EU en VN veroordelen arrestatie Malinese leiders door opstandige militairen
In Mali hebben militairen zowel de president als de premier en minister van Defensie van de interim-regering gevangengezet. Dat melden de Afrikaanse Unie en ECOWAS, het samenwerkingsverband van 15 West-Afrikaanse landen. Het drietal zou naar een militaire basis nabij de hoofdstad Bamako zijn gebracht.
Kort voor de arrestaties had de overgangsregering, die werd ingesteld na de militaire coup van vorig jaar augustus, nieuwe ministers benoemd. Daarbij werden twee hoge militairen die bij de vorige coup waren betrokken, uit de regering gezet.
In een verklaring roepen de Afrikaanse Unie en ECOWAS de militairen op tot onmiddellijke vrijlating van de gearresteerde leiders na de "onacceptabele actie" van gisteren.
Ook internationale organisaties als de Verenigde Naties en de Europese Unie hebben maandagnacht de greep naar de macht veroordeeld. In een gezamenlijke verklaring, die ook door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is ondertekend, eisen ze "onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijheid" voor de politici.
Jaren onrustig
Het is al jaren onrustig in het Afrikaanse land. Negen jaar geleden kwam het leger eveneens in opstand. Dat leidde tot een staatsgreep en een militaire dictatuur. Buurlanden veroordeelden die stap massaal en legden de coupplegers zware sancties op.
Jihadistische rebellen maakten van de situatie gebruik door een groot deel van Mali te veroveren. In 2013 greep Frankrijk in om de jihadisten te stoppen. Ook Nederlandse militairen waren actief in Mali, tussen 2014 en 2019.
President Ndaw en premier Ouane moesten het land na de militaire coup van vorig jaar in anderhalf jaar klaarmaken voor nieuwe verkiezingen, waarna er weer een burgerregering aan de macht zou kunnen komen. Ook zouden ze er zorg voor dragen dat er een nieuwe grondwet werd opgesteld.
De Nederlandse ambassade in Mali waarschuwde Nederlanders maandag om niet zomaar de straat op te gaan in Bamako. "Volg het lokale nieuws. Blijf thuis als het niet noodzakelijk is om naar buiten te gaan", staat in een door het ministerie van Buitenlandse Zaken verspreide verklaring.