Kamer twijfelt of miljarden voor onderwijs wel goed terechtkomen
Miljarden investeert het kabinet eenmalig in het onderwijs om corona-achterstanden weg te werken. Maak dat geld structureel, zeggen sommige partijen in de Tweede Kamer. Maar vooral ook: maak meer zichtbaar waar het geld nu precies heen gaat. Dat bleek vandaag bij een debat in de Kamer over de injectie van 8,5 miljard euro die het Nationaal Programma Onderwijs is.
Niet iedereen in de Kamer is ervan overtuigd dat de miljarden de enorme problemen snel kunnen oplossen. Zo richt de kritiek zich onder meer op het ontbreken van een uitwerking van de plannen. "We weten eigenlijk helemaal niets", zei SP-Kamerlid Kwint.
Bedenkingen zijn er al sinds de demissionaire ministers Slob en Van Engelshoven half februari met hun plan kwamen. Bijvoorbeeld over de korte tijd waarin scholen het geld mogen uitgeven (waarom niet meer jaren uitgetrokken?) en de ingewikkelde regels en verantwoording waaraan scholen moeten voldoen.
Die regels zijn er gekomen in ruil voor de vrijheid die scholen krijgen om zelf te bepalen waar ze het geld aan besteden. Veel scholen zullen het geld willen uitgeven aan nieuwe leraren, maar met extra geld heb je niet zomaar een nieuw blik docenten opengetrokken, ziet een deel van de Kamer.
Kluitje in het riet
Een en ander baart meerdere partijen zorgen. "Hoe kunnen we voorkomen dat we over twee jaar hier zitten en concluderen dat we niet weten waar het geld terecht is gekomen?" zei GroenLinks-Kamerlid Westerveld. PVV-Kamerlid Beertema zei bang te zijn dat achteraf blijkt dat de Kamer met een kluitje in het riet is gestuurd. "Wij hebben hier toch een verantwoordelijkheid voor het belastinggeld en hoe we het uitgeven."
CDA'er Peters zei dat hij "beelden uit het veld" krijgt dat de 8,5 miljard niet in twee jaar kan worden uitgegeven. Waarom niet meer jaren uitgetrokken, opperde hij, bijvoorbeeld vier of vijf? Planbureaus en wetenschappers gaven eerder al een soortgelijke waarschuwing. De Rekenkamer noemde het plan te vaag en waarschuwde voor misbruik en willekeur.
Minister Slob wierp in het debat tegen dat scholen toch vooral de kans moeten krijgen hun plannen te ontwikkelen. "In het voorjaar van 2022 hebben we meer gegevens. Laten we nu scholen ook vooral aan de slag laten gaan."
Slob kreeg een reactie van Gert-Jan Segers, fractievoorzitter van zijn eigen ChristenUnie. Segers vroeg nadrukkelijk naar de mogelijkheid of de Kamer dan in 2022 wel kan bijsturen. "Anders zouden we hier voor Jan met de korte achternaam zitten."
De minister beloofde plechtig dat er dan meer zicht zal zijn, en dat alles gevolgd en gemonitord zal worden. Hij komt na het zomerreces met een eerste voortgangsrapportage. In het voorjaar van 2022 volgt een tussenstand, zodat de Kamer mee kan beslissen over de bedragen die daarna worden ingezet
Meerderheid akkoord
Een meerderheid van de partijen bleek zich daarbij neer te leggen. "Niet alles is nu eenmaal meetbaar in het onderwijs", zei D66-Kamerlid Van Meenen. Hij noemde de miljardeninjectie een uitgelezen kans om kinderen te helpen. "Juist de meest kwetsbaren, die het hardst getroffen zijn door de crisis."
Van belang is volgens Van Meenen wel dat ook in de kabinetsformatie structureel meer geld wordt gereserveerd voor het onderwijs. "Alleen dan kunnen de kansencrisis die nu is ontstaan en het lerarentekort echt bestreden worden."