Broertjes Mulder: jeugdinternationals van Israël, nu nog doorbreken bij ADO
Eline de Zeeuw
Verslaggever Sport
Eline de Zeeuw
Verslaggever Sport
In het veld praten ze weleens in hun moedertaal met elkaar. "Als er een corner wordt genomen, schreeuw ik tegen Michael in het Hebreeuws: 'Ik pak de eerste paal, jij de tweede.' Geen tegenstander die dan een idee heeft waar wij het over hebben", zegt Jonathan.
Lachend voegt Michael toe: "Al dacht laatst iemand in de wedstrijd tegen Groningen onder 21 dat we heel plat Haags met elkaar praatten."
De 20-jarige Michael en de één jaar jongere Jonathan Mulder zijn broers, teamgenoten en beste vrienden. Bij ADO Den Haag wachten de twee nog op hun definitieve doorbraak, maar ze mogen zich al wel jeugdinternational noemen.
Voetbal is in Israël heel anders. Mensen zijn zo emotioneel. Iedere wedstrijd zijn er wel opstootjes.
Als zoons van een Nederlandse vader en Israëlische moeder hebben de twee een dubbel paspoort. Daardoor kunnen ze het land verdedigen waar ze dik tien jaar woonden: Israël.
Ren- en vliegvoetbal
Daar groeiden ze op, leerden ze de taal en trapten ze hun eerste balletjes. Niet zomaar bij de plaatselijke F'jes: de gebroeders Mulder doorliepen de jeugd van topclub Maccabi Tel Aviv.
"Maar als jongen daar was het een droom om in Europa te spelen en te slagen", zegt Michael. En voor die droom gaat het gezin in 2013 terug naar Nederland. Michael is dan 13, Jonathan 12.
De twee beginnen allebei bij de Amsterdamse amateurclub AFC. Daarna stroomt Michael door naar de jeugd van FC Utrecht en Jonathan naar die van AZ.
Nederland staat bekend als land met de beste jeugdopleidingen ter wereld, weten de broertjes. "Als je dan als Israëlische jongen bij een grote Nederlandse club speelt, in Jona's geval AZ, dan vinden ze je wel", knikt hij naar z'n broertje.
Beide jongens krijgen dan ook al snel een brief op de mat van de Israëlische bond. Jonathan wordt uitgenodigd voor onder andere een toernooi met Israël onder 17 in Wit-Rusland, Michael speelt een EK-kwalificatie met het elftal onder 19 mee.
"Ik was wel een beetje gespannen. Als jongen van 16 jaar komt er een hoop op je af", zegt Jonathan. "Maar het was echt mooi. Ook om die jongens uit mijn oude stad, uit Herzliya, weer te zien."
"Voetbal is daar heel anders. Mensen zijn gepassioneerd, zo emotioneel. Iedere wedstrijd zijn er wel opstootjes; het is agressief. In Nederland is het technischer, tactischer", legt Michael druk gebarend uit. Jonathan: "Het is ren- en vliegvoetbal."
Volksclub ADO
Uiteindelijk komen de twee verdedigers - een jaar geleden - allebei bij ADO Den Haag terecht. "Een volksclub met passie". En dan spelen de broers ook voor het eerst sámen.
"Toen het rond kwam, wist ik niet zo goed wat ik moest verwachten. Maar het is echt zo bijzonder. Ik weet bijna niet hoe ik het moet beschrijven. Iedere dag staan we samen op, gaan we de auto in, trainen we. We doen letterlijk alles samen."
Michael speelde vier oefenduels mee met het eerste van ADO, maar hij wacht nog op zijn officiële debuut. Broertje Jonathan mocht in december voor het eerst invallen en maakte zijn eerste minuten uitgerekend tegen Ajax.
Broer Michael vindt het bijna nog mooier dan Jonathan zelf. "Ik kon het gewoon niet geloven. 18 jaar oud. Na alles wat we hebben meegemaakt. Ongelofelijk. Ik was zó trots en blij."
Samen hebben ze één droom: met zijn tweeën in het eerste van ADO spelen. "Als dat ooit gebeurt..." Michael Mulder corrigeert zichzelf: "Wij gáán ooit samen in het eerste van ADO spelen. Dat is echt een droom en daar werken we iedere dag keihard voor."