Mode-ontwerper Pierre Cardin verbond haute couture met de massa
De Franse mode- en sieradenontwerper Pierre Cardin is op 98-jarige leeftijd overleden. Hij was de laatste van de grote modenamen uit de jaren 60 en 70 en stond bekend om zijn avant-gardistische stijl en zijn futuristische Space Age-collectie.
Hij had een voorkeur voor geometrische vormen en motieven en maakte tot groot misprijzen van zijn vakgenoten als eerste couturier confectiekleding voor de gewone vrouw.
Pietro Costante Cardin werd op 2 juli 1922 geboren in de Italiaanse plaats San Biagio di Callalta, in de buurt van Venetië. Twee jaar later emigreerde hij met zijn ouders, die het opkomend fascisme in Italië wilden ontvluchten, naar Saint Etienne in het Franse Loiregebied.
Cardin vertrok in 1945 naar Parijs waar hij architectuur studeerde en werkte voor de modehuizen van Jeanne Paquin en Elsa Schiaparelli, voordat hij gevraagd werd door Christian Dior als hoofd van het atelier de tailleur. Vijf jaar na zijn aankomst in Parijs opende hij zijn eigen winkel.
Revolutie in de haute couture
Hij raakte bevriend met filmmaker Jean Cocteau, voor wie hij de maskers en kostuums ontwierp voor de film La belle et la bête. Vanaf 1953 ontwierp hij ook haute couture-collecties en veroorzaakte met het gebruik van driehoeken, vierkanten en cirkelachtige vormen een revolutie in de haute couture. Ook het gebruik van nieuwe materialen, zoals vinyl en plastic, en het gebruik van kleurenschema's uit de kunstbeweging pop-art was voor die tijd baanbrekend.
Met zijn Bubble Dress stal hij in 1954 de harten van actrices als Mia Farrow, Lauren Bacall en Jeanne Moreau. Met die laatste had hij ook drie jaar lang een relatie.
Later kwam hij er als een van de eerste ontwerpers in Parijs openlijk voor uit dat hij homoseksueel was. Hij was twintig jaar samen met zijn protegé André Oliver, tot diens dood in 1993.
In 1958 kwam Cardin als een van de eersten met een uniseks-lijn, kleding die zowel door mannen als vrouwen gedragen kon worden. Een jaar later choqueerde hij zijn vakgenoten door een pret-a-porter-lijn (confectiekleding) te ontwerpen voor de gewone vrouw en die ook nog eens te showen in het Parijse warenhuis Printemps, waar de kleding daarna ook verkocht werd. "Men zei dat het mijn naam zou ruïneren", zei hij in 2005 tegen persbureau Reuters, "maar het heeft mij juist gered."
Cardin-sleutelhangers en wc-papier
Ook was hij de eerste die een uitgesproken mannenlijn op de markt bracht, waarmee hij nog succesvoller was dan met zijn vrouwencollecties. Cardin was ook de eerste couturier die op het idee kwam om licenties uit te geven, waarmee anderen producten mochten maken en verkopen met zijn naam erop.
Dat leverde hem veel geld op, maar betekende uiteindelijk ook een devaluatie van zijn goede naam, want in de jaren 90 had hij zoveel licenties verkocht dat zijn naam te vinden was op producten variërend van zonnebrillen tot goedkope plastic sleutelhangers en toiletpapier.
In de jaren 60 was hij op het hoogtepunt van zijn carrière. Hij ontwierp de beroemde Cosmocorpscollectie en opende de ene na de andere winkel. Sinds die tijd staat hij in de top-5 van bekendste Franse kunstenaars ter wereld.
Maanlanding
Eind jaren 60, toen de wereld, en niet het minst hijzelf, in de ban was van de eerste maanlanding, baarde hij opzien met zijn futuristische Space-Age-collectie. Met hoeden als astronautenhelmen en futuristische brillen en jurken met een A-lijn. Na de maanlanding bezocht hij NASA en mocht hij het pak van Buzz Aldrin passen.
Zijn kleding was vaak niet comfortabel om te dragen, maar dat was ook niet zijn uitgangspunt, zoals hij zelf zei. "Als ik een jurk ontwerp, dan ontwerp ik die niet rond het lichaam van een vrouw. Ik ontwerp de jurk en daarna stop ik de vrouw erin."
In 2019 was er in het Brooklyn Fashion Museum in New York een retrospectief over de mode van Cardin.
In 1975 introduceerde hij couture in het communistische China en in de jaren 90 veroverde hij de Russen met een grote modeshow op het Rode Plein in Moskou.
Vanaf eind jaren 70 was hij nauwelijks nog vernieuwend, hij bleef vooral teruggrijpen op eerdere vondsten. Hij stak zijn energie in andere zaken. Zo kocht hij in 1981 het beroemde restaurant Maxim's in Parijs en daarna opende hij al snel vestigingen in New York, Londen en Peking.
Ook ging hij in de jaren 90 aan de slag als Goodwill Ambassadeur voor Unesco. In die functie ontwierp hij een juwelenlijn waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de slachtoffers van de kernramp in Tsjernobyl.
Cardin bleef altijd aan het werk. In 2008 zei de couturier daarover zelf in Fantastic Man: "Ik ben veel te druk om te klagen en janken over kiespijn en pijnlijke voeten. Als ik onder de grond ga, doe ik dat staande. De verf mag dan afbladderen, mijn talent is nog intact."