De genen van handbalfamilie Smits: 'Later beseffen we hoe bijzonder dit is'
"Hallo, horen jullie mij?" Een voor een schakelen ze online in, vanuit Denemarken en Duitsland. Jorn, Inger en Kay Smits. Om te praten over wat "altijd heel normaal voelt, maar als je erover nadenkt toch vrij bijzonder is". Hun familie.
De drie zijn broers en zus, kinderen van Gino en Cecile. Familienaam: Smits. Met een opvallende, gemene deler: alle vijf zijn of waren handballers op het hoogste niveau en international van het Nederlands team. De gezamenlijke teller staat op 265 interlands - and counting.
De Smitsen zijn bekend in Limburg. Moeder Cecile, geboren in Geleen, speelde 104 interlands voor Oranje en kwam uit op het WK van 1986. Vader Gino uit Roermond speelde er 23, was trainer van meerdere Limburgse clubs en bondscoach van Nederlandse jeugdteams.
In Geleen stichtten de docenten lichamelijke opvoeding een gezin, met drie kinderen. Vanzelfsprekend kregen ze handbal met de paplepel ingegoten. "Maar we hebben ze nooit richting handbal gepusht", verzekert Gino. Cecile: "Jorn heeft eerst aan judo, tennis en voetbal gedaan. Inger aan judo en atletiek en ook Kay zat eerst op atletiek."
Uiteindelijk kroop het bloed waar het niet gaan kon en kozen de drie junioren voor de dynamische teamsport. Hoewel Kay, toen hij op zijn twaalfde moest kiezen, nog wel zei: "Dan kies ik wel voor handbal. Wat moet ik anders in dit gezin?!"
Tactiek met de pindakaaspot
Aan de eettafel, benadrukt Gino, ging het ook heus wel over andere zaken dan handbal. Maar navraag bij de kinderen leert dat juist hun vader de fanatiekste was. Inger: "Dan pakte papa de pindakaaspot en de hagelslag en legde hij daarmee de tactiek uit."
De anderen lachen. Jorn: "Als we klaar waren met eten, waren we nog lang niet uitgepraat over handbal."
Wie heeft wat geërfd? Vader Gino vertelt: "Kay is een kind van zijn moeder, Inger heeft de meeste trekken van mij en Jorn is een aardige mix." Moeder Cecile vult aan: "Inger heeft een vechtersmentaliteit, doordat ze vroeger moest vechten voor haar plekje tussen twee broers. En juist door te knokken, bereikte zij de top."
Inger: "Het was thuis altijd twee tegen één, Kay en Jorn plaagden mij samen. 'Hier word je sterk van', kreeg ik dan te horen als ik daarover klaagde bij mijn ouders. Ze hadden wel gelijk."
The 'Skay' is the limit
Jorn trok als eerste naar het buitenland en opende zo de ogen van de anderen, vertelt Gino. "Hij ging zijn dromen achterna en liet aan Inger en Kay zien: dit is allemaal mogelijk. En voor Kay geldt: The 'Skay' is the limit. Hij wil de absolute top halen en realiseerde zich al vroeg dat hij daar veel vuile arbeid voor moet verrichten."
Inger: "Ach, Kay is een linkshander, hè. Die hebben altijd geluk." Kay, lachend: "Dat noemen ze een gave."
Inger: "Het was voor Kay als jongste niet altijd leuk. Wat ik knap vond, was dat hij naar ons keek en dacht: dat wil ik ook. Zijn doel was altijd al om te spelen in de Duitse Bundesliga (een van de sterkste competities ter wereld, red.). Hij wist dat hij dat stapje voor stapje moest doen. En dat blijkt nu."
Want Kay maakte afgelopen week zijn mooie transfer naar de Duitse topclub Magdeburg bekend. Volgend seizoen staat hij daar onder contract. Tot dan speelt hij bij het Deense TTH Holstebro, nota bene samen met Jorn, die donderdag liet weten Kras/Volendam per direct te verlaten. De opbouwspelers handballen dus niet alleen in Oranje, maar ook bij de club samen.
En ze delen het huis. Kay: "Jorn trekt bij mij in. We moeten het nog even over de huurprijs hebben..."
Inger: "Het is eigenlijk mijn huis, hè, jongens." Jorn, lachend: "Klopt! Inger woonde hier als eerste, toen zij nog bij Holstebro speelde."
Dat twee van de drie samen zijn, is al bijzonder te noemen. "Ik zie Kay soms bij Oranje, maar verder zien we elkaar eigenlijk alleen met Kerst", vertelt Jorn.
Spelletjesfamilie
Totdat in het voorjaar van 2020 de coronapandemie uitbrak en de kinderen plots terug waren in het ouderlijk huis in Geleen. "Zagen we elkaar ineens drie maanden lang 24 uur per dag. Een bijzondere periode", aldus Kay.
Inger: "Ik had verwacht dat het huis te klein zou zijn, maar het ging verbazingwekkend goed. We zijn een echte spelletjesfamilie. Dat hebben we veel gedaan. En er moest getraind worden. We haalden krachttrainingsspullen en hebben lekker met zijn drieën in de tuin getraind."
We hebben gewoon een wereldkampioen in de familie. Het klinkt nog als iets magisch.
Een van de mooiste momenten beleefde de familie op 15 december 2019, de dag dat Inger met het Nederlands team wereldkampioen werd in Japan. "Dat voelde onwerkelijk", vertelt vader Gino vol trots. "Het was voor haar altijd spannend of ze bij Oranje zou zitten. De rode loper heeft voor haar nooit uitgelegen."
Ook haar broers waren door het dolle; beiden postten op Instagram een foto van hun zus met de wereldbeker. Jorn: "Vroeger hadden we het over doelen bereiken: in een buitenlandse topcompetitie spelen, het Nederlands team halen. Maar wereldkampioen worden? Daar ging het niet over."
Levenslessen
Terwijl Inger het breed lachend aanhoort, vult Kay aan: "Het klinkt nog als iets magisch. En het is iets wat de dromen van ons, heren handballers, te boven gaat. We hebben gewoon een wereldkampioen in de familie..."
Ingers volgende droom is uitkomen op de Olympische Spelen, over een halfjaar, ook in Japan. De dromen van Jorn en Kay zijn, zo zeggen zij zelf, kleiner. "Met de club Deens kampioen worden en ons met Oranje plaatsen voor het EK 2022. Dat is een ontzettend groot doel."
Maar wat de drie handballende kinderen op sportief vlak ook bereiken, voor vader Gino en moeder Cecile telt vooral één ding: "Levenslessen leren. Ze zijn veel in het buitenland, leren de wereld kennen. Dat is ons veel waard."
En, denkt Jorn: "Wanneer we hier later op terugkijken, zullen we beseffen hoe bijzonder dit eigenlijk is."