'Mr. Brexit' tegen wil en dank: Tim de Wit kijkt na 6,5 jaar terug
"Hey daar hebben we Mister Brexit!", riep een uitsmijter van een Amsterdams café me een paar jaar geleden ineens toe. Ik probeerde de kroeg binnen te komen met een groep Britse vrienden, die ik voor Koningsdag een paar dagen mee had genomen.
"Mister Brexit? Is that what they call you here?", zeiden ze vol verbazing. Ik was net zo verbaasd. De uitsmijter was gepassioneerd Radio 1-luisteraar. "Ik kan dat ding niet aanzetten of ik hoor weer die gozer uit Londen over de Brexit ouwehoeren", legde hij uit. "Het houdt maar niet op hè bij jullie?"
Dat kon ik beamen, ja. Met Brexit was ik getrouwd de afgelopen vijf jaar, of ik het nou wilde of niet. Het was een vloek en een zegen. Een vloek, aangezien het op uiterst intensieve wijze volledig m'n leven bepaalde. Ik heb huwelijken van vrienden afgezegd. Verjaardagen, festivals en zelfs vakanties gingen niet door omdat er weer een totaal onvoorspelbare wending in het proces opdook waar ik verslag van moest doen.
Maar het was ook een zegen. Een mateloos fascinerend en bijna soap-achtige politieke thriller waar ik als correspondent met m'n neus bovenop mocht zitten. Ik had het voor geen goud willen missen.
Een woord
Brexit. Een woord dat ik aan het begin van mijn correspondentschap eind 2014 nog nooit in de mond had genomen, laat staan dat ik wist waar het voor zou komen te staan. Ik kwam aan in een kabbelend Groot-Brittannië, met een coalitieregering onder leiding van premier Cameron die zich ontzettend in het midden van het politieke spectrum bevond. Het nieuws was nog enigszins voorspelbaar en overzichtelijk.
Ja, Cameron had wel zo'n referendum als een soort vage stip op de horizon gepland, maar in de politieke bubbel in Westminster nam niemand op dat moment die stip erg serieus. Het zou allemaal wel loslopen.
Het was ook de tijd dat ik de grootst mogelijke moeite moest doen om een Brits verhaal het Journaal in te krijgen. Europa was in de greep van de vluchtelingencrisis, iets waar het Verenigd Koninkrijk amper een rol in speelde. Europa dreunde ook nog na van de Griekse crisis, die volledig om de euro draaide. Oók iets waarbij de Britten slechts vanaf de zijlijn toekeken.
Tot 23 juni 2016, de dag van het referendum. De dag waarop alles veranderde. Met een nasleep waar we het nog generaties over zullen hebben. Een dag ook waarin het nieuws me als correspondent door een ellenlange wasstraat trok. Zonder einde in zicht.
Ontelbare keren moest Tim de Wit het woord Brexit in de mond nemen:
Naast Brexit kreeg ik te maken met terroristische aanslagen die elkaar in 2017 in rap tempo opvolgden. Ik zal nooit vergeten hoe ik nog geen vijf minuten na de aanslag op de Westminster Bridge, vlak bij het parlement, aankwam. Er was nog geen politielint gespannen. In de verte zag ik op de brug slachtoffers liggen. Mensen die, naar later bleek, door een totale idioot dood waren gereden.
Ik bevroor. Mijn keel droogde uit. Zulk leed had ik nog nooit met eigen ogen gezien. Dit was nou net waarom ik nooit de ambitie heb gekoesterd om in conflictgebieden correspondent te worden. Hoe je als journalist vervolgens in staat bent om die emoties te parkeren en vervolgens urenlang feitelijk verslag te doen van zo'n terreurdaad, is me nog steeds een raadsel. Maar het lukte.
Nog geen twee maanden later blies iemand zichzelf op in de Manchester Arena. Twee weken daarna de aanslag op London Bridge, nog geen tien minuten lopen van m'n huis. Weer die zwaailichten, weer de paniek en ontreddering om me heen.
Kippenvel
Alsof 2017 nog niet genoeg rampen had gekend, was elf dagen na de London Bridge-aanslag de fataalste Britse ramp van de 21ste eeuw. De brand in de Grenfell Tower. Meer dan zeventig mensen kwamen om in een verwoestende vlammenzee terwijl ze klem zaten in hun eigen huis. Allemaal dankzij een uiterst licht ontvlambare gevelbekleding, die nooit op de buitenkant van die woontoren had mogen zitten.
Weer stond ik tussen onbeschrijflijk verdriet. Tussen familieleden die in pure wanhoop naar een zwartgeblakerde toren keken en wisten dat ze hun dierbaren nooit meer zouden terugzien. Bij het opschrijven staat het kippenvel weer op m'n armen. Het legde pijnlijk bloot hoe mensen in sociale huurwoningen verwaarloosd worden. Op heel veel plekken schort het aan de brandveiligheid, bleek uit een Nieuwsuur-reportage die ik een half jaar na de brand maakte.
Ook Ierland bezocht ik regelmatig. Een land dat de afgelopen jaren een flinke moderniseringsslag doormaakte. De invoering van het homohuwelijk, het aannemen van een wet die abortus zou legaliseren: allemaal tekenen dat de oerconservatieve katholieke kerk de greep op de Ierse samenleving definitief is kwijtgeraakt.
Als correspondent in Ierland werken was altijd een verademing. Ieren zijn met stip het aardigste volk van Europa. Altijd behulpzaam, altijd vriendelijk en ook bereid om zeer persoonlijke verhalen te delen, bleek in de reportages die ik over deze referenda maakte.
Maar bovenal stonden de afgelopen 6,5 jaar in het teken van dat ene woord. Van een achtbaan waar maar geen einde aan kwam en waar ook mijn opvolger Fleur Launspach nog heel veel plezier aan zal beleven.
Het was een eer en voorrecht om daar voor de NOS verslag van te doen. Om te proberen al die kijkers, luisteraars en lezers dat o zo complexe Brexit-dossier iets beter te laten begrijpen. Aan mijn wervelstorm komt een einde. En aan m'n bijnaam van die uitsmijter hopelijk ook.
Samen met zijn opvolger Fleur Launspach blikt Tim van zijn beroemd geworden balkon nog een keer terug op de hoogtepunten van zijn correspondentschap: