Dit is hoe de Britse variant om zich heen kan grijpen
Anna Mees
redacteur Online
De verspreiding van de Britse variant van het coronavirus gaat snel. Uit onderzoek van het RIVM over de periode 1 oktober 2020 tot 15 januari 2021 blijkt dat afgerond 6 procent van de virusmonsters aantoonbaar van de Britse variant was. Maar intussen hanteert hetzelfde RIVM ook schattingen dat het nu om tien of twaalf procent van alle besmettingen zou gaan.
"Er zijn nu eigenlijk twee epidemieën", zegt Susan van den Hof, hoofd van het Centrum voor Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten bij het RIVM. "Die van de oude variant en die van de nieuwe. Van de nieuwe verwachten we dat die de komende maand eigenlijk de hele epidemie over gaat nemen."
Hoe kan een virusvariant met zo'n klein minderheidsaandeel in zo korte tijd uitgroeien tot de meest voorkomende variant? Dat heeft te maken met de hogere besmettelijkheid van de Britse variant. Die is ongeveer 30 procent besmettelijker dan de virusvariant die nu het meest voorkomt.
Uit eerdere Britse en Deense studies bleek dat de mutant zich 40 tot 70 procent sneller verspreidt dan het 'gewone virus', maar dat lijkt dus een stuk minder te zijn.
Het R-getal van de nu dominante variant is, volgens schatting van het RIVM, op dit moment ongeveer 0,9. Honderd besmette mensen dragen het virus over aan 90 anderen. Het R-getal van de Britse variant lag begin deze maand "rond de 1,3". Honderd mensen die de Britse variant van het coronavirus hebben geven die dan door aan 130 andere mensen.
Daling stopt
Het aantal coronabesmettingen daalt al een paar weken. Op 15 januari waren van elke honderd coronabesmettingen er 94 met de klassieke variant en 6 met de Britse variant. In dit artikel houden we ons bij het meest harde getal dat beschikbaar is over de verspreiding van de Britse variant. Daarmee hebben we onderstaande berekeningen uitgevoerd.
Zo ongeveer elke vier dagen is er een nieuwe generatie besmettingen. Op 19 januari waren er van het rekenvoorbeeld van de honderd besmettingen van vier dagen eerder nog 93 besmettingen over, 85 klassieke en acht Britse.
Zo doorrekenend daalt het aantal nieuwe besmettingen per dag ten opzichte van 15 januari voorlopig nog door tot half februari. Op 12 februari zijn er van de honderd besmettingen uit dit rekenvoorbeeld nog 80 over, 45 van de klassieke variant en 35 van de Britse. Vier dagen later, op 16 februari, is de Britse variant voor het eerste dominant. De honderd besmettingen van 15 januari zijn er intussen weer 87, waarvan 46 van de Britse variant.
Razendsnelle omslag
In de laatste week van februari is het omslagpunt. De verspreiding van het coronavirus gaat weer toenemen Op 24 februari zijn de honderd besmettingen uit ons rekenvoorbeeld er 111 geworden en op 28 februari 131. Ruim driekwart van alle gevallen betreft de Britse variant.
Volgens RIVM'ers Van den Hof en Reusken gaan de besmettingscijfers in de loop van maart tot een nieuwe piek in de bezetting op de covid-afdelingen in de ziekenhuizen en de IC's zorgen.
Inmiddels is meer bekend over de Britse variant. Vier vragen:
1. Is de verspreiding van de Britse variant te stoppen?
Volgens het RIVM ligt het R-getal in het Verenigd Koninkrijk nu op 0,6 terwijl de Britse variant allesoverheersend is. De verspreiding kan dus sterk teruggedrongen worden, maar dat is niet vanzelf gegaan. In Londen bijvoorbeeld is een verbod afgekondigd op contact met mensen uit andere huishoudens. Bovendien waren er dagenlang behoorlijk angstaanjagende beelden te zien van overvolle ziekenhuizen en lange rijen wachtende ambulances. Dat heeft mogelijk invloed gehad op de mate waarin mensen de coronamaatregelen respecteren. Nederland heeft als voordeel dat hier al enige tijd een lockdown is. In het Verenigd Koninkrijk waren de maatregelen juist net versoepeld toen de Britse variant opspeelde.
2. Hoeveel mensen in Nederland zijn besmet met de Britse variant?
Van alle coronabesmettingen zou nu naar schatting tien procent de Britse variant zijn, ongeveer een verdubbeling ten opzichte van vorige week. Dat zou nu neerkomen op een kleine 3900 besmettingen met de Britse variant. Het RIVM heeft tussen 1 oktober 2020 en afgelopen vrijdag 107 besmettingen met deze variant aangetoond. Dat gebeurde bij nader onderzoek van 1835 positieve monsters.
Een groot deel van de mensen die besmet zijn met de Britse variant, zijn gelieerd aan de school in Bergschenhoek waar de variant in december voor het eerst opdook. Van de 750 onderzochte ouders, kinderen en leerkrachten bleken 75 besmet, iets minder dan de helft met de Britse variant.
Ook in woonzorgcentrum 't Suyderhuys is de Britse variant vastgesteld. GGD Fryslân gaat ervan uit dat 49 bewoners en 63 medewerkers ermee besmet zijn. Het RIVM moet dat nog bevestigen. Verder zijn enkele besmettingen vastgesteld bij zorginstellingen in Amstelveen, Ermelo en Goes Ook in Twente dook de Britse variant op.
3. Hoe komt het dat deze variant sneller rondgaat?
Onderzoekers nemen aan dat iemand die besmet is het virus sneller overbrengt en dat anderen het sneller oppikken. "Het zou kunnen dat het virus stabieler is, langer op oppervlakten blijft zitten en makkelijker de cellen binnengaat, dus dat er minder virusdeeltjes nodig zijn", zegt Chantal Reusken van het RIVM.
"Studies tonen aan dat mensen die geïnfecteerd zijn met deze variant vermoedelijk veel meer virus in hun keel hebben, waarschijnlijk iets van zeventig keer meer", legde viroloog Mariet Feltkamp (LUMC) eerder uit. Maar het kan ook aan de ontvanger liggen. "Het is misschien zo dat je van deze variant minder virus nodig hebt om besmet te raken. Dat heeft ermee te maken dat de Britse variant zich beter lijkt te binden aan de receptor, waardoor hij bijvoorbeeld al bij korter contact de cellen in gaat."
4. Werken de vaccins ook voor deze variant?
"Dat is onderzocht en je bent, wanneer je gevaccineerd bent, ook beschermd tegen deze variant", zei Feltkamp eerder. "De vraag is wel of de huidige vaccins goed werken tegen andere nieuwe varianten, zoals die uit Zuid-Afrika. Daar zitten wat andere subtiele mutaties in." Tegen de Zuid-Afrikaanse variant lijken vaccins iets minder goed te beschermen, voegt ze toe. "Maar nog steeds wel tot een acceptabel niveau".