Nederlandse wetenschappers onderzoeken al 45 jaar de meren van Connemara
Ze begonnen ermee als studenten biologie en hebben dat 45 jaar vol gehouden: onderzoek naar de bijzondere ecologie en de veranderingen in en rond de meren van Connemara in West-Ierland. De meren liggen in dunbevolkt gebied met veengronden. De schaarse bewoners van de streek leven langs de Atlantische kust.
'Ze' zijn Jan van Groenendael, Ton Roozen en Madeleine van Mansfeld. Oorspronkelijk was Sophie Hostenbach de vierde van het span, maar dat is nu Marijke van Mansfeld. Ze hebben nu een boek gepubliceerd waarin ze met foto's, aquarellen, essays en gedichten verslag doen van hun wetenschappelijke fascinatie voor de meren van Connemara die dus al tientallen jaren duurt.
Een deel van het gebied is in 1980 Nationaal Park Connemara geworden. Echte natuurliefhebbers zijn al langer bekend met het bijzondere merengebied aan de Atlantische kust in West-Ierland. Een veel groter publiek hoorde ervan door een internationale hit van de Franse zanger Michel Sardou die in 1981 met veel pathos over de meren zong.
"Hij slaagde er wel heel goed in om de speciale sfeer te vatten van het landschap in Connemara", zegt Madeleine van Mansfeld. "Die sfeer van dat boomloze landschap met zijn bergen pakt je. De andere lucht die er hangt, de hele mystiek van het landschap, hij heeft het heel treffend bezongen."
Ook de Nederlandse speelfilm Nothing personal van Urszula Antoniaks is er volgens Van Mansfeld in geslaagd om die bijzondere sfeer in Connemara feilloos vast te leggen. "Zo was het toen wij er in 1975 voor het eerst kwamen. Ver weg van de wereld, zonder voorzieningen, heel beklemmend eigenlijk."
"Onze hoogleraar destijds aan de Radboud Universiteit was de vegetatiekundige Victor Westhoff", vertelt Jan van Groenendael. "Hij hield van Ierland en had ons gewezen op het boek The botanist in Ireland uit 1934 van de befaamde Ierse botanicus Robert Lloyd Praeger."
Op zijn wandelingen door West-Ierland constateerde Praeger dat de vegetatie in de kuststrook in West-Connemara in niets leek op die in de iets verderop landinwaarts gelegen veengebieden. "We zijn in 1975 begonnen met een citaat daarover uit zijn boek dat we hebben omgezet in een onderzoeksvraag. En dat onderzoek hebben we een beetje extreem doorgevoerd."
Primitieve omstandigheden
Met zijn vieren streken de jonge onderzoekers neer in een vissershuisje zonder elektriciteit en stromend water. Met een klein gasfornuis en gaslampen. Het vuur werd gestookt met turfblokken, drinkwater werd opgepompt uit een meer. Achter het huisje was een kleine moestuin die bemest werd met zeewier.
Op die plek begon 35 jaar systematisch onderzoek in het gebied dat ook in Ierland niet onopgemerkt is gebleven. Apparatuur die nodig was voor het onderzoek moest van 220 volt omgebouwd worden naar de 12 volt die de accu leverde van hun VW-busje.
Watermonsters werden koel gehouden door ze omwikkeld in natte kleren in de altijd waaiende oceaanwind te hangen. De Universiteit van Dublin leverde containers met gedistilleerd water dat nodig was om vooraf afgewogen chemicaliën in op te lossen om analyses te kunnen uitvoeren.
Nog weinig veranderd
Ze gingen vaak terug naar het gebied. Jan en Madeleine en Ton en Marije waren ondertussen getrouwd, de kinderen gingen ook mee.
"Het waren werkvakanties en we deden allemaal veldonderzoek. Het was heerlijk om te doen als het weer goed was. We zaten in huisjes in de middle of nowhere. Onze kinderen doken de plantjes op die op behoorlijke diepte, onzichtbaar van boven, in de meren groeiden."
Hun systematische onderzoek voerden ze in al die jaren vijf keer uit. Ze bestudeerden de chemische veranderingen die optraden en de gevolgen daarvan voor de vegetatie. Maar ze kwamen veel vaker in het gebied, met excursies met studenten die veldonderzoek deden, maar ook met andere reizigers en natuurliefhebbers.
Goed behouden
In al die jaren zijn de veranderingen in het landschap in Connemara beperkt gebleven. "Het klimaat en de bodem zijn er niet echt veranderd", zegt Van Groenendael. "Veranderingen daarin worden vooral door menselijk handelen veroorzaakt, maar dat speelt in Connemara niet zo'n rol."
Het klimaat is in West-Ierland en zeker in Connemara "extreem Atlantisch", zegt hij, "zoals je dat verder eigenlijk alleen nog op de Schotse Hooglanden en rond de Noorse fjorden ziet. De effecten van de klimaatverandering treden daar trager op. Maar je ziet wel signalen van veranderingen. Daar moeten we alert op zijn, want als het landschap eenmaal veranderd is, krijg je het niet makkelijk meer terug."
Sinds Ierland in 1973 lid werd van de toenmalige EEG, de voorloper van de EU, komt het land in aanmerking voor landbouwsubsidies. En dat heeft gevolgen gehad.
Kunstmest
"Tot die tijd gebruikten de boeren op het beetje akkerland in Connemara dierlijke mest en zeewier, maar nu deed de kunstmest zijn intrede. En in plaats van één of twee stuks vee voor eigen gebruik gingen heel wat boeren meer vee houden voor de productie van het bekende Ierse rundvlees dat hier in de supermarkt ligt. Verder grazen er op de veengronden schapen. Daar werd jarenlang vanuit helikopters kunstmest gestrooid, maar dat is al ruim dertig jaar verboden."
In de smalle kuststrook zijn de gevolgen van die vooruitgang vooral zichtbaar. Door het gebruik van de kunstmest is de invloed van de oceaan op de bodem en de vegetatie afgenomen. De meren in de kuststreek zijn veel voedselrijker geworden en het water troebeler door algengroei. Het aantal waterplanten nam er juist door af.
"Vroeger waren die meren heel helder waardoor op de bodem planten tot diep in die meren voorkwamen", legt Van Groenendael uit. In diezelfde smalle kunststrook ontstaan op meer beschutte plekken ook bijzondere trilvenen, dikke lagen plantenresten die op water drijven. "Soms zakte een van ons daar plotseling doorheen en moest een ander te hulp komen", vertelt Madeleine van Mansfeld.
In Nederland zijn veengebieden als in Connemara een zeldzaamheid. "Wat verdwenen is proberen we tegen heel hoge kosten weer terug te krijgen", zegt Van Mansfeld. " Maar de ontwikkeling van veen met zijn grote capaciteit voor koolstofopslag duurt wel tienduizend jaar. In Ierland hebben we nog heel veel van dit unieke landschap met zijn bijzondere vegetatie over. Laten we alles doen om het te behouden."