CBS: krapte woningmarkt nam vorig jaar verder toe, overbieden is de norm
Vraag en aanbod op de huizenmarkt zijn ook vorig jaar verder uit elkaar gegroeid. Steeds meer woningen werden in 2020 boven de vraagprijs verkocht en woningen stonden daarnaast minder lang te koop. Overbieden is bovendien de norm geworden in het hele land. Dat concluderen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het kadaster op basis van nieuwe woningmarktcijfers over 2020.
In 2020 werd 50 procent van de woningen boven de vraagprijs verkocht en ongeveer 38 procent van de huizen ging onder die prijs weg. In 2015 was dit eerder andersom: toen werd nog 87 procent van de woningen onder de vraagprijs verkocht, tegenover 7 procent erboven. Als er meer woningen boven de vraagprijs van eigenaar wisselen, is dat een teken van een krapper wordende woningmarkt, stelt het CBS.
Overbieden is de norm
Ook analyseerde het statistiekbureau in hoeveel gemeenten er gemiddeld werd overgeboden. Daarvoor wordt de ratio transactieprijs/vraagprijs gebruikt, waarbij een ratio groter dan 1 wil zeggen dat er meer betaald is dan de vraagprijs.
In 2020 was in bijna twee derde van de gemeenten de ratio gelijk aan of groter dan 1. Dat betekent dat in bijna 70 procent van de gemeenten de vraagprijs of een bedrag daarboven werd betaald. In 2017 was dit nog 4 procent. In dat jaar was overbieden met name "een Amsterdams fenomeen", samen met een aantal andere grote steden. Inmiddels is overbieden de norm geworden, concludeert het CBS.
Ook nam het aantal gemeenten waarbij gemiddeld meer dan 2 procent overboden werd "drastisch" toe. Vorig jaar werd in bijna 50 van de 355 gemeenten gemiddeld meer dan 2 procent overboden. Vier jaar geleden was dit in een enkele gemeente het geval.
Woningen ook steeds sneller verkocht
Tot slot worden woningen steeds sneller verkocht. Begin 2015 stond een woning gemiddeld tien maanden te koop. Sindsdien werd de gemiddelde aanbodtijd steeds korter, tot ruim twee maanden in 2020. Eind vorig jaar was de gemiddelde aanbodtijd van verkochte woningen in geen enkele provincie langer dan drie maanden.
In maart bleek al uit cijfers van het kadaster dat afgelopen jaar de woningmarkt ondanks de coronacrisis uit z'n voegen barstte. Er verwisselden bijna 244.000 woningen van eigenaar, meer dan in recordjaar 2017. De huizenprijzen lagen bovendien ruim 10 procent hoger dan een jaar geleden, bleek uit cijfers over de periode maart 2020 tot en met februari 2021.
Dat de prijzen stijgen komt doordat het aanbod aan woningen is geslonken maar nog steeds veel mensen willen verhuizen. Tegelijkertijd zijn de hypotheekrentes historisch laag waardoor kopers flink tegen elkaar opbieden.