Zweeds kabinet valt vanwege onvrede over liberalisatie van de huurmarkt
Het Zweedse kabinet van premier Stefan Löfven is gevallen. Het parlement nam een motie van wantrouwen aan vanwege een omstreden huurplan.
Löfven moet binnen een week zijn ontslag indienen, waarna een interim-regering kan worden gevormd of vervroegde verkiezingen kunnen worden uitgeschreven. Een interim-regering zou tot de al geplande verkiezingen van september 2022 aan kunnen blijven.
De motie werd gesteund door linkse en rechtse partijen. In totaal stemden 181 van de 349 Zweedse parlementariërs voor de motie. De linkse Vänsterpartiet, een gedoogpartner van Löfvens minderheidsregering, en de rechts-populistische Zweden Democraten stonden aan de basis van de motie.
Prijsstijging
Steen des aanstoots is een plan van de regering om de huursector te liberaliseren. Volgens het kabinet is dat nodig om de bouw van huizen te stimuleren, maar tegenstanders menen dat de prijzen er explosief door zullen stijgen.
Löfven zei voorafgaand aan de stemming zich er pas na afloop over uit te laten of hij voorstander is van het vormen van een nieuwe interim-regering of binnen drie maanden naar de stembus wil. Het is voor het eerst dat een Zweedse premier vanwege een motie van wantrouwen moet aftreden.