Laatste waarschuwing aan oliebedrijven: stop met export giftige benzine
Nieuw onderzoek door TNO bevestigt dat Nederlandse oliebedrijven milieuvervuilende en kankerverwekkende benzine exporteren naar arme landen. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) waarschuwt de bedrijven al jaren dat ze hiermee moeten stoppen en zegt nu ook juridische handvatten te hebben om de bedrijven aan te pakken. Het gaat om brandstoffen die in Europa al lang verboden zijn.
Acht grote olie- en chemiebedrijven krijgen vandaag een laatste waarschuwing. Daarop moeten ze binnen een paar weken reageren. Doen ze dat volgens de inspectie onvoldoende, dan kunnen forse dwangsommen worden opgelegd.
De inspectie wil geen bedrijven bij naam noemen, omdat de hele sector zich er schuldig aan maakt. "Wij gaan de bedrijven in de sector, dus zowel de raffinaderijen als de chemische bedrijven die de producten maken die in de brandstof gebruikt worden, en ook de handelaren die de brandstoffen daadwerkelijk produceren, aanspreken op hun zorgplicht."
De Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) zegt in een reactie dat het aanscherpen van de regelgeving in Europa zijn nut heeft bewezen. Ze is naar eigen zeggen ook internationaal actief bij een campagne "om landen ervan te doordringen dat het in het eigen belang is om strikte brandstofkwaliteiten in te voeren, specifiek op milieuaspecten". De vereniging ziet positieve ontwikkelingen in Afrika en benadrukt dat vooral landen zelf "met eigen normzetting en handhaving, de luchtkwaliteit in met name hun steden kunnen verbeteren".
'Zorgwekkende bevindingen'
De brandstoffen die de bedrijven vooral naar Afrika exporteren, bevatten veel te veel schadelijke stoffen. Over het TNO-onderzoek schrijft de inspectie: "De bevindingen van dit rapport zijn zorgwekkend. De in Nederland geproduceerde autobrandstoffen voor de Afrikaanse markt bevatten hoge gehalten benzeen, zwavel en mangaan. Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid van de mens en vervuilen het milieu."
De afgelopen vijftig jaar is benzine in Europa juist veel schoner geworden als gevolg van regelgeving, stelt het TNO-onderzoek. Daartoe zijn allerlei milieuvoorschriften en luchtkwaliteitsnormen opgesteld. Dat de vervuilde brandstoffen nog altijd wel buiten de EU verkocht worden, noemt de inspectie onwenselijk.
"In Afrika zijn de normen gewoon minder streng. Dus het is daar niet expliciet verboden. Maar we weten nu wel uit onderzoek dat de kwaliteit van die brandstoffen zodanig is dat als je die verbrandt in een auto, ze leiden tot emissies die we in Europa proberen te voorkomen", zegt Frank Peen van de inspectie.
Al vijf jaar geleden kwamen de eerste berichten over de schadelijke benzine naar buiten. In landen als Nigeria, Senegal en Gambia is de verkoop ervan toegestaan. In de brandstof die Nederlandse oliehandelaren in West-Afrika verkopen zijn grote hoeveelheden van deze stoffen aangetroffen, bijvoorbeeld 300 keer zoveel zwavel als in Nederland is toegestaan.
Toch strafbaar
Een deel is afkomstig uit de chemische industrie. Bij het maken van chemische producten ontstaan ook giftige reststoffen, zoals benzeen. Handelaren kopen die goedkope reststoffen in en mengen ze met gewone benzine of diesel. De goedkopere, maar dus ook giftige benzine wordt daarna verscheept naar Afrika. De inspectie probeert er al jaren iets tegen te doen, maar omdat de praktijken in Afrikaanse landen niet verboden zijn, bleek dit ingewikkeld.
Nu denkt de inspectie toch een manier te hebben gevonden. De ILT beroept zich op een onderdeel uit de Nederlandse Wet Milieubeheer. Daarin staat dat het niet is toegestaan om schadelijke stoffen op de markt te brengen. "Als je kennis hebt van de schadelijke werking van stoffen, dan moet je maatregelen nemen om die risico's zoveel mogelijk te verminderen", zegt Peen.
Ernstige gevolgen voor kinderen
De gevolgen van de giftige stoffen in Afrika zijn ernstig, zo blijkt volgens Peen uit meerdere studies. "De Wereldbank heeft onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in een stad als Lagos in Nigeria. Daaruit blijkt dat er daar 11.000 voortijdige overlijdens per jaar plaatsvinden door de slechte luchtkwaliteit, waarbij verkeer een hele grote bron is. Daarbij gaat het vooral om het jonge deel van de bevolking, kinderen tot vijf jaar."
"Wij vinden het belangrijk dat de normen die we in Europa stellen om mens en milieu te beschermen, ook gehanteerd worden voor producten die we naar buiten Europa exporteren. En dat doen oliebedrijven op dit moment niet."