De snelweg naar niets: Montenegro kan Chinees miljardenproject niet afbetalen
Wouter Hoogland
De eerste 40 kilometer van een peperdure snelweg door Montenegro loopt van hoofdstad Podgorica naar nergens, en dat blijft voorlopig zo. Het land kan de lening van bijna een miljard dollar die het bij een Chinese bank afsloot niet terugbetalen. Het verzoek aan de Europese Unie om te helpen met de afbetalingen werd afgewezen.
China hielp graag mee bij de bouw en financiering van een snelweg van havenstad Bar naar de Servische grens. De weg zou een aanvulling zijn op de Nieuwe Zijderoute die China naar West-Europa aanlegt. Maar na 40 kilometer was het geld op. Voor de overige 120 kilometer zijn nog geen contracten getekend en dat zal gezien de financiële problemen van Montenegro voorlopig ook niet gebeuren.
Vanaf dit jaar moet Montenegro jaarlijks een kleine 70 miljoen dollar aan rente en aflossing overboeken. De regering zegt dat geld niet te hebben en vroeg de EU als kandidaat-lidstaat om herfinanciering. Die denkt er niet over om te hulp te schieten: de EU neemt geen leningen van derden over.
Dat komt de stabiliteit in Montenegro, en daarmee in de regio, niet ten goede, aldus econoom Zarija Pejovic. "Het belang van Europa is om deze regio economisch en politiek te integreren", zegt hij. "Instabiliteit in deze regio berokkent Europa meer schade dan een eventuele investering in de economie en de infrastructuur hier."
De snelweg in Montenegro is deel van een groter project. Sinds 2012 werkt China samen met zeventien Midden- en Oost-Europese landen om de infrastructuur in de regio te verbeteren. Er worden miljarden geïnvesteerd in wegen en havens, maar ook in energiecentrales en telecommunicatie. Binnen de EU zijn overheden al terughoudend, maar ook de kandidaat-lidstaten in de Balkan lijken voorzichtiger te worden. "Leiders in de regio zijn zich er steeds meer van bewust dat deals sluiten met China politieke gevolgen heeft voor je relatie met de EU", zegt Balkandeskundige Geert Luteijn.
"In Oost-Europa ziet China een manier om zich met Europa te verbinden, maar de investeringen zijn ook een manier om invloed op deze landen uit te oefenen." Een voorbeeld hiervan is Servië, waar volgens denktanks in de afgelopen drie jaar bijna 4 miljard werd geïnvesteerd in wegen, mijnen en energiecentrales. De Servische regering voert een pro-Chinese, EU-kritische lijn. "Niet iedereen gaat hierin mee", zegt Luteijn, "maar de invloed van China zorgt voor een sterke verdeeldheid in het land, wat toetreding tot de EU lastiger maakt."
Voor een klein land als Montenegro is de schuld bij China enorm: het is ruim 16 procent van de totale staatsschuld. Opmerkelijk genoeg verwijten de Montenegrijnen China niet veel. De huidige regering is wel woedend op de vorige, die werd gecontroleerd door president Djukanovic. Niet alleen omdat zij in financiële problemen dreigt te raken, maar ook omdat er een geur van vriendjespolitiek en corruptie aan de snelwegdeal zit.
Anders dan bij de meeste andere Chinese projecten in de regio wordt ongeveer een derde van het werk verricht door onderaannemers uit Montenegro die, net zo min als de Chinezen, btw betalen en die geen loonbelasting en ziektekosten- en pensioenpremies hoeven af te dragen. "De verdenking is dat dat is gedaan om bedrijven die dicht bij de vorige regering staan bij het project te betrekken", zegt minister van Infrastructuur Mladen Bojanic. Met andere woorden: een paar vrienden van Djukanovic verdienen heel erg veel geld aan de deal.
"In de Balkan geldt: landsbelang is niet hetzelfde als het belang van de regering", zegt Luteijn. "Montenegro is een voorbeeld van een land waar net een nieuwe regering is, die andere belangen heeft dan de vorige. De overheid lijkt nu qua mening over de EU en China dus te draaien, maar het is te vroeg om te zeggen of dat zo blijft."
De sectoren waarin Chinese (staats)bedrijven in Europa investeren, verschillen per regio. Terwijl in het westen meestal wordt geïnvesteerd in bestaande bedrijven, gaat het in Midden- en Oost-Europa vaak om aanbestedingen voor infrastructuurprojecten en energiecentrales. Omdat deze vaak niet openbaar worden gemaakt, is onduidelijk om hoeveel aanbestedingen het gaat, maar volgens Chinawatchers zijn Chinese bedrijven betrokken bij zeker 45 projecten, waaronder twee in EU-landen.
"Door de schaal waarop Chinese bedrijven opereren, kunnen ze een grote speler op de Europese bouwmarkt worden", zegt Frans-Paul van der Putten van het Clingendael Instituut. Wel zijn overheden kritisch op de oneerlijke concurrentiepositie van Chinese bedrijven met staatssubsidie, en willen zij vaak niet afhankelijk zijn van China. "Economisch kunnen de Chinezen dus een sterke positie innemen, maar politiek wordt het steeds lastiger: er komen meer beperkende regels op nationaal en Europees niveau."