China lanceert ruimtestation: geen nieuw ISS, wel kans voor wetenschap
Ivo Landman
redacteur Online
Ivo Landman
redacteur Online
China bracht de afgelopen decennia astronauten, maanlanders en een Marssonde in de ruimte. Morgen breekt weer een nieuw hoofdstuk aan voor de Chinese ruimtevaart. Vanaf een eiland voor de Zuid-Chinese kust wordt waarschijnlijk de eerste module van een nieuw ruimtestation gelanceerd. Waarschijnlijk, want zoals vaker heeft China geen lanceertijd bekendgemaakt.
De module die de ruimte ingaat - volgens bronnen rond het Chinese ruimteprogramma om 05.18 uur Nederlandse tijd - is meteen het belangrijkste onderdeel van het ruimtestation. Tianhe ('hemelse harmonie') is de 22 ton zware kernmodule die voor elektriciteit en aandrijving zorgt, en een onderkomen biedt aan drie astronauten. Of yuhangyuans, zoals ruimtevaarders in het Chinees heten.
Eind volgend jaar moet het station af zijn. Dat doel werd al jaren geleden vastgesteld, maar kwam in het gedrang door problemen met de nieuwe draagraket Lange Mars 5. Die zijn opgelost, maar China heeft nu wel met een lanceerschema op steroïden nodig als het de streefdatum wil halen, zegt Andrew Jones, China-expert voor Space.com en SpaceNews.com.
In minder dan twee jaar moeten er na de lancering van morgen tien vluchten opstijgen met belangrijke ladingen aan boord: twee wetenschappelijke modules, vier vrachtschepen en vier bemande Shenzhou-capsules. De eerste astronauten arriveren in juni.
Het Chinese station is veel kleiner dan het ISS. "Het is qua formaat eigenlijk beter te vergelijken met het vroegere Russische ruimtestation Mir", zegt Jones. "Maar het heeft veel capaciteit voor wetenschap, zoals natuurkundig en ook biomedisch onderzoek."
Dat laatste, onderzoek naar effecten van ruimtereizen op het lichaam, is vooral belangrijk met het oog op de toekomst. Het station geeft China ervaring met lange ruimtevluchten in een lage baan om de aarde, en die is nodig voor de geplande bemande maanvluchten in de jaren 30. Daarnaast geeft een ruimtestation prestige in binnen- en buitenland.
In de VS bestaan er zorgen over militaire toepassingen van het station, maar daar is volgens Jones weinig reden toe. "Het is wel zo dat ze in China geen onderscheid maken tussen militaire en civiele missies. Maar China heeft genoeg spionagesatellieten. Je ziet eerder een beweging de andere kant op; voor het eerst is er nu een lichting civiele astronauten geselecteerd."
Mogelijk zijn over een paar jaar ook ruimtevaarders uit andere landen welkom in de Tianhe, verwacht Jones. Uit een buurland als Pakistan bijvoorbeeld. Via een speciaal platform van de VN kunnen wetenschappers uit andere landen ook experimenten aandragen. Uit 42 voorstellen zijn er 9 geselecteerd. "China zoekt geen partnerschappen maar wel samenwerking."
Ook Marc Klein Wolt van de Nijmeegse Radboud Universiteit verwacht dat China vaker op die manier toenadering zal zoeken, zeker nu het ISS over een paar jaar met pensioen gaat. Het internationale ruimtestation kan nog tot 2028 mee, maar of dat ook gebeurt, is nog niet zeker. Het Chinese station zal intussen minimaal 10 jaar actief blijven.
Klein Wolt is zelf betrokken bij een onderzoeksinstrument op een Chinese satelliet aan de achterkant van de maan. Voor zijn onderzoek op het gebied van radioastronomie is het ruimtestation niet geschikt. "In een lage baan om de aarde is het lastig om radioastronomie te bedrijven. Maar voor veel andere wetenschappelijke vakgebieden is dit een interessante ontwikkeling. Er zijn altijd onderzoekers die wachten tot dit soort kansen zich voordoen."
Voor China is die samenwerking net zo welkom, vermoedt hij. "Ik denk dat voor China een uitgelezen manier is om buitenlandse wetenschappers de hand te reiken. Dat is ruimtediplomatie bij uitstek, dat ze ze via wetenschap toenadering zoeken."