Nederlandse sporters die zich gekwalificeerd hebben voor de Olympische Spelen en Paralympische Spelen van Tokio krijgen voorrang bij de vaccinatie tegen het coronavirus. Dat schrijft demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) in een brief aan de Tweede Kamer. Wanneer deze groepen hun eerste prik kunnen krijgen, is nog niet bekend.
Tot nu toe hebben zo'n tweehonderd sporters zich geplaatst voor de Spelen in de Japanse hoofdstad, die op 23 juli beginnen. Verwacht wordt dat die groep de komende tijd nog flink zal groeien. Het is nog niet duidelijk welk vaccin de sporters krijgen. De sporters mogen zelf beslissen of ze wel of niet gevaccineerd willen worden. Het is niet verplicht.
NOC*NSF heeft geruime tijd overlegd met VWS over het vaccinatie van de topsporters voor de Olympische Spelen. De sportkoepel gaf daarbij nadrukkelijk aan niet te willen voordringen op andere groepen die het vaccin hard nodig hebben. Mensen met een zwakke gezondheid gingen volgens NOC*NSF voor.
Sporters die zich kwalificeren voor de Spelen hebben ook de mogelijkheid zich op kosten van het IOC te laten vaccineren. Het IOC kreeg de vaccins aangeboden door het Chinees Olympisch Comité en nam het aanbod met beide handen aan. Voor de Winterspelen van 2022 in Peking geldt dezelfde regeling.
Een aantal landen is al begonnen met het inenten van olympische atleten. In Rusland, Hongarije, Litouwen, Kenia en Nieuw-Zeeland kregen topsporters al met voorrang een vaccinatie.
De Olympische Spelen zijn vorig jaar uitgesteld in verband met de toen net enkele maanden eerder uitgebroken coronapandemie. Dit jaar gaat het evenement wel door, van 23 juli tot en met 8 augustus. De Paralympische Spelen zijn van 24 augustus tot en met 5 september.