Istanbul zou stranden", zegt hij twee weken later. "Om de situatie van Afghanen hier te zien, en om hier ook aandacht voor te vragen".
Klein Afghanistan
In een kleine huurauto scheurt de Nederlandse Afghaan door de wijk Zeytinburnu, alsof hij er al jaren woont. De wijk wordt ook wel Klein Afghanistan genoemd. Druk bellend loopt hij door de nauwe straatjes. Met behulp van nieuwe vrienden komt hij in contact met Afghaanse vluchtelingen die hulp nodig hebben.
"Er zijn zo veel mensen die in hele slechte omstandigheden leven hier," vertelt Faiz. "Jongens die op straat slapen, of met zijn tienen in een klein kamertje wonen. Alleenstaande moeders die helemaal niks meer hebben. Hartverscheurend. Ik had nooit gedacht dat ik in een stad als Istanbul dit zou tegenkomen."
Faiz spreekt af met een Afghaanse vrouw die zes maanden geleden met twee kinderen naar Turkije vluchtte. Hij luistert naar haar verhaal. "Haar man is vermoord door de Taliban, zegt ze net. Ze komt uit Kandahar. Ze heeft niks, haar kinderen kunnen niet naar school en ze heeft soms niet eens geld om eten te kopen". Hij maakt een lijstje van de spullen die de vrouw nodig heeft en belooft terug snel te komen.
Even later zit hij bij een oude man die al acht jaar in een kamertje zonder meubels woont. "Hij heeft niemand meer, hij is zo eenzaam. Hij barst steeds in tranen uit. Zo'n man krijgt hier geen uitkering of sociale huurwoning. Hier moeten ze gewoon elke dag overleven." Faiz deelt de verhalen op zijn Instagramaccount om aan donateurs te laten zien wat hij met hun donaties doet.
"Zo gaat het de hele dag door", zegt hij als hij weer in de auto stapt. "Ze krijgen een beetje hoop dat er nog een stukje menselijkheid is overgebleven op de wereld. We proberen ze financieel te helpen. Maar dat is ook maar eenmalig. Afghanen hebben meer hulp nodig. Ze zijn echt kapot. Moe, van de oorlog, en vooral mentaal helemaal op."
Faiz vluchtte eind jaren negentig zelf als kind uit Afghanistan. "Ik voel de pijn van elke Afghaan die ik hier tegenkom, omdat ik het zelf heb meegemaakt. De geschiedenis herhaalt zich op dit moment." Met zijn familie vluchtte hij in 1999 eerst naar Moskou, daarna trokken ze verder door Europa en kwamen terecht in Nederland. "Wij hebben een bevoorrecht leven. We hebben het geluk gehad dat we naar een welvarend land als Nederland zijn gegaan. Puur geluk".
Tussen de afspraken met vluchtelingen door, houdt hij via WhatsApp contact met zijn tante in Kabul, die nog probeert weg te komen. "Ze zit muurvast. We houden ons hart vast voor haar veiligheid." Als vrouwelijke rechter loopt ze gevaar, zegt Faiz. "Het gaat een hele onzekere tijd worden voor Afghanistan. We weten niet wat de Taliban gaan doen na 31 augustus. Gaan ze het hele land afsluiten van de buitenwereld? Gaan ze het hele internet afsluiten? Kunnen mensen nog op Facebook en Instagram? Kunnen ze hun stem laten horen? We zitten in een nachtmerrie".
In Nederland was Haris Faiz bezig een Afghaans restaurant te openen in de Rotterdamse Foodhallen. Maar sinds hij in Istanbul is, staat zijn eigen leven even on hold. "De wereld heeft Afghanen in de steek gelaten. Maar we kunnen onze eigen mensen niet aan hun lot overlaten".