In de documentaireserie De Villamoord bleken rechercheurs verdachten onder grote druk te zetten

Weer herzieningsverzoek zaak Arnhemse villamoord

Er wordt opnieuw een herzieningsverzoek ingediend bij de Hoge Raad over de Arnhemse villamoord uit 1998. De aanleiding is een nieuw seizoen van de journalistieke documentaireserie De villamoord van KRO-NCRV.

Volgens advocaat Paul Acda, die zes veroordeelden bijstaat, zit daarin genoeg nieuwe informatie om de zaak te heropenen. Politie en justitie hebben volgens hem "willens en wetens de boel belazerd, er is sprake van meineed en er is valsheid in geschrifte gepleegd".

Bij de villamoord kwam een vrouw om het leven en raakte een andere vrouw gewond bij een woningoverval. Negen mannen werden daarna veroordeeld op grond van de bekentenis van één verdachte. Ze kregen gevangenisstraffen tussen de vijf en twaalf jaar, een van hen pleegde zelfmoord in de cel. Ze zijn ten onrechte veroordeeld, zeggen ze.

Zware druk van de politie

In het eerste seizoen van de documentaireserie zei de verdachte op wiens verklaring de andere veroordelingen gebaseerd zijn, dat zijn bekentenis vals was. Die kwam bovendien onder zware druk van de politie tot stand. Maar in april dit jaar oordeelde de Hoge Raad dat er geen nieuwe feiten waren die heropening van de zaak rechtvaardigden.

In de nieuwe afleveringen van de tv-serie, die vanaf komende maandag uitgezonden worden, zou blijken dat de onderzoeksleider van het politieteam tegen het gerechtshof heeft gelogen over de manier waarop de negen verdachten in beeld zijn gekomen bij de politie.

Volgens hem was dat bij toeval in 1999, terwijl uit gesprekken met politiemedewerkers en vertrouwelijke documenten uit die tijd blijkt dat de verdachten al enkele dagen na de moord aangedragen werden door een Arnhemse drugsagent. Hij verkreeg die informatie door drugsverslaafde informanten te betalen voor informatie over de moord.

'Ik krijg er geld of drugs voor terug'

In processen-verbaal van de politie werden deze informanten beschreven als objectieve getuigen, waardoor het gerechtshof nooit iets te weten kwam over hun betaling. "Het gevaar is dat die informanten niet naar waarheid verklaren, maar praten naar de mond van de rechercheur. Omdat ze weten: ik krijg er geld of drugs voor terug", zo zegt advocaat Acda tegen de KRO-NCRV.

De drugsagent om wie het gaat zegt in de serie ook dat zijn informatie onjuist en zonder zijn medeweten is opgenomen in een proces-verbaal van de teamleider, dat later cruciaal bleek voor de veroordeling van de negen verdachten. "Hier ken ik niets van", zegt hij in de serie. "Als ik dit zou hebben verklaard, dan moet mijn naam eronder staan." Een van zijn collega's uit die tijd en advocaat Acda bestempelen het proces-verbaal als 'valsheid in geschrifte'.

De nieuwe informatie komt voort uit tips die zowel hij als de tv-makers binnenkregen na de eerste reeks afleveringen van De Villamoord, zo zegt Acda tegenover de NOS: doordat zij gesproken hebben met hoofdrolspelers uit het onderzoek, zoals de drugsagent, is hij er nu van overtuigd dat een heropening een logische volgende stap is. "Dit laat zien dat de politie heeft gefabriceerd tegen mijn cliënten, ze hebben tegen het gerechtshof gelogen. Er is geen eerlijk proces mogelijk geweest."

Puttense moordzaak

De teamleider bij het politie-onderzoek naar de Villamoord was ook onderzoeksleider bij de roemruchte 'Puttense moordzaak' uit 1994. Een bekende zaak waarbij twee mannen tot tien jaar celstraf werden veroordeeld. Door de inspanningen van de vermoorde misdaadjournalist Peter R. de Vries bleek dat later ten onrechte en werden de twee vrijgelaten.

Politie Oost-Nederland en het Openbaar Ministerie willen tegenover KRO-NCRV niet reageren en beschouwen de zaak, na de eerdere uitspraak van de Hoge Raad, als juridisch afgerond.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl